We schreven met betrekking tot de behandeling van de Anticorruptiewet (ACW) eerder dat de toon van corruptiecultuur nog niet is gezet door de regering door de bedrijfscultuur van de administratie om te buigen. Desalniettemin wordt niet ontkend dat de wet zaken omvat die vereist zijn voor de bestrijding van corruptie. De groeiende corruptie heeft zich op zodanige wijze ingeworteld in de samenleving dat het remmend werkt op de nationale ontwikkeling zeggen de indieners van de wet. Deze zorgwekkende trend geeft meer dan voldoende aan dat
effectieve bestrijding van corruptie, waaronder ook het preventieve optreden tegen dit fenomeen, in deze tijd eerder gebiedend is dan gewenst. Een belangrijk aspect van de ACT is de plicht van een aantal publieke functionarissen om naar waarheid een verklaring van inkomens, bezittingen en schulden bij de pg in te dienen. Het gaat hier om leden van de regering, DNA, Staatsraad, Rechterlijke Macht of van de Rekenkamer, overheidsdirecteur of personen werkzaam bij de Dienst der Invoerrechten en Accijnzen. De pg dient zijn verplichte verklaring in bij de president.
Andere publieke functionarissen of groepen kunnen aan deze groep worden toegevoegd. De verklaring wordt binnen 3 maanden na benoeming etc. of 3 maanden na de inwerkingtreding van de ACW ingediend. De pg mag nadere gegevens van de functionaris opvragen indien hij dat nodig vindt.
De pg geeft binnen 30 dagen na indiening, de verklaringen en de identiteitsgegevens aan de Corruptiepreventiecommissie (CPC). De verklaring bevat behalve de bijzonderheden betreffende inkomens, bezittingen en schulden van de publieke functionaris en enig belang die de functionaris heeft in rechtspersonen, vennootschappen en andere personen of organisaties alsmede zijn eventuele lidmaatschap bij die rechtspersonen of organisaties. Bij wijziging in zijn vermogenstoestand, dient de functionaris een nieuwe verklaring in, waarin de wijziging van het vermogen staat. Publieke functionarissen die een bedrijf beheren, dienen de verplichte verklaring in, tezamen met een door een accountant goedgekeurde lijst van baten en lasten. Opmerkelijk is dat niet alle houders van publieke functies zoals alle landsdienaren verplicht zijn de verklaring jaarlijks in te dienen. Verder is opmerkelijk dat alleen bij wijziging van de vermogenstoestand, de opvolgende verklaringen worden ingediend. De vraag is wat met een wijziging van het vermogenstoestand wordt bedoeld. Hoort enkele honderd SRD meer op de bankrekening tot een wijziging? Een tweede aspect van de ACW is de betrokkenheid van de burgerij. Iedereen die vermoedt dat er sprake is van een ‘misstand’ en van een misstand, kan daarvan aan de CPC een melding doen. Wat een misstand is, definieert de wet niet. De melding van een vermoeden van misstand kan mondeling en schriftelijk. De melding omvat een omschrijving van de misstand die wordt vermoed en de gronden waarop het vermoeden is gebaseerd. In de melding moet de identiteit van personen of persoon op wie of de instantie of organisatie worden genoemd die de misstand plegen of betrokken zijn. De CPC moet de melder zo spoedig mogelijk schriftelijk (uiterlijk binnen 30 dagen) het verloop van de behandeling en de beslissing mededelen. Belangrijk is dat er beschermingsmaatregelen in de ACW zijn opgenomen tegen rancune. Tegen de klokkenluider worden vanwege zijn melding geen nadelige besluiten
genomen. De werkgever dient ervoor de zorgen dat de klokkenluider geen rancune ondervindt. De wet geeft 9 voorbeelden van rancune waaronder ontslag of het niet verlengen van een contract. De wet noemt alleen administratieve beschermingsmaatregelen, maar wat als de melder fysiek wordt bedreigd? Rancuneuze maatregelen zijn volgens de wet nietig. Een derde belangrijk segment in de ACW is de CPC. De leden van de CPC worden voor vijf jaren benoemd. De CPC bestaat uit ten minste 5 leden. De overige leden worden door de president benoemd en ontslagen, na advies van de pg. De president is onderdeel van de administratie en partij in deze. Het ware beter als bijvoorbeeld de Interreligieuze Raad in Suriname (Iris) de leden zou voordragen en dat de president ze alleen ceremonieel benoemt na een bindend advies van de Iris. De gegronde vrees bestaat nu terecht dat de commissie bemenst zal worden door corrupte politici die hun vrienden niet zullen aanpakken. Bij de profielbeschrijving is interessant het vereiste van onbesproken gedrag en specifieke deskundigheid voor preventie en aanpak van corruptie. Deze profielbeschrijving geeft geen garantie voor een adequate bemensing. Opmerkelijk bij de taken van de CPC is dat er niet staat aangegeven wat er gedaan zal worden wanneer functionarissen een vermogen of verhoging of verlaging daarvan niet kunnen verklaren. Welke besluiten mag de CPC nemen en welke besluiten moet de pg nemen? De ACW vereist meer tools die aangeven wat te doen wanneer er tekenen zijn van onrechtmatige verrijking. De vraag rijst ook of de ACW haar doel zal bereiken als publieke functionarissen hun onrechtmatig verkregen gelden, parkeren op de rekening van partners of familie en vrienden.

