Reactie op artikel Girjasing

Middels deze wens ik als directe belanghebbende te reageren op het bericht dat geplaatst werd in uw dagblad door drs. Rohit Girjasing, chirurg. Het Medisch Tuchtcollege (MT) heeft vastgesteld dat Girjasing het medisch beroepsgeheim geschonden heeft. Girjasing verkondigt daarnaast ook pertinente onwaarheden door te stellen dat “De werkgever van drs. William, in deze de Centrale Bank van Suriname (CBvS), heeft vaker klachten van ernstige aard ontvangen van het bankpersoneel betreffende voornoemde arts.” Ook de zinsnede “De CBvS stelt dat er meerdere klachten door de medewerkers van de Bank, over uw behandeling, tijdens hun consult aan mij is gerapporteerd” is voor de rechtbank niet bewezen en betreft dit een criminele falsificatie.
“Toen een werknemer van de Centrale Bank van Suriname(werkgever) kwam te overlijden, heeft de werkgever om medische informatie gevraagd.” Ook deze bewering van Girjasing is een leugen en zijn hierover voldoende documenten beschikbaar. Leugen: brief (bijlage 6) CBvS van 30 Januari 2013, de patiënt overleed op 2 Feb 2013 (bijlage 4)!
“De bank wilde weten hoe het zover is gekomen dat de patient, die jarenlang onder behandeling was van drs. W. is komen te overlijden,”. Ook dit is een leugen. De patiënt is overleden aan een acute (gedekte) maagperforatie en was op dat moment onder de zorg van dokter Girjasing.
De CBvS stelde in haar schrijven: “Teneinde een onderzoek ter zake te kunnen instellen zou ik gaarne geïnformeerd willen worden over de toestand van de betrokkene, toen hij bij u voor zijn eerste consult binnenkwam.” Dat de CBvS ook inspecteur van volksgezondheid is, was nog niet bekend in de medische wereld! Girjasing stelt in zijn brief van 4-2-2013 aan de president van de CBvS: “Wij zagen een doodzieke man in een zorgwekkende en alarmerende toestand”! Schaamteloze, pertinente leugen van Girjasing! Girjasing heeft de patiënt NIET gezien op 22 januari 2013 in de SEH. Girjasing beweert ook dat de patiënt bij mij op consult is geweest op 8 en 14 Jan 2013. Ook dit is pertinent bezijden de waarheid. In de periode 4- 14 januari was ik met verlof en was dit middels een verlofbrief kenbaar gemaakt aan de bank en waren er waarnemers voor dit dagen.
De directeur van volksgezondheid (DVG) stelt in haar onderzoeksrapport van 10 februari 2015 dat: “Na bestudering van deze casus blijkt duidelijk dat meerdere partijen betrokken waren bij de diagnostiek en behandeling van deze patiënt: de huisarts, de radioloog, de triage verpleegkundige bij de SEH van het AZP, de dienstdoende SEH arts, de dienstdoende internist, de voorwacht chirurgie, de chirurg en de medische staf en verpleging van de intensive care van het AZP. Het overlijden van deze patiënt, 11 dagen nadat hij naar de SEH is verwezen door de huisarts, kan niet zonder meer in de schoenen van de huisarts geschoven worden; temeer daar deze patiënt ambulant in de SEH arriveerde en als code 3(laag risico) werd gecategoriseerd door de triage verpleegkundige.”
Hieruit blijkt uitdrukkelijk dat er geen doodzieke patiënt door mij naar de SEH is ingestuurd. De patiënt is doodziek geworden onder de zorgen van dokter Girjasing.
De brief die betrokken chirurg heeft geschreven naar de President van de Centrale Bank stelt dat de patiënt op de dag van opname in de SEH gezien is. Dit berust niet op waarheid, aangezien uit het dossier blijkt dat pas de volgende ochtend, toen de algemene toestand van de patiënt sterk verslechterde, de chirurg in consult werd geroepen.”
De DVG stelde dat: “De bewuste brief van deze chirurg aan de President van de Centrale Bank van Suriname, suggereert dat de patiënt te laat is verwezen, hetgeen niet te bewijzen valt, aangezien deze patiënt te laat (pas te volgende dag) door de chirurg is gezien. Bovendien is deze brief, die medische informatie verschaft aan een buitenstaander, in strijd met het medisch beroepsgeheim.”
In zijn artikel rechtvaardigt Girjasing zijn handelen naar de CBvS door te stellen “wat inhoudt dat deze geconstateerde fouten en/of nalatigheden zullen blijven voortduren, ten gevolge waarvan in casu meerdere levens van patiënten op het spel worden gezet.” Dit is zeer bedrieglijk. De patiënt had een acute aandoening en kon niemand dit vooraf voorzien.
Ook rechtvaardigt Girjasing zijn handelen door te stellen: “Bij het doorbreken van het beroepsgeheim krijgt de werkgever medische informatie over de constateringen van een chirurg als terzake deskundige,”. Dit is niets anders dan zelfverheerlijking en schending van het beroepsgeheim.
De Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) stelt: “De hoofdregel is dat de arts medische gegevens van een overledene niet aan derden verstrekt. Het beroepsgeheim ‘reikt over het graf’ heen. Nabestaanden kunnen de arts niet van zijn geheimhoudingsverplichting ontslaan”.
Factoren van belang bij doorbreken beroepsgeheim:

1. Wie doet het verzoek?
President CBvS onbevoegd daartoe!
2. Hoe was de verhouding tussen de verzoeker en de overledene?
Zakelijk.
3. Hoe privacy gevoelig zijn de gegevens?
Kunnen schokkend zijn.
4. Welk doel is met de gegevens verstrekking gediend?
Ruïneren van de reputatie en praktijk van een huisarts en het bedekken van het eigen falen!
Was zulks in het belang van de levens van de werknemers (met andere woorden het gemeenschapsbelang/algemeen belang)? Dit, ter voorkoming van calamiteiten als hierboven en bescherming van alle patiënten. Ook hier geldt dat het om een acute aandoening ging. Geen enkel algemeen belang was gediend door het handelen van Girjasing. Daarnaast is Girjasing is NIET het Medisch Tuchtcollege!
De bewering van Girjasing dat het Medisch Tuchtcollege hem nimmer om uitleg heeft gevraagd, is eveneens onwaar. Girjasing en/of zijn advocaat waren op alle zittingen aanwezig, als beklaagde, niet als “getuige deskundige”. Er was dan ook geen reden om Girjasing als deskundige te horen.
Rab William

error: Kopiëren mag niet!