35 jaar van hebi

De burgers John Baboeram (advocaat), Bram Behr (journalist), Cyrill Daal (vakbondsleider), Kenneth Goncalves (advocaat), Eddy Hoost (advocaat), Andre Kamperveen (media-ondernemer), Gerard Leckie (psycholoog en decaan), Sugrim Oemrawsingh (wis- en natuurkundige), Lesley Rahman (journalist), Surendre Rambocus (militair), Harold Riedewald (advocaat), Jiwansingh Sheombar (militair), Jozef Slagveer (journalist), Robby Sohansingh (ondernemer) en Frank Wijngaarde (journalist) werden van huis ongewapend opgepakt en in het Fort Zeelandia op of rond 8 december 1982 meedogenloos na kalm beraad neergeschoten door militairen. In een avond verloor Suriname zijn onschuld en raakte bezwaard met een kunu en een hebi waaronder het nog zwaar gebukt gaar. Het land Suriname zal niet tot volle wasdom komen zolang de democratie in Suriname niet begint te werken op volle toeren. De democratie werkt pas wanneer de burgers onbevreesd zijn en niet bevangen zijn door angst. Dat leven vrij van angst en drempels is al enkele decennia niet mogelijk in Suriname, omdat er kansen zijn dat er iets met je gebeurt en de daders vrij uit lopen. Het symbool van de vrees dat straffeloosheid aan de orde is in Suriname is het feit dat het 8 decemberstrafproces nog niet is afgerond. Er zijn ettelijke pogingen ondernomen door de regering en het parlement om de voortgang van het proces te stagneren of te doen stoppen. De rechterlijke macht is niet overstag gegaan en is door gegaan met het werk. Recent zijn ook al de vorderingen door de vervolging geëist. Tegen een aantal verdachten is vrijspraak geëist, tegen een enkele 10 jaar en tegen een aantal 20 jaar, inclusief de hoofdverdachte. Twee naasten van de 15 vermoorde 8 decemberslachtoffers zijn toegetreden tot een stichting die tegen de voortgang van de rechtszaak is. Beide wordt verweten dat ze o.a. persoonlijke doelen nastreven. Gisteren werd 35 jaar Decembermoorden herdacht. Een bepaald deel van de burgerij is na de 8 decembermoorden inmiddels 35 jaren ouder. Deze moorden hebben diepe indruk gemaakt op vooral de kinderen en de jongeren die de doodsangsten hebben gevoeld. Ook beelden van bijvoorbeeld het op een brancard liggende militair Hawker die werd geëxecuteerd, hebben indruk gemaakt op jongeren en kinderen. De ouderen gingen of toch nog weg naar een ander land of ze werden passief vanwege de angst. De militairen hebben het niet alleen bij de 15 Decembermoorden gelaten. Er werden verscheidene mediahuizen en vakbondsgebouwen in brand gestoken en vernield. In de militaire periode is nog een aantal mensen op mysterieuze wijze omgekomen. Bij sommige families werden meerdere broers door de militairen opgeofferd aan hun hang naar macht in Suriname. Een voorbeeld is de familie Oemrawsingh, waaraan we eerder hier aandacht besteedden. Er zijn journalisten vermoord vanwege hun beroep. Baal Oemrawsingh was hoogleraar biochemie en werd maar 42 jaar oud. In maart 1982 dus een paar maanden voor de 8 Decembermoorden werd prof Baal Oemrawsingh vermoord. Negen maanden later werd ook zijn tweelingbroer Sugrim Oemrawsingh vermoord, omdat ook die zich openlijk mengde in het burgerlijk verzet tegen de militairen. Hij had wis- en natuurkunde gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam. Hij had als specialisatie computerkunde en werd later docent op de Universiteit van Suriname. Uit de rij van de vermoorden blijkt dat de top van de militairen, die geen van alle een universitaire opleiding achter de rug hadden, een haatgrondige hekel hadden aan geschoolde mensen die zij vanwege hun gebrekkige ontwikkeling en scholing niet konden volgen. De militaire top leed aan een zwaar minderwaardigheidscomplex. Patronen van deze zelfde afkeer van de wetenschap en orde zien we nog steeds in de structuren die uit de militaire dictatuur zijn voortgekomen. De militairen waren een vijand van de intelligentsia, een ontwikkeling die vaak te zien is geweest in primitieve dictaturen. De Decembermoorden behoren een bepaalde plaats te hebben in het functioneren van de media- en journalistenverenigingen in Suriname. Advocaten hebben ook het leven gelaten omdat ze hun werk deden. Ook de advocatenordes en verenigingen moeten dat niet vergeten. De twee beroepsgroepen die geleden hebben onder de decembermoorden zijn de mediawerkers en de advocaten geweest. Ook docenten hebben het gelag moeten betalen. De generatie die wat zinnig weet te vertellen over de Decembermoorden zal door natuurlijke processen steeds minder worden in aantal. Een terugblik van het verloop van de periode van 35 jaar leert dat er verschillende momenten zijn geweest die als markant kunnen worden genoemd. Ten eerste de overgang van de militaire naar de democratische periode in 1987 en dan weer bijna bloedvergieten bij de telefooncoup van 1990. De telefooncoup kon worden gepleegd omdat de burgerij doodsbang was voor de militairen. Die angst had te maken met de 8 decembermoorden en de mysterieuze moorden op burgers, waarover overigens heel weinig wordt gezegd. Een deel van de nabestaanden heeft gewoon de biezen gepakt en gewoon weggevlucht uit het land. Op en rond 8 december 1982 zijn 15 toptalenten van Suriname waarvan een deel met zeer hoge ontwikkeling en scholing vermoord door de militairen. Daarmee werd voor altijd de nek van de Surinaamse ontwikkeling omgedraaid. De 8 decembermoorden en de andere moorden op tegenstanders van het militaire regiem en van de topmilitairen, heeft een zware kunu en een hebi gelegd op het Surinaams geweten, wat wij niet hebben kunnen afschudden. De bijna officieel geworden miskenning van het bloedoffer van de meer dan 15 door de militairen vermoorde Surinamers, blijft zwaar drukken op het Surinaams welzijn. Het is een hoofdverklaring voor de staat waarin Suriname zich bevindt en de vicieuze cirkels waarin wij draaien.

error: Kopiëren mag niet!