Het constitutionele hof en een gevolgen daarvan

Ik heb deze week het artikel met als kop ‘Het constitutionele hof en de doos van Pandora (deel 3) van mr.dr. Donner, gelezen. Ik ben zoals enkele mensen die mijn artikelen of posting volgen ook geen voorstaander van de instelling van een Constitutionele hof. Enkele van mijn kritiekpunten, heb ik terug gevonden in de benadering van Dr.W. Donner. Hierover ga ik in dit artikel niet verder uitweiden. Ik zal tegen mijn gewoonte in , mij in dit artikel beperken tot de denigrering van de etnische groep bosneger/marron door de heer Dr.W. Donner.
In zijn artikel hanteert hij de term segment(etnische groepen) dat door Dr.Rudolf van Lier geïntroduceerd is om de Surinaamse samenleving te typeren. De cultuur van de koloniale machthebber is maatgevend in de Surinaamse context. De Eenheid zou volgens van Lier komen als de segmenten de westerse cultuur zouden aanvaarden als standaard, bijvoorbeeld het Nederlands als eenheidstaal, zegt Dr.W. Donner. De massale trek van de bosneger naar de stad tijdens de binnenlandse oorlog, zou een extra segment toevoeging betekenen aan het sociale landschap. De eigen taal, eigen cultuur daterende van de achttiende eeuw en de politieke rechten die hen zeggenschap geven in het wel en wee van Suriname, betrad een nieuwe fase in de functionering van de staat.
Ik denk dat de functionering van een staat als erg dynamisch moet worden gezien. Immers,urbanisatie van grote groepen mensen uit het platteland naar stedelijke gebieden, betekent per definitie dat er sprake zal bestaan van enige mate van verandering in de functionering in het stedelijk gebied. Onder ander zal minderheidsbeleid en voor sociaal zwakke en gemarginaliseerde groepen ontwikkeld moeten worden. Er zullen over en weer beïnvloeding van culturen plaatsvinden. Op zich dus geen vreemd verschijnsel. De plattelanders zullen de meeste moeite getroosten om zich te adapteren aan de nieuwe situatie(taal en cultuur). In landen waar dit soort processen onder begeleiding staan van de nationale overheid, zijn er betrekkelijk minder negatieve consequentie waarneembaar.
De heer dr.W.Donner vervolgt door te stellen dat de bosnegers/marrons een gering creatief vermogen hebben en varen al honderden jaren in dezelfde korjalen in de tijd dat de Europeanen evolueerden van roeiboten en houtvlotten naar vliegtuigmoederschepen.
Ik vind deze (vast)stelling van Dr.Donner erg denigrerend en kortzichtig. Het geeft aan dat deze grijze eminentie absoluut is blijven steken in de tijden toen hij richting binnenland ging en dat is in de pre-onafhankelijkheidsperiode. De ontwikkeling op het gebied van botenbouw heeft zich, juist door een zeer hoog creatief vermogen van de bosneger, getransformeerd tot een aan deze tijd vereiste type boten. Nu zijn er boten met (laadvermogen)volume van 50 vaten brandstof welke aangedreven worden door buiteboordmotor van 300 paarden kracht(PK). Het transporteren van poclain, tractor en bulldozer is haast een dagelijkse activiteit geworden. Dhr . Dr. Donner maakt zich zeker niet geacht met deze onaangename stelling. Ik weet zeker dat hij versteld van zal staan als hij de ontwikkeling op dit onderhavige gebied meemaakt.
De heer Dr. Donner zegt verder dat de bosneger/marron een overmatig beslag legt op de sociale voorziening van het land. De ziekehuizen en de doktersklinieken zijn boordevol. Sociale diensten worden platgelopen.
Mijn commentaar hierop is, dat elk zichzelf respecterende overheid, de plicht heeft sociale maatregelen te treffen voor elk lid of elk segment van de natie. Ik weet niet of er enige wetenschappelijke bron door Dr.Donner geraadpleegd is om tot de vergaande uitspraak te komen dat bosnegers/marrons overmatige beslag leggen op de sociale voorziening van het land. Ik denk eerder dat het een assumptie is die totaal ontbloot is van gedegen onderbouwde statistieken. Dus kan mijns inziens rustig gesteld worden dat het hierbij om een niet wetenschappelijke assumptie gaat. De bosneger zijn juist bij ‘meerderheid’ van huis uit mensen die zich door hard zwoegen weten te overleven onder zeer erbarmelijke situatie. Hoe denk je dat de zichzelf bevrijdde Afrikaanse slaven zich hebben kunnen handhaven in het tropisch oerwoud ver weg van de zo voor Donner bejubelde westerse samenleving?
Dr. Donner vervolgt door te stellen dat de criminaliteit toegenomen is door de aanwezigheid van de bosneger in de stad. Ook zou het onderwijspeil zijn afgenomen/gedaald door toedoen van de bosneger.
