Albert Ramdin, senior director External Relations van Newmont Suriname, merkt op dat dit goudmijnbedrijf nog veel kansen te benutten heeft in Zuid-Amerika. “Op dit moment is Zuid-Amerika ongeveer voor 15% de portfolio van Newmont wereldwijd, dus er zit nog heel wat groeimogelijkheid in”, deelde hij dinsdagavond mee tijdens zijn presentatie op een bijeenkomst van Kenniskring. Momenteel bezit Newmont Suriname aandelen in goudmijnbedrijven in Frans-Guyana en Columbia. “Er zijn ook veel mogelijkheden in Brazilië, Argentinië, Bolivia en Ecuador.” Australië behoort tot één van de grootste partners van Newmont alsook Afrika, Ghana, Nevada en Colorado (USA). “Voor Zuid-Amerika kijken we naar groeimogelijkheden in een aantal landen; het is een activiteit die 10 tot 15 jaren in beslag kan nemen, voordat je tot productie komt. Het is dus geen korte-termijn-industrie.” De exploratiekosten daarbij zijn aanzienlijk; er gaat bijkans USD 50 miljoen tot USD 60 miljoen gepaard met investeringen. Wat Zuid-Amerika betreft, is behalve Suriname ook Peru enorm actief in de goudsector. “In de toekomst hopen we om in Frans-Guyana, vlak bij Merian aan de oostgrens, een goudmijn in operatie te brengen. Al bij al zit er veel groeipotentie voor het mijnbedrijf in Zuid-Amerika; bij het goed plannen van de pijplijn betekent dit dat Newmont Suriname in 20 tot 30 jaren vooruit kan zien en tot groei kan komen. In Suriname zelf zijn er ook veel groeimogelijkheden.” Volgens Ramdin is Newmont helemaal klaar om een exploitatievergunning aan te vragen in Sabajo, na bijkans 5 tot 6 jaren in dat gebied geëxploreerd te hebben. “De nodige milieu- en sociale studies zijn reeds gedaan. Dit houdt in dat Newmont Suriname hier langer kan blijven dan initieel gepland was voor 13 tot 14 jaren”, voegt Ramdin aan toe.
KSR
