De behandeling van het OP en de begrotingen is wat de eerste ronde betreft tot een einde gekomen, zonder dat inhoudelijk goede debatten zijn gevoerd. Er is teveel gevochten en er zijn teveel bijzaken aan de orde gekomen. Door de gevechten die er steeds plaats hebben gevonden, is het duidelijk geworden dat de corruptie nog welig tiert in het land. DNA-leden uit de coalitie zien het niet als hun plicht om de ministers te controleren zodat ze niet vervallen in de corruptie. Uit enkele toespraken van de coalitieleden blijkt dat men toegeeft dat er sprake is van corruptie. De regering heeft het probleem van corruptie niet aangemerkt als de hoofdoorzaak van economische malaise in Suriname. In het OP is er geen aandacht besteed aan de corruptie. Door de oppositie is zo bijvoorbeeld al voor de tweede keer aandacht gevraagd voor een project dat door de minister van Volksgezondheid wordt uitgevoerd en verdedigd. Er is beweerd dat het project Huisartsen Informatiesysteem uitgevoerd wordt met de bedoeling om een onderneming geld te laten maken. De bewering is dat een ondernemer bij voorbaat al vastgesteld is om het project uit te voeren. Een DNA-lid beweerde dat hij informatie heeft hoe de lijnen lopen. Uit dit alles blijkt dat er hier sprake lijkt te zijn van de corruptie door de regering, waarvan ze al de hele tijd wordt beschuldigd. De minister werd toen de zaak voor het eerst werd behandeld boos en is niet in staat geweest om vermoedens weg te halen. We zeiden bij de eerste keer dat het oppositielid geen volle gas heeft gegeven en de minister tegemoet is gekomen door gas terug te nemen. Op de laatste vergaderdag in de eerste ronde is het oppositielid terug gekomen op het punt en verder vragen gesteld en informatie voorgehouden, waaruit moet blijken dat de zaak niet zuiver is. Opvallend is dat de minister keihard door gaat met het uitvoeren van dit project. Opvallend is ook dat er geen krachten zijn binnen de coalitie en de regering die ministers tot de orde kunnen roepen, als het gaat om corruptie en dubieuze uitgaven. Er zijn binnen de coalitie zelfs leden in DNA die blindelings overgaan tot de verdediging van de ministers. Er wordt niet opgeroepen om de regels in acht te nemen en er wordt ook niet gevraagd naar een onderzoek. De manier waarop de regering en de coalitie de zaak van VGZ aanpakt, geeft een hulpeloos gevoel aan de samenleving en spoort haar niet aan tot goed gedrag. In DNA is ook opvallend veel kritiek geuit richting de minister van LVV. Door de regering is de wens uitgesproken eens dat het land de voedselschuur van de Caribbean wil worden. Het is heel gemakkelijk om zulke wensen uit te spreken, maar de Surinaamse regering is nooit serieus geweest om landbouw, veeteelt en visserij goed aan te pakken, ook deze regering niet. Er zijn in de politiek teveel mensen aanwezig die een persoonlijke winst nastreven uit projecten die worden uitgevoerd. Zolang de politiek (bijvoorbeeld de partijkas) winst eraan heeft, hebben DNA-leden niets mee te maken. Politici eisen heel vaak aandelen en commissies voor zichzelf op, zoals bleek in het geval van de Surinaamse ambassadrice in India. Als commissies niet betaald kunnen worden, laat men projecten waarvan het land beter van kan worden, links liggen. Er zijn in DNA teveel beschuldigingen voor corruptie geuit tegen de minister van LVV. Er wordt jarenlang geklaagd over corruptie bij Surzwam en bij Cevihas, maar de regering treedt niet op. Een vraag die steeds wordt gesteld en hopelijk deze keer wel zal worden beatwoord, is een overzicht hoe de meer dan 1 miljard USD die aan monetaire reserve was opgebouwd, uit de staatskas is verdampt. De regering heeft de informatie hoe dit geld is gebruikt en moet het nu wel in DNA presenteren. Er moet een overzicht zijn van aan welke soorten uitgaven het geld is besteed. Zo kan het zijn dat met een deel van het geld enkele maanden geïntervenieerd is op de valutamarkt. Ook kan het zijn dat salarissen daarmee zijn betaald of dat het geld gegeven is aan de staat om andere componenten van de overheidsbestedingen te dekken. We hebben eerder aangegeven dat een groot deel van de uitgaven aan ‘beleidsmaatregelen’ corruptiegevoelig is. Er worden gelden uitbesteed aan projecten en er worden aankopen gedaan waarvan bevriende ondernemers profiteren. We zien meer dan voorheen dat een aantal malafide handelaren zich net koeparie’s hebben vastgezogen aan de regering. Deze ondernemers zijn op dubieuze manier aan hun geld gekomen en kunnen niet uitgenodigd worden op een universiteit om een gastcollege te verzorgen. Hun business is niet zuiver. Zo worden ze ervan beschuldigd om jonge werknemers te misbruiken of dat ze hun arbeiders bedreigen dat ze geen vakbond mogen oprichten. Doen ze dat, dan worden ze met ontslag gestuurd. Ondernemers die hun arbeiders bedreigen voor het oprichten van een vakvereniging kunnen gerust als malafide ondernemers worden aangeduid. Deze ondernemers hebben zich ingegraven in de regering en zijn een hoofdoorzaak van een trage herstel van de sociaaleconomische situatie in Suriname.
