Commissaris Jangbahadoer: “Eigenlijk moet het verzoek aan korpschef worden gericht”

Voor het houden, leiden of organiseren van en het deelnemen aan optochten of demonstraties in het openbaar, van welke aard of welke strekking ook, moet volgens de Politiestrafwet in Paramaribo een vergunning worden verleend door de commissaris van politie en in een district de betrokken districtscommissaris. De autoriteit, die een zodanige vergunning heeft verleend, is volgens de wet ook bevoegd haar te allen tijde in te trekken. Het is verboden om zonder toestemming van de ‘commissaris van politie’ protestdemonstraties te houden. Dat de politieke partijen en de vakbeweging in het verleden telkens op de deuren van het kabinet van de president en de districtscommissaris van Paramaribo hebben aangeklopt, is volgens juristen in beginsel verloren tijd geweest. Dit zeker gezien de districtscommissaris als burgervader, in Paramaribo, daar helemaal geen bevoegdheid over heeft.
Volgens de commissaris van politie (Regio Paramaribo), Inder Jangbahadoer, moet er wel rekening mee worden gehouden dat de wetgeving verouderd is. “De wet dateert van de jaren 1915 en is laatstelijk gewijzigd in 1990. Toen was de korpschef een commissaris. Eigenlijk moet het verzoek aan de korpschef worden gericht. De wet moest al lang zijn veranderd. De realiteit is dat de dc als burgervader in Paramaribo, niet kan worden overgeslagen. Al vraag je een vergunning aan bij de dc of bij de korpschef, moet je rekening houden met de veiligheidssituatie in het algemeen”, stelt de regiocommandant, aangevende dat het advies van de dc niet kan worden genegeerd. Echter betekent dit nog steeds dat de dc niet de vergunningverlenende instantie is en dus deze ook niet kan weigeren.
Op basis van de wetgeving zouden alleen de dc’s in de districten over deze bevoegdheid beschikken. Waarom de districtscommissaris van Paramaribo Noord Oost zich flink opwindt rond de aanvraag van een vergunning bij het commissariaat, en hoe hij vergunningen heeft kunnen verstrekken en weigeren aan zowel de vakbeweging en maatschappelijke groeperingen voor protestacties, blijft nog even in het midden. Deze wetgeving van lagere rangorde, zijnde een ordeningswet, is in ieder geval een doorn in het oog van velen die het recht van vrije meningsuiting hoog in het vaandel houden. Volgens Jangbahadoer hebben de politieke organisaties nog geen contact gehad met de politie met betrekking tot hun protestmanifestatie op 20 mei. Daar is er naar zijn zeggen echter nog genoeg tijd en ruimte voor. Tevens is de politie, zoals hij meedeelt, in ieder geval voorbereid op de protestmanifestatie.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!