Obstakels in grondenrechtenvraagstuk Suriname

Obstakels in het grondenrechtenvraagstuk in Suriname 1“De Inheemsen zijn de eerste bewoners van dit land, maar zij zijn het meest achtergesteld. De granman heeft 12 stammen onder zich en zij moeten nog steeds vechten om aan de meest basale voorzieningen te komen, zelfs kleding. Ik weet onder welke erbarmelijke omstandigheden deze mensen leven. Ik hoop dat ik Suriname heb wakker geschud. We willen met deze hoge onderscheiding wijzen dat wij meer verantwoordelijkheden hebben dan Paramaribo en de districten. We hebben veel werk te doen, in het bijzonder voor de Inheemsen.” Dit waren de woorden van de op 17 november 2015 emotionele president van de Republiek Suriname, een afstammeling van de oorspronkelijke bewoners van ons land. Astrid Boedhoe studeerde gisteren af als bachelor rechten van de universiteit met als thesis onderwerp ‘Obstakels in het grondenrechtenvraagstuk in Suriname”.
Er zijn tal van oplossingsmodellen aangedragen door zowel lokale als buitenlandse deskundigen. Boedhoe richtte haar onderzoek daarom meer op de redenen waarom zaken niet gerealiseerd kunnen worden voor de Inheemsen, ondanks het grondenrechtenvraagstuk al jaren aan de orde is, en ook als een onopgelost vraagstuk wordt erkend. “Ik vroeg mezelf af hoe het komt dat onze inheemse broeders en zusters nog steeds moeten hollen achter hun rechten. Dat was op 9 augustus ook nog te zien. Het leek bijna op bedelen voor je eigen rechten. Dit is geen goede zaak”, stelt Boedhoe. Uit haar onderzoek blijkt dat de staat wel goede voornemens heeft om het probleem op te lossen. Dat is te zien in de regeringsverklaring en het ontwikkelingsplan 2012-2016.
Er zijn tal van obstakels die de ontwikkeling stremmen. Boedhoe noemt ten eerste de onwetendheid aan de zijde van de staat Suriname. Taalverschillen, verschillen in belevingswerelden en opleidingsniveau van partijen vormen ook een obstakel. Ondanks de gezamenlijke strijd, heerst er volgens Boedhoe nog verdeeldheid binnen de groep. Echter biedt deze situatie de staat geen rechtvaardiging voor het niet komen met een oplossing. Boedhoe haar aanbevelingen zijn rechtstreeks gericht aan de president.
Inheemsen en Marrons hun grondenrechten worden internationaal erkend. Gedurende het onderzoek is gebleken dat er minder sprake is van een zeer complex problematiek en meer van het hanteren van verschillende definities en verschillende interpretaties met betrekking tot de kernbegrippen. Volgens Boedhoe is dit probleem veel gemakkelijker dan bijvoorbeeld het realiseren van het sociaal zekerheidsstelsel die de president tijdens de vorige regeerperiode wel heeft kunnen realiseren.
Boedhoe beveelt de president simpelweg aan om de Inheemsen en Marrons uit te nodigen en de wensen aanhoort en vervolgens zaken realiseert. Bouterse noemt zichzelf met heel veel trots: “De kleine Indiaanse jongen van Cassiwinica”. Dat deed hij onder andere na zijn inauguratie tot president van de Republiek Suriname op 18 augustus 2010 en ook nog bij tal van andere officiële gelegenheden. Boedhoe zal trachten haar aanbevelingen in haar thesis persoonlijk aan de president voor te leggen. Het Surinaams recht blijkt meer bescherming te bieden aan Inheemsen en Marrons met betrekking tot hun grondenrechten dan algemeen wordt aangenomen. Echter ligt deze norm van bescherming veel lager dan de internationaal erkende mensenrechten van Inheemsen en in stamverband levende volken en is in strijd met de internationale verplichtingen van de staat.

error: Kopiëren mag niet!