Het valt vergeleken met voorheen niet te ontkennen dat er op 8 juli minder mensen aanwezig waren op de protestactie van We zijn Moe-dig. Volgens DA-91-voorzitter Angelic Alihusain- Del Castilho zou de mindere opkomst aan verschillende redenen gelegen kunnen hebben. Zij merkt ten eerste op dat er een lange onderbreking was in de protestacties. “Wanneer je acties onderbreekt, weten wij dat mensen hun leven anders zullen inrichten. Wanneer je elke vrijdag daar staat en je plotseling onderbreekt, zullen mensen op de vrijdag iets anders doen”, stelt Alihusain – Del Castilho.
Daarnaast noemt zij ook de situatie die in de afgelopen drie weken ontstaan is rond de veiligheidstoestand in het land. Al de perikelen rond dit vraagstuk geven burgers volgens haar een nog onveiliger gevoel. Tevens worden er verhalen rondverspreid over het identificeren van een ieder, die op het plein meedoet aan de acties. Verder zou de aankondiging van de regering over het verlagen van de energietarieven voor de huishoudens een aanzienlijke invloed hebben gehad op de opkomst. De politica denkt echter ook dat het stukje van de voorbereiding van de actie beter kon. Het onderwerp van de rechtelijke macht werd wel meegenomen, maar het zou naar haar mening beter zijn als de actie werd gecoördineerd met een organisatie, die er ook direct bij betrokken is. Critici menen dat dit het begin is van het einde van de protestbeweging. Volgens de politica kan er op geen enkele manier worden gesteld dat We zijn Moe-dig aan het doodbloeden is.
“Ik denk niet dat We zijn Moe-dig kan doodbloeden. Het is begonnen als een eenmansactie. Vandaaruit is het gegroeid. Elke organisatie gaat door dit proces. Er is een piek en dan een dip. Dat zie je ook bij politieke partijen. Organisaties als We zijn Moe-dig mogen niet doodbloeden. Zij zijn nodig als pressiegroep om elke regering buiten het parlement verantwoordelijk te houden. Het is van belang voor de democratie dat zulke groepen er zijn”, aldus Alihusain- Del Castilho.
Kavish Ganesh
