LVV-bond omgekocht?

Door een DNA-lid zijn recent zeer zware uitlatingen gedaan richting de minister van LVV en de bond die binnen dit ministerie opereert. Het ministerie van LVV is een groot ministerie en er waren opvolgings- en verkiezingsperikelen bij de laatste verkiezingen bij de LVV-bond met, naar verluidt, een bepaalde rol van de minister daarin. Op het veld rouleert de informatie dat de minister geen voorstander is van vakbonden in zijn ‘toko’. Wanneer dan beweerd wordt dat hij maatregelen heeft getroffen om deze bondsbestuursleden te neutraliseren, dan moet dat uiteraard voor te stellen zijn. De parlementariër beschuldigt de minister ervan dat hij bondsbestuursleden heeft omgekocht, onder andere met faciliteiten zoals dienstauto’s. Het bedelgedrag van bepaalde vakbondsbestuursleden is niet onbekend in dit land. Met de vele moves die deze minister maakt, al vanaf de verkiezingen, en de kringen waarin hij zich beweegt, kunnen wij ons het een en ander wel voorstellen. Wanneer de minister de bond heeft omgekocht met privileges, dan gelooft onze minister niet in onze grondwet en handelt hij ongrondwettelijk. Het is niet uitgesloten dat zijn anti-vakbondshouding, een oorzaak heeft in zijn verblijf op het communistische Cuba. Overigens, moeten we stellen dat voor het overige Cuba niet veel impact op deze minister heeft gemaakt, want in zijn functioneren om landbouwproductie en –productiviteit op te schroeven, is dat niet te zien. Een tweede beschuldiging die impliciet voortvloeit uit de beweringen van de parlementariër, is dat het vakbondsbestuur bij LVV zich heeft laten omkopen, dus corrupt is. Dat betekent dat men verraad pleegt tegenover kwetsbare arme mensen, waaronder arme alleenstaande vrouwen die met veel moeite een gezin onderhouden en kinderen zo lang mogelijk op school houden. Wanneer deze vakbondsbestuursleden zich hebben laten omkopen, dan hebben ze een criminele daad gepleegd en zijn ze wel te vergelijken met criminelen. Is het geloofwaardig dat deze bondsbestuursleden zich hebben laten omkopen? De tekenen wijzen wel in die richting. Het komt in Suriname vrij regelmatig voor dat werkgevers de bondsbestuursleden de mond snoeren door hen in aanmerking te doen komen voor privileges. Deze privileges zijn dienstvoertuigen, vrijstelling van dienst en geschenken op hoogtijdagen. Leden die contributie betalen moeten strakke regels voor hun bestuursleden stellen voor het accepteren van giften. Deze moeten gemeld worden en de regels moeten aangeven of ze geaccepteerd mogen worden. Er zijn zulke drastische maatregelen getroffen, ambtenaren die leden zijn van de bond zijn aangeschreven om niet meer op een LVV-kantoor te melden, maar gewoon bij een bedrijf. Deze bond heeft geen vinger verroerd en heeft aan de leden in paniek gewoon gezegd dat de minister gaat over mutaties en dat de bond niets kan doen. Deze informatie is vanuit verschillende bronnen vernomen. Een bond die geen enkele actie onderneemt om met de minister in conclaaf te treden omtrent een mutatie, is een bestuur dat niet verdient om aan te zitten. Men is dan gewoon een verlengstuk van de minister en rijp om terstond door de alv te worden afgezet. Een deel van de mensen heeft zich gewend tot de CLO en deze organisatie heeft wel gepleit voor het wederom bekijken van de maatregelen. De bond die de LVV-ambtenaren in de steek heeft gelaten, wijzen we op artikel 4 van de Personeelswet. Die geeft aan dat bij de uitoefening van bevoegdheden op grond van de Personeelswet, behalve met het belang van een goede en doelmatige samenstelling en functionering van de overheid, ook zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met de persoonlijke belangen van de betreffende landsdienaren. Dat betekent dat men de mutaties niet zomaar mag doorvoeren, zonder zich ervan te vergewissen wat de impact zal zijn op het leven van de personen die vanwege de devaluatie al een moeilijk leven hebben. Om de impact vast te stellen, moet men eerst een gesprek hebben met de betrokken personen. In de Personeelswet zijn er verschillende mutaties opgenoemd, maar in het dagelijks spraakgebruik gaat het meestal om het veranderen van de standplaats van de ambtenaar. Deze wijziging dient volgens de Personeelswet volgens een bepaalde procedure met bezwaar- en beroepsmogelijkheden te geschieden. Het komt in de ambtenarij vaak voor dat ambtenaren door politieke ministers en hooggeplaatsten worden gepest, door hen te ‘muteren’ naar verre districten. Zodoende maakt men het leven van deze gehate personen (soms mondige ambtenaren, politieke opponenten of niet aan corruptie meewerkende ambtenaren) tot een ware hel. Men moet honderden SRD meer gaan betalen aan benzine, men moet langer onderweg zijn en eerder van huis gaan om meerdere bussen te pakken. Dit alles heeft een sociale en economische impact op gezinnen. Al zo werken deze politici door hand- en spandiensten van bonden eraan dat arme gezinnen uit elkaar spatten, kinderen de school verlaten en drop-outs worden. De LVV-minister wordt bij deze opgeroepen om onmiddellijk de dubieuze moves te staken. Ambtenaren van ministeries kunnen niet gewoon ‘uitgeleend’ worden aan een bedrijf, al heeft het ministerie wat met het bedrijf te maken. Wanneer de minister dat doet en daarbij ook nog ‘bezuiniging’ en een onvermogen van de regering om salarissen te betalen aanhaalt, dan is de verschuiving niets anders dan een voorbode van ontslag. De vraag rijst dan wel sinds wanneer de regering bezig is vanwege bezuiniging ambtenaren te ontslaan. Een partijgenoot van deze minister heeft de aandacht voor de corruptieve praktijken van LVV en Surzwam gevraagd, maar niemand heeft naar hem geluisterd. Waar vermeende corruptelingen op non actief waren gezet, zijn ze door de huidige LVV-minister gewoon gerehabiliteerd. De deals en fromu’s tussen LVV en Surzwam zullen een dag culmineren tot een situatie die door een bepaalde voorlichtingsdienst formeel aan de samenleving zal worden kenbaar gemaakt.

error: Kopiëren mag niet!