Vroege waarschuwingssysteem noodzakelijk

Er is een watersnood in het binnenland. We hebben al vaker aangegeven dat zulke door de natuur veroorzaakte situaties ons niet meer moeten verrassen. Daarvoor zijn er in de wereld ‘early warning systems’ (vroege waarschuwingssystemen). De regering en het NCCR moeten nu ingrijpen. Door de president is aangegeven dat een aantal gemeenschappen in het binnenland op hoog gelegen gebieden plant, waaronder de hooglandrijst. Uit de toelichting van de situatie blijkt dat niet alleen gemeenschappen onder water zijn gelopen, maar ook kampen. Dat zijn woongemeenschappen die door de kleinschaligheid nog met geen dorp kunnen worden genoemd. Een harde feit is ook dat opgeslagen voedsel van de betreffende gemeenschappen, onder water ligt. Het leven in de gebieden is ontregeld, waaronder ook de school. In 2006 kregen we voor het eerst na lange tijd een grote wateroverlast in het binnenland. Daarna is het fenomeen vaker voorgekomen, zonder dat er structurele maatregelen zijn getroffen. De situatie van het binnenland is verschillend, gemeenschappen zijn afhankelijker van de rivier en vestigen zich dichtbij het water. Wanneer deze buiten haar oevers treedt, ontstaat er veel schade. De overstromingen van de laatste jaren, tonen aan dat de natuur in Suriname is veranderd, het is ruwer en gemener geworden. Suriname moet niet ervan uitgaan dat er geen calamiteiten in Suriname kunnen optreden. In dit kader moet ook het verzet worden geplaatst, dat er is vanuit de milieuorganisaties tegen de zandafgravingen te Braamspunt. Het kan niet toevallig zijn dat enkele kredietwaardige milieuorganisaties tegelijk tegen deze afgravingen ageren. Wanneer de universiteit haar wetenschappelijk rol vervult en ook waarschuwt en professor Sewnath Naipal ook daartegen protesteert, dan mag je weten dat het goed fout zit. De ondernemers die de regering onder druk hebben weten te zetten, moeten beseffen waarmee ze bezig zijn. Is het maatschappelijk verantwoord dat men commerciële activiteiten uitvoert, terwijl er zware vermoedens zijn dat deze activiteiten het voortbestaan van Suriname in gevaar brengen? Commerciële activiteiten hebben grenzen, en een van ze is zeker bereikt wanneer ons bestaansrecht in gevaar komt. Inmiddels is het bekend dat de keuze die de NH-minister heeft gemaakt, uitdrukkelijk is afgewezen door milieuorganisaties in Suriname. Het risico dat de minister creëert is dat hij Surinaamse woongemeenschappen bloot stelt aan het oprukkende water. Water dat buiten de oevers treedt is heel machtig en kan enorme ravages en dood en verderf met zich meebrengen. Het is in Suriname bekend dat onze kustbescherming aangetast is door de vernietiging van parwa- en mangrovebossen. De regering geeft burgers ruimte om voor commercieel gewin de kustbescherming verder te verzwakken. Hoe deze zaak zal worden opgelost is onbekend, wel is duidelijk dat de milieulobby geen gewillig oor vindt. Feit is ook dat ook bij uitblijven van de kustbescherming, Suriname al kwetsbaar is gebleken voor wateroverlast. In het vorig jaar werd gemeld dat de Regionale Toerisme-ontwikkelingsagentschap van de Caribbean Tourism Organization (CTO) en de Regionale Hospitality Agency van de Caribbean Hotel & Tourism Association (CHTA) een overeenkomst waren aangegaan inzake het vroege waarschuwingssysteem. Deze samenwerking zou ervoor zorgen dat de regionale organisaties en instellingen die met klimaatgevoelige sectoren te maken krijgen, als gezamenlijke toeristische partners werken. Gedacht werd aan een regionale vroege waarschuwingssysteem (early warning information system) in samenwerking met het Caribisch Instituut voor Meteorologie en Hydrologie (CIMH). Suriname is ook onderdeel van deze Caribische instituten. De overeenkomst zou ervoor zorgen dat ‘state-of-the-art’ op maat gemaakte klimaatinformatie geleverd zou worden, waardoor landen meer bestand zijn tegen extreme weersomstandigheden. Deze overeenkomst is onderdeel van het Programma voor het Opbouwen van Regionale Klimaatcapaciteit in het Caribisch gebied (BRCCC-programma). Dat is een driejarig project mogelijk gemaakt door het Amerikaanse Agentschap voor Internationale Ontwikkeling (Usaid). Bij die ondertekening werd duidelijk dat Suriname achterloopt op het gebied van wetgeving. Het parlement heeft dus de taak om door middel van wetgeving zaken betreffende het milieu te monitoren. Vandaar dat in DNA in augustus een vaste commissie Milieu en Klimaatverandering werd ingesteld. Deze commissie zou de nodige wetgevingsproducten moeten bevorderen. In 2017 moeten bepaalde wetten al behandeld worden. Door Suriname is reeds het verdrag ter instelling van een rampenbeheersingsagentschap in het Caribisch Gebied goedgekeurd. De DNA heeft in deze Nimos en WWF als partner gekozen. Het is onduidelijk hoe ver Suriname is met de implementatie van het vroege waarschuwingssysteem. Ook de milieuwet die door Suriname moet worden aangenomen, is al enkele decennia op de agenda van de regering, maar er komt geen schot in de zaak. Ondertussen gaat de vernietiging van het milieu ten koste van enkele ondernemers onverkort door.

error: Kopiëren mag niet!