Parlementariër Asiskumar Gajadien (VHP) vindt het alarmerend dat de regering niet in staat is om de nodige voorzieningen en zekerheden voor de onderwijssector te garanderen. Vooral gezien het feit dat er op andere vlakken nog steeds verspilling plaatsvindt en de regering de corruptiehaarden niet wil aanpakken om zodoende de verspilde middelen terug te halen. De minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, Robert Peneux, heeft onlangs de nieuwe tarieven voor het inschrijf- en materiaalgeld op de diverse onderwijsniveaus bekendgemaakt. Voor de gemeentescholen, verenigd in Fibos, is dit gesteld op SRD 65 terwijl deze scholen feitelijk een bedrag van SRD 250 wensten. Het Minowc heeft toegezegd met het verschil te zullen inkomen door ongeveer SRD 120 per leerling te subsidiëren. Deze afspraken had het Minowc eerder al gemaakt met de gemeentescholen, maar in de praktijk had zij achterstanden van 8 maanden en meer lopen in de betaling. Hierdoor konden de scholen zich met moeite draaiende houden. Ten aanzien van de capaciteit van het ministerie om tijdig tegemoet te komen aan zijn betalingen naar de Fibos-scholen toe, zegt Gajadien dat we nu al zien we dat er enorme achterstanden zijn in de betaling van schoonmaaksters en bewakers door de regering. “Dit zal alleen maar slechter worden. Ik zie vooralsnog geen verbetering hierin komen.”
De onderwijsminister heeft overigens al aangegeven dat de Fibos-scholen zelf voor hun elektriciteitsrekeningen zullen moeten opdraaien. Aangezien de prijzen voor nutsvoorzieningen weer omhoog zullen gaan, wil dit volgens Gajadien zeggen dat de gemeentescholen op een gegeven moment de rekeningen niet meer zullen kunnen betalen. “Van waar zullen ze het geld dan halen?” Gajadien zegt dat logischerwijs uiteindelijk toch weer de ouders van de leerlingen gedurende de loop van het schooljaar hiervoor zullen moeten opdraaien, doordat zij extra zullen moeten inkomen voor bijvoorbeeld kopieerkosten of kosten voor de aanschaf van toiletpapier. “Dit is wanbeleid want zo kan je niets plannen welke richting op te gaan.” Het DNA-lid meent dat er voor de sectoren ‘onderwijs’, ‘volksgezondheid’ en ook voor de criminaliteitsbestrijding geen sprake kan zijn van bezuinigingen. Het is slecht bestuur, waardoor men niet in staat is om prioriteiten te stellen. De middelen om deze sectoren te financieren, moeten volgens hem uit sectoren worden opgebracht. Die sectoren moeten duidelijk worden vastgesteld.
