Akmos: “Vrachtsubsidie introduceren voor exporteurs”

De exportproblematiek van de lokale producenten naar de Caricom lidlanden wordt alsmaar een complexe zaak. De producten van Doksenclub, die voorheen voortdurend geweigerd werden door Trinidad, worden nu ook door Guyana en Barbados niet geaccepteerd. De Associatie van Kleine en Middelgrote Ondernemingen in Suriname (Akmos), onder leiding van Sham Binda, vindt dat hiermee het bewijs wordt geleverd dat het Caricom lidmaatschap van Suriname niet veel voorstelt voor de economische bedrijvigheid. “Heeft het nog zin om in Caricomverband te blijven? Ik denk dat het momenteel belangrijk is om de balans op te maken om na te gaan wat wij al die jaren hebben bereikt met de Caricom membership. Hoeveel wordt er geëxporteerd naar de Caricom lidlanden?”, vraagt Binda zich in gesprek met Dagblad Suriname af. Voor hem is het overduidelijk dat de Surinaamse producten een hoge concurrentiepositie innemen op de Caricom-markt, waardoor dergelijke taferelen ontstaan. “We mogen trots zijn op onze producten en de standaarden en normen die we hanteren.”
Afzetmarkt uitbreiden
Binda is van mening dat de exporteurs hun horizon moeten verbreden door nieuwe afzetmarkten te exploreren. “Landen als St. Maarten en Puerto Rico hebben goede afzetmogelijkheden.” Het probleem is echter dat de transportkosten zorgwekkend hoog zijn. “De vervoerskosten zijn immens hoog vanuit Suriname; ons project om de slachtoffers van St. Maarten te ondersteunen met hulpgoederen heeft ons meer dan USD 3000 gekost voor een container van 20 ft, terwijl dat vanuit Amerika neerkomt op USD 1500.” Daarom vindt Akmos dat de autoriteiten het bevorderen van export kunnen stimuleren door vrachtsubsidie aan te bieden aan de exporteurs of te investeren in een eigen scheepvaartmaatschappij. Binda deelde mee dat de exporteurs zich evenmin moeten laten afschrikken door de invoerrechten. “Het betalen van invoerrechten mag geen barrière vormen. Binnen Caricom zijn er geen invoerrechten, maar nu wordt men geboycot. En ons pluspunt is dat we concurrerende prijzen hanteren.” Het valt de Akmos-voorzitter overigens op dat er tot nog toe slechts dienstreisjes worden gemaakt door de autoriteiten naar allerlei landen waarvan de toegevoegde waarde uitblijft.
Vegetarische culinaire producten promoten
Binda merkt op dat de Caribische eilanden geen variaties kennen in het gebruik van groente. “Ze hebben een Engelse cultuur waar men meer gewend is aan bijvoorbeeld bonen. Dus de Surinaamse producenten kunnen daar producten, waarin verse groente verwerkt zijn, introduceren.” Suriname staat bekend als een land met een sterke culinair en hiervan moeten de exporteurs meer gebruikmaken. De tijd voor investeringen in de landbouwsector is dus aangebroken. Binda is van mening dat er op de Anton de Kom Universiteit van Suriname (Adekus) een aanvang gemaakt moet worden om productiegerichte opleidingen aan te bieden aan studenten, waarmee zij de economie kunnen opkrikken.
KSR

error: Kopiëren mag niet!