Jogi: ‘Wet Bedrijven en Beroepen corruptiegevoelig’

Assembleelid Mahinder Jogi (VHP) vindt dat de regering beter zal moeten kijken naar enkele regels die in het huidige concept van de Wet Bedrijven en Beroepen zijn opgenomen. Volgens de parlementariër krijgt de directeur van Handel en Industrie bij het uitgeven van vergunningen op gegeven moment te veel macht, waardoor de hele zaak corruptiegevoelig zal worden. Het parlement zal vandaag een voortgang maken met de verdere behandeling van deze wet. “De HI-directeur is na aanname bevoegd een vergunning te verstrekken om een bedrijf op te richten of beroep uit te oefenen in alle districten. Echter moet de districtscommissaris de Hinderwetvergunning verstrekken. Wanneer na goedkeuring van de HI-directeur de dc weigert de Hinderwetvergunning te verstrekken, kan de ondernemer de Staat voor de groene tafel slepen. Men moet zaken daarom niet ondoordacht doorvoeren”, zegt de parlementariër. De politicus benadrukt dat delegatie van bevoegdheden op basis van de decentralisatiegedachte het beste is om corruptiegevoelige zaken te voorkomen. De wijziging houdt regels in voor het uitoefenen van bedrijven en beroepen en het uitoefenen daarvan in het belang van de verbetering van het Surinaamse ondernemingsklimaat. Het gaat om het vergemakkelijken van het ondernemen door het vergunningenbeleid te structureren en te ordenen. Tijdens de behandeling van de wet dinsdag hebben verschillende parlementariërs de nadruk op dit punt gelegd. Stephen Tsang, voorzitter van de commissie van rapporteurs, is voorstander van het opvoeren van de looptijd van de vergunningen. Tsang voerde aan dat de looptijd van vergunningen in het wetsontwerp is verlengd van 3 naar 5 jaren. Hij juicht dit punt toe, maar stelde voor om looptijden liever in zijn geheel weg te laten en in de plaats daarvan een voorwaarde vast te stellen waarbij iemand een bedrijf of beroep kan uitoefenen.
Wet niet genoeg; ook kapitaal nodig
Jogi vraagt zich ook af of deze wet genoeg is om economische bedrijvigheid tot stand te brengen en te stimuleren. Daarvoor is volgens hem ook kapitaal nodig, dat door de overheid ter beschikking gesteld moet worden aan ondernemers. “Er moet een financieel-economisch klimaat gecreëerd worden welke mensen zal motiveren en mobiliseren om te ondernemen. Er moeten betere afzetmarkten gezocht worden voor producten van deze bedrijven”, stelt hij. Volgens hem is de markt in Suriname vaak te klein voor het afzetten van bepaalde producten. Jogi stelt voor dat de regering zich extra gaat focussen op de economische politiek in de regio.
FR

error: Kopiëren mag niet!