Over het punt van meertalig onderwijs hebben we het hier vaker gehad, meestal wanneer wij de positie van de kinderen uit de inheemse en tribale gemeenschapen bespreken. De Unesco heeft de meertaligheid aangemerkt als een verrijking in de ontwikkeling van kinderen en in het kader van het voortleven van gemeenschappen, maar ook in het belang van efficiënt onderwijs. Vanuit Onderwijs komt goed geluid deze week op zeker twee gebieden. Minowc zegt dat bij onderwijs aan kinderen ook lokale omstandigheden moeten worden meegenomen. Dat is terecht vooral waar het gaat om bijvoorbeeld agrarische gebieden die we willen behouden, traditionele volksbuurten, regio’s met geürbaniseerde kinderen en kinderen in de inheemse en tribale gebieden. Kinderen in verschillende gebieden hebben verschillende extra skills nodig om uit armoede te geraken, om criminaliteit te vermijden en om te overleven. Het is dus een positieve zaak dat Minowc van plan is om het onderwijs (curriculum) te verrijken met het aanleren van specifieke skills die in de lokale omstandigheden noodzakelijk zijn. Het Minowc is eerder hiermee niet naar buiten gekomen, maar in Saramacca bijvoorbeeld wordt waar het nodig is, in de beginjaren op school ook onderwijs gegeven met gebruik van de moedertaal van de jonge kinderen. Dat maakt dat het onderwijs een aangename kennismaking voor deze kinderen wordt, in de eerste plaats omdat ze de leerkracht begrijpen. De moedertaal is de taal waarin een kind zich voor het eerst uit. Dat is niet altijd het Nederlands, de officiële taal in Suriname en ook de meest gangbare onderwijstaal. Belgische ambtenaren hebben een eyeopener meegemaakt toen ze de tweetalige aanpak in Saramacca meemaakten. Saramacca is een voorbeeld voor de Belgen geworden die thuis ook te maken hebben met meertaligheid (Frans en Nederlands). Het is voor de leerkrachten van Saramacca opvallend hoe deze in het belang van het kind ‘out of the box’ denken en niet traditioneel afwijzend staan tegenover moedertalen die niet het Nederlands zijn. Deze leerkrachten zijn wat ons betreft bijzondere leerkrachten die als voorbeeld gesteld kunnen worden voor de rest van Suriname en ook de wereld. Daarom complimenteren wij deze leerkrachten. De scholen in Saramacca waar het hier om gaat, willen niet dat het uitvallen uit het onderwijssysteem te maken heeft met factoren die op school liggen, bijvoorbeeld een problematische beheersing van het Nederlands. Daarvoor brengen de leerkrachten offers en ze helpen elkaar. In deze gevallen zijn de leerkrachten tegelijkertijd ontwikkelingswerkers. Het resultaat zal uiteraard niet uitblijven. Door deze aanpak zal het aantal zittenblijvers afnemen en ook het aantal drop-outs. Onderwijs zal minder onaangenaam worden en niet als een straf worden ervaren door de kinderen. Opvallend op de betreffende scholen in Saramacca is dat samenwerking van de ouders is gevraagd om de meertaligheid te laten werken en dat is ook een goede werkwijze. De lessen worden spelenderwijs en met aanschouwelijk materiaal uit de eigen omgeving van de kinderen verzorgd, waardoor zij de tweede taal (Nederlands) sneller onder de knie krijgen. Ook hiervoor heb je de bijzondere inzet en toewijding van leerkrachten nodig. Saramacca laat zien dat men vanuit de eerste taal van de kinderen moet werken naar de tweede taal Nederlands. Opvallend is dat de Minowc-minister hulp heeft aangeboden aan België om het systeem van Saramacca te gaan leren aan de Belgen. Dat moet kunnen, we kunnen ook eens een keer wat wij goed doen gaan leren aan andere landen. Het moet niet altijd omgekeerd te zijn.
Ander goed nieuws dat wij moeten benadrukken uit het onderwijsveld is de introductie van de Rekenrally: een tweedaagse activiteit georganiseerd door Stichting Onderwijs EBGS, samen met RKBO en Arya Dewaker. Het doel van deze zelf door Surinaamse pedagogen bedachte spelen is om het rekenonderwijs met spelen te verbeteren. Het rekenonderwijs is een grote zorg op de scholen, veel kinderen vinden het vak Rekenen (en Wiskunde) moeilijk. Hierdoor blijven leerlingen achter en haken ze af. Lesmateriaal spreekt niet tot de verbeelding van leerlingen. Rekenspecialisten van de drie organisaties hebben een scala aan rekenspellen ontwikkeld en ook nog vervat in een boek. Bij de rally worden verschillende rekenvraagstukken door middel van sport en spel opgelost. De rally zal de deelnemende leerkrachten in staat stellen om door middel van rekenspelvormen het rekenonderwijs actiever te maken voor leerlingen. Het resultaat zal zijn verhoogde rekenprestaties. Het is prijzenswaardig dat Surinaamse deskundigen en leerkrachten in het belang van het Surinaamse kind, creatieve oplossingen bedenken en de rekenleerkrachten daarbij actief betrekken. Een compliment ook aan de initiatiefnemers en de rekendeskundigen die de rally hebben bedacht en vastgelegd.
