Ministerie NH ondersteunt ADEK met Mijnbouw-onderwijs

Aantal nieuwe mijnbouwstudenten verdrievoudigd

Het universitaire studiejaar voor aan mijnbouw gelieerde studierichtingen 2017/ 2018 begint binnenkort, en wel per 1 november 2017. Het aantal nieuw ingeschreven studenten voor deze richtingen bedraagt meer dan het drievoudige van het afgelopen jaar. De nieuwe Newmont-mijn en het aantreffen van olievoorraden in het zeegebied van Guyana, zullen zeker tot deze toename hebben bijgedragen.
De huidige Universiteit laat de eerstejaarsstudenten al heel vroeg kennismaken met de praktijk van de geologie en de mijnbouw. In de beginjaren van de Universiteit waren locaties voor praktijktraining vrij ver van Paramaribo, vaak in het westen van Suriname. Men moest daarbij studenten inzicht geven in de diepere lagen van de vlakke noordelijke gebieden van het land, en van de hogere delen van de bergachtige gebieden in het zuiden. De spoorlijn in West Suriname in het Bakhuysgebergte heeft in dit verband veel bijgedragen tot het vormen van de destijds jonge studenten, in deze tijd mijnbouwmanagers in grote bedrijven en staffunctionarissen bij de Overheid. Een zwaar beladen trein kan geen zware of zelfs middelmatige hellingen beklimmen, waardoor men verplicht was om de bergen diep, tot zeer diep in te snijden, om het klimmen mogelijk te maken, en om te voorkomen dat afdalende zware treinen een zeer grote, oncontroleerbare snelheid konden bereiken. De bergen werden daarom structureel zeer diep ingesneden, waardoor men tot diep in de ondergrond geologische structuren kon zien, die men in de vrije natuur nooit zou kunnen waarnemen. De afstand vanuit Paramaribo was 350 tot 400 kilometer en de ook destijds nog verder aangelegde weg naar Amotopo met eveneens veel diepe zeer demonstratieve insnijdingen eindigde op 670 km van Paramaribo.
Als geotechnicus werd ik in de jaren na participatie aan de spoorlijn in West Suriname ook betrokken bij de aanleg, rehabilitatie of vergroting van wegen in het oosten van Suriname. Ik kwam toen in de positie om de studielocaties van 300 tot 500 km van Paramaribo te laten vervangen door locaties op slechts 50 tot 170 km van uit Paramaribo. Dit bespaarde de Universiteit veel reis en verblijfskosten en reisdagen. Als ondernemer, betrokken bij de Kabalebo- en Jaikreek waterkrachtprojecten , deed ik aanvragen voor kleine gebieden waar er stenen aan het oppervlak voorkwamen, of waar het hele pakket van savannezand tot de steen op enkele locaties te zien was. De gebieden waren aan de Afobakkaweg en aan de weg naar Atjoni/Pokigron. In die tijd waren er nauwelijks concessieaanvragen voor die gebieden.
Aangezien er langzamerhand mijnen zijn ontstaan, konden de studenten in alle rust de materialen, hun dikten en structuren bestuderen op slechts enkele uren afstand van Paramaribo. Grondspeculanten hebben later geprobeerd om deze reeds bewerkte gronden via een ander ministerie ,het Ministerie van RGB, te bemachtigen, maar het ministerie van NH zag de noodzaak van behoud voor de opleidingen in, en werkt nu aan de herbevestiging en formalisering van de status van de trainingsgebieden binnen het kader van de mijnwet.
De sterk vergrote groep studenten zal in elk geval op deze gebieden getraind kunnen worden, omdat er door legale exploitanten, maar ook door illegale stropers diep gegraven is in de gebieden met zanden, en omdat er in de bergachtige gebieden door legale mijnbouw, tot diep in de losse lagen bovenop de gesteenten is uitgegraven. In de harde gesteenten als graniet is men daar met explosieven, mede ondersteund en gecontroleerd door het Nationaal Leger diep ingedrongen, waardoor de studenten ook hier in Oost Suriname de interne structuren van 100% verse gesteenten kunnen zien. Deze gebieden zijn dus reeds langer bekend en beheerd. Het gaat dus niet om nieuwe gebieden.
Het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen komt met deze ondersteuning dus aan een formele behoefte van de Universiteit tegemoet, qua mijnbouw onderwijs, maar ook wat betreft de veiligheid, omdat enkele vrouwelijke studenten enkele jaren geleden in ander studieverband, op een verder van Paramaribo gelegen locatie beroofd waren van hun telefoon en van hun sieraden. De Universiteit hoopt er van uit te mogen gaan dat de herbevestiging en de formalisering van de status van deze terreinen zal kunnen plaatsvinden, nog voor de aanvang van het nieuwe collegejaar, of minimaal in de eerste maand na de aanvang. Immers …The training of students must go on.
Drs. Eddy Monsels
Docent veldgeologie ADEK

error: Kopiëren mag niet!