Ander benaming 10 oktober

Bij de Dag van de Marrons morgen is het gepast om stil te staan bij de naamgeving van deze dag en het belang daarvan bij de natievorming en de instandhouding van de harmonische samenleving. De geschiedenis van de Marrons in Suriname gaat terug naar het begin van de plantage-economie, toen de kolonie Suriname werd gesticht en slaven uit Afrika werden gehaald. Deze slaven werden als dieren behandeld en dat leverde opstanden op. Ook het beroofd zijn van hun vrijheid was kennelijk een obstakel. Een deel van de slaven vluchtten weg van de plantages naar de binnenlanden van Suriname, ze kwamen regelmatig terug maar in het begin alleen om de plantage-eigenaren te bestrijden en om goederen weg te nemen. Op den duur werd de slavernij in Suriname afgeschaft, maar intussen hadden de Marrons hun eigen gemeenschappen naar Afrikaanse signatuur opgericht in de binnenlanden. Er waren verschillende groepen Marrons ontstaan die ook een iets verschillende cultuur en taal hadden, de geografische binding was verschillend. Rivaliteit ontstond onder de Marrons. Inmiddels zijn de ‘lowemang paansu’ al honderden jaren in Suriname. De urbanisatie naar Paramaribo en de indringing van de moderniteit in de lokale gemeenschappen zelf heeft zich versneld ingezet op een schaal, waarbij beweerd wordt dat de Marron-gemeenschappen nauwelijks aangeduid kunnen en willen worden als inheemse en tribale volken. Deze aanduiding is onlosmakelijk verbonden aan de grondenrechten bijvoorbeeld. De nakomelingen van de weggelopen slaven zijn al honderden jaren in Suriname, de politieke emancipatie heeft een ongekende duw naar voren gehad met een immense politieke participatie op het hoogste niveau. De Marrons zijn een opmars aan het maken demografisch naar plek nummer een wat betreft omvang van bevolkingsgroepen die bij elek Census wordt gemeten. Op de hoogste onderwijsinstellingen laten de Marrons het zeker niet afweten. Van de Marrons kan dus niet gezegd worden dat ze een minderheidsgroep zijn, hooguit dat ze lokaal (collectief) een ontwikkelingsachterstand hebben vanwege gebrekkige beschikbaarheid van onderwijs en overige overheidsdiensten. De conclusie kan dus terecht worden getrokken dat de Marrons geen minderheidsgroep zijn in Suriname, noch kwantitatief noch kwantitatief. De vraag is dan waarom er een Dag van de Marrons moet worden herdacht in Suriname. Is het om het aanwezig zijn van de Marrons in Suriname te vieren? Die aanwezigheid verdient het zeker wel om gevierd te worden, maar waarom dan per se op 10 oktober? Als gekeken wordt naar de grote bevolkingsgroepen en religieuze groepen in Suriname, dan worden hoogtijdagen gevierd. Zo worden de aankomst van de Hindoestanen en de Javanen gevierd en wordt de bevrijding van de slaven (voorouders Stadscreolen) gevierd. Een Dag van de Hindoestanen, een dag van de Javanen en een dag van de Stadscreolen bestaat niet en zou ook niet passen in de natievormingsgedachte (niet te verwarren met de achterhaalde en in strijd met de mensenrechten zijnde assimilatiegedachte). De dag van 10 oktober heeft in de Surinaamse geschiedenis en zeker voor de Marrons een bepaalde betekenis, maar waarom is men dan zo zorgvuldig geweest om de deze dag te vieren als de Dag van de Marrons? Waarom er bezwaar valt te maken op deze dag, is omdat deze dag vanwege de benaming discriminatoir is naar de Marrons toe. Waarom moet deze groep in de samenleving met onzorgvuldigheid worden behandeld? Ook geeft deze dag verkeerde signalen toe naar bepaalde elementen die ook voorkomen in deze bevolkingsgroep. Deze dag geeft geen speciale status aan de Marrons, het geeft aan hen geen vrijbrief om bijvoorbeeld normaal, op deze dag of in hun gemeenschappen, de wetten van Suriname niet in acht te nemen en de instituten van Suriname niet te respecteren. Bij het formuleren van bevolkingsgroep-gerichte vrije of herdenkingsdagen is het van belang dat de waarde voor de natie ook in acht wordt genomen. Is de dag van 10 oktober in de geschiedenis van Suriname een dag die ons als natie kan binden? Zeer zeker en de dag heeft vanwege de historische betekenis alles om het tot een vrije of herdenkingsdag te verheffen. Alleen moet de regering nu wel een zuivere benadering erop loslaten. Een primitieve en simplistische ‘Dag van de Marrons’ doet geen recht aan de historische waarde van deze dag. Aan Cultuur en de Surinaamse regering (Binnenlandse Zaken) is nu de opdracht om met een betere aanduiding te komen voor deze dag. 10 oktober 1760 is de dag waarop de Marrons door hun opstanden de koloniale autoriteiten zover hadden kunnen krijgen dat deze op hun knieën gingen. Ze waren genoodzaakt om een overeenkomst te sluiten met de stam de Ndyuka om de vrede in de kolonie te bewaren. Bij het bedenken van een nieuwe naam moet gerefereerd worden aan deze dag en de feiten en omstandigheden rond deze dag in 1760. De grootste gedachtegoed achter deze dag is dat het zin heeft om moedig te zijn en te strijden in het belang van de komende generaties en dat het beter is om moedig dan laf te zijn. Deze boodschap is nog steeds relevant in de Surinaamse samenleving.

error: Kopiëren mag niet!