DNA zet kracht achter rechten uitzendkrachten

Het parlement heeft maandag kracht gezet om rechten toe te kennen aan arbeiders die in dienst zijn van uitzendbureaus. Op de agenda van de openbare commissievergadering stond de behandeling van de Wet Terbeschikkingstelling Arbeidskrachten door Intermediairs. Deze wet is bedoeld om de rechtspositie van uitzendkrachten te verbeteren en vooral de positie van de uitzendbureaus te reguleren. Commissievoorzitter Andre Misiekaba (NDP) voerde aan dat hiermee een stukje meer zekerheid wordt gegeven aan de arbeider. Volgens artikel 12 van het wetsontwerp wordt de uitzendkracht geacht nu in dienst van het intermediair (uitzendbureau) te zijn. Volgens Misiekaba was dit punt al jaren een bottleneck waar mensen steeds tussen wal en schip vielen. De uitzendkracht moet nu voor alle arbeidszaken terecht bij het uitzendbureau. Ook moet de intermediair aan deze uitzendkrachten dezelfde lonen en privileges toekennen als aan alle anderen die in vaste dienst werkzaam zijn. Volgens Misiekaba komt het vaak voor dat uitzendkrachten veel minder verdienen dat krachten in vaste dienst, terwijl zij dezelfde kennis en ervaring beschikken. Ook krijgen uitzendkrachten voortaan de mogelijkheid om zich in te verenigen in een vakbond. Zowel Misiekaba als de overige commissieleden legden de nadruk op de manier waarop uitzendkrachten momenteel worden geplaatst en op de een of andere dag geconfronteerd worden met een contractbeëindiging. Hierdoor komt iemand, die jaren lang arbeid heeft verricht, zonder enige zekerheid te zitten.
Uitzendkrachten kunnen maximaal voor een jaar worden uitgezet
Uitzendkrachten mogen voor een jaar worden uitgezet. Degenen die deze krachten langer wensen uit te zetten, moeten hiervoor toestemming vragen aan het ministerie van Arbeid. Volgens Misiekaba is uit consultaties van het veld begrepen dat er vooral wat klachten zijn met betrekking tot de bureaucratie en rompslomp op Arbeid, waardoor de behandeling van de aanvraag vaak te lang duurt. Hij ziet graag een oplossing van de minister tegemoet. Volgens de commissievoorzitter is een van de problemen binnen de uitzendbureaus dat mensen ongelimiteerd uitgezonden worden. Daarnaast zijn er zelfs bedrijven, die een soort ‘foefje uithaalden’, door deze arbeidskrachten na een bepaalde periode los te laten en daarna weer in dienst te nemen. Hierdoor kon niemand meer spreken over een aaneengesloten periode. Er zijn volgens hem ook bedrijven die van verschillende wallen snoepen. “Dat is niet voordelig voor de werkers. De mensen werken hard en hebben vaak evenveel ervaring. Alleen zijn ze niet in vaste dienst”, aldus Misiekaba.
Bedrijfsleven heeft kanttekeningen
De behandeling van deze wet geniet volgens Misiekaba echter niet de volledige ondersteuning van het bedrijfsleven. Zo vinden delen dat zij zich wel keurig aan de bestaande wetgeving houden en hierdoor over een kam worden gescheerd met uitzendbureaus, die juist de boosdoeners zijn. Zo is maandagmorgen nog een brief van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) ontvangen, waarbij een verzoek is gedaan de behandeling van de wet aan te houden.
Benadering wet totaal fout
Commissielid Patricia Etnel (NPS) vindt de benadering van deze wet totaal fout, omdat het wetsontwerp niet op een lijn staat met verdagen die het parlement zelf eerder heeft goedgekeurd. “De conventie geeft ons aan dat niet de uitzendbureau het werk zouden moeten doen, maar het beleid vanuit de regering zou moeten komen en dat zij eigenlijk samen met de uitzendbureaus zou moeten gaan zitten om een bepaalde structuur te brengen in het systeem”, aldus Etnel.
FR

error: Kopiëren mag niet!