“Power Agreement 1999 en MoU 2015 ondergraven inhoud en geest van Brokopondo-overeenkomst”

Fiscaaljurist Roy Shyamnarain stelt dat de Power Agreement 1999 en de MoU 2015 de inhoud en de geest van de Brokopondo-overeenkomst (BO) ondergraven. Dit zei hij onlangs tijdens een presentatie bij Kenniskring.
Eigendom
De BO was een joint venture. Suriname had een inbreng in de vorm van grond en gebruiksrecht van het water. Suriname heeft ook veel exploratie en exploitatie concessies uitgegeven aan Suralco. Suralco kwam met de financiële middelen om fysiekinfrastructuur neer te zetten. Dit alles werd onder eigendomsvoorbehoud overeengekomen. Elke partij die iets inbrengt is eigenaar van hetgeen men inbrengt. Er is eigendom over alles. Echter is de grote discussie de eigendom en bezit over de dam.
Eindiging looptijd overeenkomst
Artikel 1 lid 15 van de Brokopondo-overeenkomst schrijft voor dat de overdracht van de dam aan het eind van de looptijd van deze overeenkomst om-niet (gratis) zal plaatsvinden. Hiermee wordt niet bedoeld de 75 jaar waar de overeenkomst voor is getekend. De overeenkomst is door Suralco zelf, eerder opgezegd. Volgens Shyamnarain is dit duidelijk een teken van de eindiging van de looptijd van de overeenkomst.
Power Agreement 1999
De Power Agreement 1999 merkt Shyamnarain op als een markante schending van de BO. De energie was volgens de BO bedoeld voor de smelter te Paranam. De smelter is komen weg te vallen. Dit is alvast een schending van de Brokopondo-overeenkomst. Suralco heeft de regering op den duur kunnen overtuigen dat het een win-winsituatie is als Suriname de vrijgekomen elektriciteit afneemt. Met het aangaan van de Power Agreement heeft Suralco een tool in handen gekregen om de smelter niet meer op te zetten, want de energie werd anders bestemd. Voor Suriname zou het lastig zijn om zich terug te trekken vanwege de afhankelijkheid. Dit is in ieder geval voor Suralco een gunstige positie.
MoU 2015
De MoU van 8 oktober 2015 heeft een hybride karakter. Er zijn intenties en toezeggingen in opgenomen. De ontwikkeling van Bakhuys bijvoorbeeld is een intentie. Maar de tekst heeft ook een aantal zaken die in beginsel in een overeenkomst zouden moeten zijn opgenomen. Indien er alleen maar intenties waren in de MoU, zou Suriname zich gemakkelijk kunnen terugtrekken. Daar er toezeggingen in zijn opgenomen, wordt het wat lastiger.
Arbitrage
Tijdens de discussieronde werd ook gesteld dat arbitrage een mogelijkheid zou zijn voor Suriname om de zaak te beslechten. Echter werd ook gesteld dat het een groot risico zou kunnen zijn gezien partijen gebonden zullen zijn aan de uitspraak van de arbitragecommissie.
Er is in ieder geval een conflict over de power agreement. Suralco is in overtreding. Maar Suriname heeft die overtredingen met de ondertekening van de MoU ook geaccordeerd.
Het arbitragegeding moet volgens Shyamnarain dus goed worden geformuleerd.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!