Het kwaad mag niet normaal worden

Wanneer men praat over corruptie en ander kwaad dan haast men zich vaak erbij te vermelden dat het vroeger ook voorkwam, ‘onder alle regeringen’. Politici, journalisten, burgers, kortom, velen gebruiken dit excuus om de ernst van het kwaad te verzachten of te relativeren. Men stoort zich er minder aan, dan als het een zeldzaam of nieuw verschijnsel zou zijn geweest. Zo ontwikkelt het kwaad zich en wordt men er ongevoelig voor, net als de alcoholist die gewend raakt aan steeds grotere hoeveelheden alcohol. Vooral in de jaren 80 en in de afgelopen jaren heeft het kwaad flink de ruimte gekregen om zich goed te nestelen in de Surinaamse samenleving. Het gevolg is dat slechte situaties nog slechter zijn geworden. Het is te vergelijken met zieken die door verkeerde medicijnen nog zieker zijn geworden. Werden voorheen mensen nog opgesloten wegens corruptie, nu wordt het oogluikend toegestaan en met de mantel der liefde bedekt. Zonder schroom wordt er gestolen, gelogen en bedrogen. De drempel is verlaagd en veel is acceptabel geworden. Burgers kunnen wijzen naar de overheid: op het hoogste niveau wordt gestolen en bedrogen, wat wij doen valt nog mee. Het kwaad komt overal voor. Dat is correct. Daarom moet het goed onder controle worden gehouden.
Door een sluipende mentaliteitsverandering kan het gebeuren dat het kwaad niet meer zo opvalt of dat men schouderophalend eraan voorbijgaat. Het is steeds normaler geworden dat een machthebber lelijke besluiten neemt die chaos en onrust veroorzaken. Sommigen reageren hierop onverschillig of opgelucht, want het kan allemaal nog erger, zoals toen legeruniformen en uzi’s nog openlijk te zien waren. Zo ook kan gewenning aan criminaliteit intreden. Een ernstig mishandelde en geknevelde 80-jarige moet eigenlijk blij zijn dat hij of zij niet is vermoord, want het kon nog erger. Voor de hardwerkende, kritische burger blijft elke gewelddadige roofoverval natuurlijk schokkend, ook al blijft er geen lijk liggen. Maar men gaat er niet meer voor op straat om te protesteren.
Tegen een achtergrond waar liegen of misleiding normaal is geworden, zal er niet meer zo zwaar worden getild aan leugens of misleiding. Maar tegen een politieke achtergrond waar elke leugen of misleiding onacceptabel is, leidt elk leugentje tot het ontslag van een liegende minister of de val van een misleidende president. In een slechte buurt valt slecht gedrag minder op dan in een goede buurt; tegen smerigheid valt een vlek minder op dan tegen een rein oppervlak.
De overheid heeft vaak onacceptabele en ondoordachte besluiten genomen om die later, na felle protesten van oplettende burgers en sommige media, in te trekken of te verzachten. Die besluiten blijken dan meer op ideologie of een verborgen agenda te zijn gebaseerd dan op ratio. Maar ook een verzachte maatregel kan nog steeds een slechte maatregel zijn, ofschoon het in die vorm wel wordt geaccepteerd; het kwaad kan zo, langs een sluiproute, toch nog worden genormaliseerd. Het kan zelfs een tactiek zijn om een extreem besluit te nemen om die na protesten in minder extreme vorm (wat precies de bedoeling is) door te voeren. Iedereen zal dan opgelucht ademhalen – het is gelukkig niet zo erg -, maar het kwaad heeft zich dan toch genesteld.
Slechte personen die zo nu en dan iets goeds doen, vallen meer op dan personen die uit gewoonte altijd goed presteren. Elke vooruitgang, hoe minimaal ook, lijkt groter tegen een achtergrond van slechtheid, vanwege het contrast. Dit effect kan worden gebruikt om mensen te misleiden. Zo kan het kwaad voortsudderen, door af en toe iets goeds te doen. Men wordt blind voor het wanbeleid of het wordt gaandeweg als minder ernstig ervaren. Het protest valt stil. De hongerige heeft wat voedsel gekregen.
Drugshandel en witwasserij mogen niet normaal worden. Juist in die praktijken ontmoeten onderwereld en bovenwereld elkaar. Zonder hulp van de bovenwereld kan de onderwereld grote hoeveelheden drugs en zwart geld respectievelijk niet vervoeren en witwassen. Als drugs en zwart geld een land overspoelen, dan kan iedereen direct of indirect, bewust of onbewust erbij betrokken raken en er een centje aan verdienen. Dan valt het protest stil en wordt de onderwereld een normaal onderdeel van de economie. De arme familie zwijgt als de jonge drop-out, onverklaarbaar, steeds met een vuistvol dollars in de broekzakken thuis komt, omdat iedereen ervan meeprofiteert. Het onderscheid tussen goed en kwaad valt weg. Alles is goed, ook het plaatsen van onbenullige of banale figuren in machtsposities, al dan niet verdacht of veroordeeld wegens misdrijf, die slechts doen wat hen van bovenaf wordt bevolen.
Onverkwikkelijke handelingen, zoals het op zwart zetten van het beeld bij de staats-tv (censuur), zandafgravingen op Braamspunt (minachting voor wetenschap en milieuschade), de MoU met Suraco/Alcoa (misleiding) en eerder de skalians en de kwikvervuiling in het binnenland (belangenverstrengeling), mogen niet normaal worden. Het is daarom zo belangrijk dat afwijkende meningen en een vrije pers onverminderd blijven bestaan om fel te protesteren tegen zulke onacceptabele en duistere besluiten die in strijd zijn met het gezonde verstand en de wetenschap.
Tot slot, het omdopen van de decembermoorden in de decembergebeurtenissen, het bestempelen van slachtoffers en nabestaanden als staatsvijanden, daders die gratuit verzoening willen, het rechtvaardigen van mensenrechtenschendingen, zijn pogingen om het kwaad te normaliseren. Ook het recht op recht is minder vanzelfsprekend geworden door corruptie en machtsmisbruik. Het mag niet normaal worden dat machthebbers die zich in het nauw gedreven voelen door het strafrecht, wetten gaan wijzigen om aan straf te ontkomen. Een systeem dat alles goed praat wat fout is, berooft mensen van hun gewone morele gevoelens. Dat is geen optie.
D. Balraadjsing

error: Kopiëren mag niet!