In tegenstelling tot NDP-fractieleider André Misiekaba, is VHP-fractieleider Chan Santokhi van oordeel dat ratificatie van het EPA-verdrag in welwillende overweging dient te worden genomen. “De aanpassingsperiode van ruim 25 jaar voor de volledige inwerkingtreding en de 85% importliberalisatie bieden voldoende ruimte (15%) voor bescherming van een deel van de eigen productie, het in gang zetten van een goede voorbereiding en het treffen van doelgerichte lange-termijn-maatregelen, waaronder public sector reform en private sector development. Bovendien voorziet de EPA in de mogelijkheid in deze fase administratieve, technische en financiële ontwikkelingsbijstand van de EU in te roepen”, zei de VHP’er tijdens de begrotingsbehandeling in De Nationale Assemblee (DNA). De politicus heeft een uitvoerig betoog gehouden over de handelsovereenkomst die de Europese Unie sinds 2008 wil sluiten met de voormalige koloniën in Afrika, Caribisch gebied en landen in de Stille Oceaan (ACP).
9 van de 15 CF-staten hebben reeds geratificeerd
Suriname heeft volgens Santokhi sedert zijn goedkeuring van het EPA-verdrag, ultimo 2007, vrijwel geen aandacht meer besteed aan de gevolgen die daarmee gepaard gaan. In andere Cariforum (CF)-landen is de afgelopen 10 jaar doelgericht gewerkt aan specifieke kennis- en kundigheidsaccumulatie ten behoeve van de voorbereiding op en aanpassing aan de nieuwe overeenkomst. Het resultaat is dat 9 van de 15 CF-staten, waaronder Trinidad & Tobago en Guyana, reeds geratificeerd hebben. “In onze huidige dynamische en sterk globaliserende wereld is er voor kleinschalige, onmachtige, kwetsbare economieën nauwelijks plaats. Kleine landen zullen uiteindelijk het slachtoffer worden van de grote, supersterke mogendheden, en bijgevolg als minst ontwikkeld land een bescheiden plaats moeten innemen in de achterste gelederen van de rij der naties. Om hiertegen het hoofd te bieden en toch enigszins profijt te trekken uit opbrengsten van haar natuurlijke hulpbronnen zal Suriname derhalve proactief en alert moeten inspelen op veranderingen in de wereld”, aldus Santokhi.
Verlies van 450 miljoen consumenten bij non-ratificatie
De politicus voerde aan dat het niet-ratificeren van het EPA-verdrag, zoals door Misiekaba wordt voorgesteld, ervoor zal zorgen dat Suriname geen toegang zal hebben tot de Europese markt van 450 miljoen hoogwaardige consumenten en zij de historisch opgebouwde handelspositie en andere gerelateerde voordelen in de EU zal verliezen. “Traceren van nieuwe markten of marktvormen, bijvoorbeeld de GSP (Generalized System of Preferences en/of Interim Agreements), en daaraan gerelateerde kosten zullen bij afzet kostprijsverhogend werken waardoor onze producten niet meer concurrerend zijn. Economische achteruitgang als gevolg van teruggang in exportinkomsten en buitenlandse directe investeringen is het gevolgd. Daardoor krijgen we abrupte daling van het bruto binnenlands product, met als gevolg geen of minimale economische groei. Afzien van ratificatie zal een forse daling van de exportcijfers te zien geven en verlies van lucratieve markten en potentiële investeerders betekenen, en uiteindelijk een neerwaartse spiraal in onze economische bedrijvigheid veroorzaken met alle sociaal-maatschappelijke gevolgen van dien, waaronder een toename in werkloosheid, armoede en criminaliteit.”
Samenstellen van een multidisciplinair werkgroep
Het al dan niet ratificeren van het EPA-verdrag gaat volgens de politicus ontegenzeglijk ingrijpende gevolgen voor ons land hebben. Aangezien dit vraagstuk primair van financieel-economische aard is, zal op alle relevante actoren, zoals de minister van Financiën, governor CBvS, minister van HI&T alsmede exportbedrijven en ondernemers, een beroep moeten worden gedaan om in ieder geval vóór oktober 2018 aan de hand van consultatierondes de beste oplossing voor Suriname te bedenken. Het samenstellen van een multidisciplinaire werkgroep zou volgens hem in dit kader aan te bevelen zijn. “De handelsbalans met de EU, dat historisch een tekort vertoont, alsook de toekomstperspectieven van de dienstensector en investeringen zullen daarbij medebepalend moeten zijn. Een dermate ingewikkeld vraagstuk alleen aan de politiek overlaten zou een bestuurlijke dwaling zijn”, aldus de politicus.
FR
