Rechtvaardigheid kiesstelsel grootste uitdaging

Er is ontevredenheid onder de politieke partijen in de oppositie omtrent de houding van de regeringspartij en mogelijk een verkeerd insteek van de commissie die belast is met de herziening van het kiesstelsel. De commissie draagt de naam Commissie Evaluatie Kieswetgeving. De kieswetgeving wordt primair uitgemaakt door de Kieswet en het uitvoeringsstaatsbesluit genaamd Kiesbesluit. Eventueel is ook relevant de Wet/Decreet Politieke Organisaties en nu ook de Wet Terugroeping Volksvertegenwoordigers. Er is niet veel openheid gegeven door de commissie met betrekking tot haar werkzaamheden. De indruk bestaat bij enkele oppositionele politieke partijen dat de commissie onder een hoedje speelt met de regeringspartij of dat de commissie een agenda van de regering uitvoert. Escalatie is ontstaan toen bleek bij een presentatie dat de regeringspartij erop aanstuurt om de wetgeving zodanig aan te passen dat geen combinaties aan de verkiezingen deel mogen nemen, maar alleen individuele partijen. Wat de gevoelens van de commissie hierover zijn, is nog onbekend. De commissie is vooralsnog bezig geweest met de politieke partijen. De commissie gaf eerder aan dat ze afzonderlijk gesprekken zou voeren met de politieke partijen over hun zienswijze. De commissie gaat ervan uit dat al jarenlang diverse politieke partijen vragen om het kiesstelsel te wijzigen. Het kiesstelsel zou maken dat partijen veel stemmen behalen, maar toch minder zetels veroveren omdat het kiesstelsel niet rechtvaardig zou zijn. Op basis van al de kritieken besloot de president een commissie te benoemen die zich hierover buigt. Om het kiesstelsel te kunnen wijzigen is twee derde meerderheid in De Nationale Assemblee vereist. De wijziging van het kiesstelsel vereist een fundamentele aanpak waarbij alle issues waarover er ad hoc discussies worden gevoerd, direct worden besproken. Het gaat dan om het systeem van de directe of de indirecte democratie, het parlementair of presidentieel stelsel, de rollen van het OKB en de hoofdstembureaus, de rol van de president in de verkiezingen, de rol van de politieke dc’s, de procedure van stemmen en indienen van lijsten, het samenstellen van de kiezerslijsten, het systeem van de oproepingskaarten en het bestellen daarvan. Ook is van belang de wijze waarop de zetels aan de kandidaten worden toegekend. Daarvoor geldt een verschillend systeem voor de DNA-leden en een ander systeem voor de rr- en dr-leden. De samenstelling en aantallen van deze twee laatste colleges zijn belangrijk voor een eventuele verkiezing van de president en de vicepresident als dat in DNA niet lukt. Deze verkiezing vindt dan plaats in de verenigde volksvergadering. Gekeken moet worden of de verdeling van het aantal zetels wel rechtvaardig is. Een stem behalen in Paramaribo zou, uitgaande van het aantal uitgebrachte stemmen bij de laatste verkiezingen, bijna 9.000 stemmen per zetel vereisen, terwijl een zetel in Coronie gewonnen kan worden met minder dan 900 stemmen en in de binnenlanden 1600 of 2400 stemmen. Paramaribo, Wanica, Nickerie, Commewijne, Sipaliwini, Brokopondo, Marowijne, Para, Saramacca en Coronie hebben resp. 17, 7, 5, 4, 4, 3, 3, 3, 3 en 2 zetels. Is deze verdeling wel rechtvaardig en correct? Het overgrote deel van de bevolking leeft in Paramaribo en Wanica en door de urbanisatie vanuit het overgewaardeerde binnenland is de bevolking in deze 2 districten alleen maar groter geworden. Samen zijn deze 2 districten goed voor 24 zetels en dat is niets eens de helft van het aantal zetels in DNA. De samenstelling van het aantal zetels per ressort is meer objectief bepaald en rechtvaardiger, maar hier geldt het principe van ‘de winnaar neemt alles’. De objectieve zetelverdeling is er ook bij de dr’s. Een zaak die bekeken moet worden is de 1 procentregeling. Bij het kiesstelsel gaat het om het geheel van de kiesregels en de kiesprocedures en de instituten die daarin een rol spelen en bovenal hoe de uitslag wordt bepaald en hoe de bezwaar- en beroepsprocedures worden geregeld. Er zijn twee hete hangijzers in het kiesstelsel. Ten eerste moeten wij nu bepalen welk systeem wij voorstaan. Het zuiver parlementaire stelsel en het zuivere presidentiele stelsel zijn twee uitersten. Suriname heeft tot 1987 op papier een parlementair stelsel gehad. Kennelijk om de militairen terug te krijgen in de barakken werden presidentiele elementen in het aanvankelijk systeem ingebracht, dus een president die geen ceremoniële maar executieve taken kreeg. De dreiging van de militairen is allang weg, dus moeten wij ons beraden wat voor systeem wij willen. Ten tweede is er de weging van de stemmen. Door de regeringswoordvoerders wordt over etnische politiekvoering de hele tijd geschreeuwd, maar wat vinden zij van de ongelijke weging van de stemmen in de verschillende districten. Kent men wel het verschil tussen de directe en de indirecte discriminatie. Er moet een gelijk aantal zetels in het parlement een wiskundige formule worden vastgesteld waardoor het aantal zetel per district variabel is en wel afhankelijk van het aantal kiezers dat elk district herbergt in relatie tot elkaar. Zo kunnen de verhoudingen schuiven, terwijl het totale aantal hetzelfde blijft en terwijl elke stem hetzelfde weegt, in het uiterste geval gecorrigeerd met een factor bijvoorbeeld 1.2. Deze correctie is te verantwoorden voor gebieden die een wezenlijke achterstand kennen, maar dan rijst de vraag welk district geen ontwikkelingsachterstand kent. Van alle 10 districten is geen 1 te noemen dat geen ontwikkelingsachterstand kent, ook Paramaribo en Wanica.

error: Kopiëren mag niet!