Verkeersdoden, primair een zaak van Volksgezondheid

Gisteren is de workshop “Verkeersveiligheid, een ieders verantwoordelijkheid” van start gegaan. Er is een interdepartementale Commissie voor Verkeersveiligheid en deze commissie organiseert de workshop in samenwerking met de Paho. Deze commissie is vrij stil bezig geweest in Suriname, terwijl de materie juist een zaak betreft waar er veel gesproken en geschreven moet worden. Op de workshop is de verkeersveiligheidssituatie van ons land gepresenteerd. Suriname is van plan om een Verkeersveiligheidsinstituut in te stellen en ook dit zal samen met een beleidsplan worden besproken. De Commissie Verkeersveiligheid is geïnstalleerd door de Juspol-minister, maar internationaal zien we dat verkeersongevallen steeds meer als een volksgezondheidsprobleem wordt gezien. De WHO heeft ettelijke studies gewijd aan verschillende aspecten van verkeersveiligheid. In de commissie is gelukkig het ministerie van Volksgezondheid vertegenwoordigd. De informatie en richtlijnen die de WHO geeft aan de lidlanden op het gebied van verkeersongevallen is enorm en zeer uitgebreid. De WHO heeft zo uitgebreide richtlijnen hoe verkeersongevallen te voorkomen. Er is een handleiding die precies aangeeft hoe wegen veiliger gemaakt kunnen worden. De WHO geeft voorts speciale richtlijnen aan de overheden om verkeersmaatregelen te treffen speciaal met het oog op de jeugd. De WHO houdt minutieus wereldwijd bij in welke mate burgers de dood vinden op de wegen in het verkeer. In het rapport ‘The Global status report on road safety 2015’ is er ook informatie opgenomen over Suriname. In de data zijn er enkele opvallende gegevens. Ten eerste valt op dat er in de begrotingen van Suriname (door VGZ en/of Juspol) geen budget wordt ingeruimd om verkeersongevallen te verminderen. Opvallend is ook dat er geen beleid is om het lopen of het fietsen te bevorderen. Dit laatste is begrijpelijk, omdat dat in Suriname bijna gelijk staat aan zelfmoord. Opvallend is ook dat voor het 2012 er 207.161 voertuigen in Suriname geregistreerd stonden, waarvan 125.590 auto’s en overige vierwielers en 44.830 twee- en driewielers en voorts 32.392 trucks en 3.368 bussen. Heel opvallend is dat volgens het rapport Suriname geen ‘voetgangersbeschermingsbeleid’ kent. De mortaliteit (aantal doden per 100.000) inwoners is in Suriname 19.1. Dat is maar liefst 3% hoger dan het America’s regiogemiddelde van 15.9 %. Ons aantal doden is op het niveau van de Oostblok-landen en zelfs hoger dan Zuid-Oost Azië en de Pacifische eilanden. Het laagste is dit cijfer in Europa namelijk 9.3%. Vermeld moet wel worden dat er een dalende trend is wat betreft het aantal doden in het verkeer. In de periode 2003-2012 was 2009 het piekjaar, waarna een scherpe daling is ingezet. De meeste doden vielen in 2013 bij de twee- en driewielers (42%), gevolgd door de inzittenden in vierwielers (19%), de voetgangers (18%), de chauffeurs van vierwielers (17%) en de fietsers (4%). Wereldwijd zijn 49% van alle doden voetgangers, tweewielers en fietsers. In Suriname is dit totaal op 64%. Dus ook hier zien we dat de kwetsbare groep veel kwetsbaarder is dan elders. Op een schaal van 1 tot 10 scoort Suriname wat handhaving betreft een 7 wat betreft de snelheid, een 6 wat betreft toezicht op dronken bestuurders en een 8 wat betreft het gebruik van valhelmen en stoelriemen. Suriname scoort een onvoldoende wat betreft de regels ten aanzien van kinderen in auto’s etc. Opvallend is dat er geen wetgeving is die verbiedt dat kinderen op de voorste stoelen in de auto kunnen zitten. Volgens het WHO-rapport gaan jaarlijks 1.25 miljoen mensen dood in het verkeer. Verkeersongevallen zijn doodsoorzaak nummer 1 in de leeftijdsgroep 15-29 jaar wereldwijd. Driekwart van de verkeersdoden bestaat uit mannen. Lage en middeninkomenslanden (als Suriname) registreren 50% van de voertuigen van de wereld, maar hun aandeel in de verkeersdoden is 90%. Het mortaliteitscijfer bij de middeninkomenslanden is 18.4 en Suriname is dus met iets minder dan 1% boven het gemiddelde in deze groep. Uit de bovenstaande gegevens blijkt dat Suriname er op veel fronten bekaaid ervan afkomt wanneer wij vergeleken worden in de America’s, maar ook wanneer wij vergeleken worden met de ‘peers’ in de groep van de middeninkomenslanden. Opmerkelijk en eigenlijk een groot bezwaar is dat in Suriname er geen eindverantwoordelijke instantie is die verantwoordelijk is voor het beleid met betrekking tot de verkeersongevallen volgens het WHO-rapport. Door de zware monitoring van de WHO, de middelen die de WHO eraan besteedt en de uitgebreide richtlijnen die de WHO aanbiedt aan de lidlanden lijkt het ons dat VGZ in Suriname hoofdverantwoordelijk moet zijn. Juspol en OW die werken ondersteunend naar VGZ en voeren in principe de instructies en opdrachten van VGZ uit.

error: Kopiëren mag niet!