Advocaten vragen vrijspraak in drugszaak

De raadslieden Robby Denz, Irvin Kanhai en Mukesh Sheombar hebben elk de rechter gevraagd om hun cliënten vrij te willen spreken. Het Openbaar Ministerie (OM), vertegenwoordigd door Manro Danning, had op de zittingsdag van 8 juni het strafvoorstel gepresenteerd in de zaak van de verdachte Javier B. Deze verdachte is aangehouden in verband met een drugszaak. Op 18 februari heeft Javier een postpakket ter verzending aangeboden, waarin drugs verborgen zat. Het verboden spul was in pakken pindasambal verwerkt. Nadat deze verdachte was aangehouden, heeft hij de politie verteld dat ene Stuard B. hem had benaderd om de doos te posten. Hij zou in ruil daarvoor wel worden betaald. De verdachte heeft het aanbod geaccepteerd zonder daarbij rekening te houden met de gevolgen van drugsgebruik, merkte Danning op. Hij achtte uitvoer tegen Javier wettig en overtuigend bewezen. Tegen Javier eiste het OM een celstraf van 6 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, en een proeftijd van 3 jaar met aftrek. Daarnaast werd een geldboete geëist van SRD 500, subsidiair 2 weken hechtenis.
Ten aanzien van Stuard B. achtte de vervolging medeplichtigheid aan het feit c.q. gezamenlijke uitvoering ook bewezen. Deze verdachte had op verzoek van zijn vriend Vincent M. de potentiële afzenders gezocht. Hij benaderde zijn vriend Javier, die op zijn beurt ook een tweede koerier, Ivanildo H., had benaderd. In de doos van Javier was het brutogewicht van het verboden spul 600 gram en van Ivanildo 517 gram. Die 517 gram coke was verwerkt in paneermeel. De vervolging gaf aan dat er sprake is een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachten. De koeriers hoorden elk een eis van 6 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, een proeftijd van 3 jaar en een boete van SRD 500, te vervangen door 2 weken hechtenis. De verstrekkers Stuard en Vincent hoorden elke een eis van 10 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, een proeftijd van 3 jaar en een geldboete van SRD 1000, te vervangen door 4 weken hechtenis.
Kanhai voerde aan dat medeplichtigheid niet kon worden bewezen, omdat de vervolging het opzet niet had kunnen bewijzen. Hij verzocht de rechter om zijn cliënt vanwege gebrek aan bewijs vrij te willen spreken. De magistraat heeft de verdachten elk het laatste woord gegeven en de zaak uitgesteld naar 22 augustus voor het doen van uitspraak. Alle verdachten in deze zaak zijn reeds op vrije voeten. Zij werden bij deze aangezegd om op de volgende zitting aanwezig te zijn.
Saskia Bandhan

error: Kopiëren mag niet!