Mijn commentaar op deze stellingen is. In de meeste gevallen is een verhoogde criminaliteit het directe gevolg van een slechte sociaaleconomische situatie van een land. Als de werkgelegenheid afneemt, bestaat de kans dat er criminaliteitsverhoging zich aandient. De criminaliteit beperkt zich echter niet tot een bepaald segment van de samenleving. Voorts is het een fact dat er categoriseringen van criminaliteit bestaan. Ik noem hierbij de kruimelscriminaliteit, zware criminaliteit, witteboorden criminaliteit.
Het segment bosneger is niet oververtegenwoordigd in alle drie genoemde vormen van crimes. Het is wel zo dat enkele bosnegers zich schuldig maken aan kruimels en Zware crimes en niet zozeer aan witteboorden crimes. Maar daartegenover zijn er duizenden bosnegers, die op eerlijke wijze hun brood verdienen en een zeer wezenlijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van Suriname.
Ik kan niet begrijpen hoe dr. Donner aan de wijsheid komt, dat het afgenomen onderwijspeil toe te schrijven is aan de bosnegers. Ik kan mij niet voorstellen dat Dr.Donner met zo een groot kaliber tot zo een ongefundeerde uitspraak of vaststelling komt. Ik denk dat ik de plicht heb om publiekelijk nadere verklaring te vragen van Dr. Donner omtrent deze uitspraak. Dat er onderwijs overal in het land gegarandeerd moet zijn, is de verantwoordelijkheid van de overheid. Dit moet niet als gunst gezien worden. Dr.Donner zegt ook dat de bijdrage van de bosnegers in de landskasten vrijwel nihil is. Dit is uiteraard een aperte onwaarheid. Behoeft dus geen nadere commentaar.
De heer Dr. Donner zegt dat,in plaats van westerse cultuurelementen,die volgens van Lier groepen dichter tot elkaar zouden kunnen brengen, toe te voegen, komen de bosnegers met cultuurelementen uit het oerwoud. Dat is bijvoorbeeld te merken aan de muziek. De klassieke muziek is langzaam aan het verdwijnen uit de Surinaamse samenleving om plaats te maken voor de muziek uit het oerwoud.
Ik heb al betoogd dat er acculturatieprocessen zich zullen blijven voltrekken wanneer er diverse culturen in een samenleving voorkomen. Het is volstrekt onjuist dat de klassieke muziek plaats maakt voor de muziek uit het oerwoud zoals Donner dat negatief benoemd. Ik weet wel dat de Surinaamse muziek van alle segmenten elkaar beinvloeden. Dat is een normaal verschijnsel
Tenslotte zegt Donner dat de toegevoegde waarde van de bosnegers/marrons voor de Surinaamse samenleving gesteld wordt op nul dan wel negatief. Hun, de bosnegers/Marrons hebben een zeer grote comsumptieve achterstand ten opzichte van de andere burgers. Zij hebben andere opvatting over wet en recht en over intermenselijke verhoudingen. Ze erkennen het traditionele gezag dat uitgaat boven het nationale gezag. Zij kennen geen hiërarchie. Hoge stand, middenstand en lage stand kennen ze niet.
Wel nu,als je deze opsommingen van negatieve connotatie aan het segment bosneger linkt, betekent het simpelweg dat Dr.Donner gedesorienteerd is of hij heeft een overtuigend discriminerend beeld over de groep. Het is onjuist dat de bosnegers/marrons het traditioneel gezag boven het nationaal gezag plaatsen. In tegendeel is het juist zo dat het traditionele gezag de laatste twee tot drie decennia aan gezag inboet, onder ander vanwege het verwesteren van duizenden bosnegers/marrons. Meer dan 40.000 bosnegers/marron zijn geboren en getogen in de stad en vertonen een afwijkende cultuurpatroon ten op zichte van de groep die in het binnenland geboren en getogen zijn. Deze eerst genoemde groep spreken zeker drie talen, namelijk de moedertaal, het Sranantongo en het Nederlands. Velen spreken ook goed Engels en Frans. Het zou mij te ver voeren om deze zichtbare positieve ontwikkeling bij deze groep te in dit artikel in beschouwing te nemen. Ik mag u verzekeren dat er zeer positieve vooruitgang geboekt worden in de maatschappij(studie, entrepeneurs, integratie etc.). Er zijn ook gevaren, maar die ervaar ik als uitdagingen waarop juiste antwoorden voor geformuleerd moeten worden.
De hierboven aangehaalde negatieve voorbeelden over de bosnegers, heeft Dr. Donner toegevoegd aan zijn argumenten om op eventuele gevaren/risico’s van de instelling van een constitutionele hof te wijzen. Zoals mijn commentaren luiden, vind ik de voorbeelden/stellingen erg absurd, denigrerend en zelfs discriminerend. Het stuk van Dr.Donner heeft naar mijn mening ingeboet aan objectiviteit, correctheid en kwaliteit door onjuiste voorbeelden over de bosnegers aan te halen.
Ik hoop met deze summiere reactie te hebben weerlegd, de absurde stigmatisering van de bosnegers door Dr.Donner en ga over tot de orde van de dag.

Bert Eersteling

error: Kopiëren mag niet!