Silos: ‘Anticorruptiewet dreigt papieren tijger te worden’

De Anticorruptiewet dreigt volgens Justitieminister Jennifer van Dijk-Silos een papieren tijger te worden als na afkondiging flankerende wetten niet in orde worden gemaakt. Het effect van de Anticorruptiewet zal daarom ook niet meteen te merken zijn na afkondiging. In dit kader zal volgens de bewindsvrouw op korte termijn de Wet Openbaarheid van Bestuur en de Wet Ombudsinstituut onder de hamer liggen van parlementsvoorzitter Jennifer Geerlings-Simons. Volgens de minister zal het college ook naderhand moeten gaan kijken naar zijn eigen onderzoeksrecht, het parlementair enquêterecht. Tijdens de verdere behandeling van deze wet in De Nationale Assemblee (DNA) voerde de bewindsvrouw aan dat de bestrijding van corruptie in nauw overleg met het Openbaar Ministerie en de procureur-generaal zal plaatsvinden. Volgens haar is het zeer belangrijk dat er een aparte officier van justitie voor corruptie wordt aangesteld, die de opsporing en vervolging van corruptiezaken op een deskundige manier zal aanpakken. “Het ministerie van Justitie en Politie houdt de bestrijding van corruptie hoog in het vaandel”, aldus Van Dijk-Silos.
Parlementair enquêterecht mogelijk dit jaar in orde
Volgens assembleevoorzitter Jennifer Geerlings-Simons is de volksvertegenwoordiging met behulp van haar eigen deskundigen behoorlijk ver gevorderd om te komen met het parlementair enquêterecht. Dit recht geeft ruimte aan assembleeleden om los van de Clad (Centrale Landsaccountantsdienst) en de Rekenkamer zelf een onderzoek in te stellen bij vermeende corruptiegevallen bij de overheid. De ‘Wet op parlementair enquêterecht’ bestaat sinds 1959, maar kan niet functioneren in Suriname als onafhankelijke staat, omdat de bepalingen erin reeds lang achterhaald zijn. Met uitzondering van strafrechtelijke zaken, waarvan de vervolging weggelegd is voor de procureur-generaal, zouden parlementariërs alle zaken mogen onderzoeken. Als alles goed zit, zal dit onderzoeksrecht volgens Geerlings-Simons dit jaar nog in orde worden gemaakt.
Justitiële autoriteiten weigeren ambtshalve corruptieonderzoek
Van Dijk-Silos vindt dat er te weinig ambtshalve opsporing plaatsvindt door justitiële autoriteiten. “Zo is Clad geen instrument van Juspol, maar van Financiën. De justitiële autoriteiten hebben het gebruik van ‘wachten op een klacht’, terwijl het ambtshalve misdrijven zijn. De politie en het Openbaar Ministerie hebben beide hun eigen autoriteit. Het is gemakkelijker om stappen te ondernemen naar de politie, maar bijna onmogelijk naar het Openbaar Ministerie”, stelde de minister. Volgens de bewindsvrouw is zij als minister sterk door deze beperkingen gebonden. DNA-lid Carl Breeveld (DOE) kon zich echter niet terugvinden in de opschuiving van de taken van Clad naar Financiën. Volgens hem is de regering één en ondeelbaar. Breeveld kon zich wel terugvinden in de oproep voor ambtshalve onderzoeken door het OM.
Corruptie preventiecommissie verandert in anticorruptiebureau
Het opzetten van een anticorruptiebureau met een onafhankelijke status bij de uitvoering en monitoring van de wet is ook niet uitgesloten. Dit bureau zal waarschijnlijk in de plaats komen van de corruptie preventiecommissie. Deze commissie of dit bureau zal een belangrijke rol vervullen bij het adviseren en traceren van corruptieve praktijken. De bemensing van dit bureau zal nu op voordracht van de Juspol-minister door de president, nadat hij De Nationale Assemblee heeft gehoord, plaatsvinden. Raymond Sapoen (HvB) vond dat de minister het college niet heeft kunnen overtuigen van de omzetting naar een bureau. Volgens hem lijkt een anticorruptiebureau een degradatie wanneer vergeleken wordt met de corruptie preventiecommissie. Mahinder Jogi (VHP) vond dat het Hof van Justitie en het OM ook een goede rol moeten krijgen in de commissie of het bureau. “Wij moeten voorkomen dat de wet inderdaad een papieren tijger wordt”, aldus Jogi. Volgens de minister kan het bureau vergeleken worden met de constructie van het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB). Deze heeft haar onafhankelijkheid bij de verkiezingen ook kunnen behouden. Zij is er wel tegen dat leden van het OM of HvJ voorzitter worden. “Het kan niet dat ze in het voortraject zitten en later weer in het natraject. Anders is er geen objectiviteit”, aldus de minister.
FR

error: Kopiëren mag niet!