Hanoeman: “Staf onderwijsministerie is niet in staat om beleid uit te stippelen”

De onderwijswetenschapper Soenderpersad Hanoeman betreurt het geschil op het Instituut voor Middelbaar Economisch en Administratief Onderwijs (Imeao), waarbij de Onderwijsminister Robert Peneux wederom een centrale rol vervult. “Als je een verandering teweeg wil brengen binnen het onderwijs, kan je dat onmogelijk doen zonder de relevante actoren erbij te betrekken. Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (Minowc) kan dit in haar eentje niet realiseren”, beklemtoont Hanoeman in gesprek met Dagblad Suriname. Hij vindt het onvoorstelbaar hoe het ministerie iedere keer erin slaagt om het onderwijsproces te verstoren. “Bijkans 80% tot 90% van het ministerie bestaat uit mensen die een hoofdakte hebben of die van het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL) afkomstig zijn. Die mensen worden opgeleid om les te geven. Ze zijn dus niet equiped om beleid uit te stippelen.”
Streven naar consensus
De minister wil onder andere de vaksectie en intersectieregelingen op het Imeao afschaffen, waartegen de Bond van Leraren (BvL) en Alliantie van Leerkrachten in Suriname (ALS) bezwaar hebben getoond. De onderwijsbonden zien hierin geen enkele vorm van kwaliteitsverbetering. “Bij elke nieuwe innovatie moet niet het democratisch principe toegepast worden, maar het consensusprincipe. Men moet niet alleen alle Imeao-directeuren overtuigen over de nieuwe plannen, maar ook de onderwijsbonden, studenten en het bedrijfsleven.” Het onderhandelen met de bondsvoorzitter typeert Hanoeman als een grote noodzaak. “Bijkans 99.9% van de schoolleiders bestaat uit jaknikkers. Ze zijn politiek benoemd, dus als ze niet gehoorzaam zijn kunnen ze gemakkelijk vervangen worden. Dit is de cultuur van zwijgen en het monddood maken.” De onderwijswetenschapper ziet om die reden totaal geen vuiltje aan de lucht dat BvL/ALS bemoeienis toont in deze zaak, aangezien zij in een onafhankelijke positie verkeren en deskundigheid in huis hebben. “Zelfs het bedrijfsleven zou erbij betrokken moeten worden, want de studenten belanden uiteindelijk in bedrijven.”
Salariëring baseren op opleidingsniveau
De onderwijswetenschapper merkt op dat er binnen het herwaarderingsprogramma van de autoriteiten geen aandacht wordt besteed aan docenten die een hoger opleidingsniveau bezitten dan die van de MO-B graad. De kweekscholen, Anton de Kom Universiteit van Suriname (Adekus) en het IOL zijn instellingen die leraren gereed maken om het onderwijsveld te betreden. Daarbij kan een student ook andere titels verwerven, zoals doctorandus en doctor. “Als je MO-B hebt bereikt en nog 2 jaren verder studeert op de universiteit, wordt je doctorandus. Als je nog verder gaat en 5 jaren verder studeert, kan je doctor worden. Maar als je naar de salariëring kijkt, krijg je hetzelfde wat iemand met een MO-B diploma verdient!”, aldus de onderwijswetenschapper.
KSR

error: Kopiëren mag niet!