Nikos opiniepeiling: NDP verliest aanhang in Paramaribo en ingehaald door VHP

nik1
nik2
nik3Indien er nu verkiezingen zouden worden gehouden, zou de NDP fors terugvallen, want een groot deel van haar electoraat heeft de partij in de steek gelaten. De NDP heeft in mei 2015 in de hoofdstad liefst 49,3% van de kiezers achter zich gekregen. De naaste concurrent was V7 (VHP, NPS, Pertjajah Luhur, SPA, DA’91 en BEP) met 33,3% van de stemmen. Daarnaast kreeg de Alternatieve Combinatie 8,1% en DOE 6,8%.
Het plaatje ziet er nu een stuk anders uit, waarbij 21% niet zou gaan stemmen. In onderstaande figuur hebben we degenen die niet gaan stemmen buiten beschouwing gelaten, omdat die normaliter ook niet naar de stembus gaan. De grootste groep kiezers (38%) weet nog niet op wie zij gaan stemmen en zijn dus zwevende kiezers. De NDP trekt nog maar 17,5% van de kiezers. Deze partij verliest dus bijna tweederde van haar electoraat. De oorzaak hiervan moet vooral gezocht worden in de ernstige financiële crisis, waardoor de achterban flinke klappen heeft moeten incasseren. Omdat de NDP zo is teruggevallen, is de VHP op dit moment in Paramaribo de grootste partij met 18,9% van de kiezers achter zich. Op de derde plaats komt de NPS met 11,7%. De V7 partijen (zonder BEP, die inmiddels in de coalitie zit) zouden nu samen 31,9% van de stemmen krijgen en zijn dus bijna even sterk als in 2015. DOE valt terug tot 4,1% en de ABOP krijgt met 3,3% van de stemmen ook minder. Het is duidelijk dat de zwevende kiezers de sleutel voor de meerderheid in hun handen houden, want bij een echte verkiezing zijn ze goed voor 7 zetels. Deze gegevens zijn naar voren gekomen uit een recente opiniepeiling van Nikos onder 1000 burgers in Paramaribo.

Draagvlak voorzitters NPS, VHP en NDP

Er zijn pas bestuursverkiezingen gehouden in de NPS. In dat verband is aan de burgers gevraagd of men Gregory Rusland de juiste persoon vindt om de NPS in deze periode te leiden. Dezelfde vraag werd gesteld over Chan Santokhi, die afgelopen weekend herkozen is als voorzitter van de VHP. En de vraag is ook gesteld over de voorzitter van de NDP, die bijkans 30 jaar voorzitter van zijn partij is. Hierdoor kan de mening van de burgers over de voorzitters van de drie grootste partijen van het moment naast elkaar geplaatst worden. Uit de onderstaande grafiek blijkt dat 52% van de burgers vindt dat Santokhi de juiste voorzitter voor de VHP is, terwijl het algemeen draagvlak van de andere twee voorzitters minder groot is met 36%. Heel opvallend is dat 43% van de burgers vindt dat Bouterse niet de juiste voorzitter is om de NDP te leiden. Dit is echter een algemeen beeld van alle respondenten. Wanneer we kijken naar de groep die in 2015 op de betreffende partij gestemd heeft, dan kunnen we zien wat het draagvlak van de voorzitters nog is onder die specifieke achterban. Binnen de NPS-kiezers van 2015 heeft Rusland 63% draagvlak, terwijl 15% hem niet de juiste persoon vindt om de partij te trekken. Santokhi heeft 84% draagvlak onder de VHP’ers van 2015 en 6% vindt hem niet de juiste persoon voor het voorzitterschap. Bouterse wordt door 59% van de NDP-ers die op hem gestemd hebben gedragen als voorzitter, terwijl 25% hem niet de juiste persoon vindt.

Best presterende partijen in de Nationale Assemblee

De burgers geven De Nationale Assemblee voor haar werk in het afgelopen jaar gemiddeld een 4,6. Dat cijfer was een jaar geleden 5,6. De assemblee is in de waardering van de burgers dus een punt achteruit gegaan en wel van een magere voldoende naar een onvoldoende. Toch is de achteruitgang veel minder dan bij het cijfer van de regering (die van 7,0 naar 4,3 zakte). Zowel regering als DNA scoort een onvoldoende en dat betekent dat de meeste burgers niet tevreden zijn over hun prestaties.
Er werd over DNA nog een extra vraag gesteld, namelijk “Welke twee politieke partijen vindt u in de Nationale Assemblee op dit moment het beste presteren?” Men mocht twee partijen noemen, omdat bij het noemen van slechts één partij de kiezer vrijwel automatisch de partij kiest waarop gestemd is (althans dat was de verwachting). Liefst 43% van de respondenten vond geen enkele partij goed, had geen mening of gaf geen antwoord. Dat betekent dat veel burgers de discussies in de assemblee niet volgen. Wij zullen ons verder richten op de 57% (oftewel 554 burgers) die wel een keuze maakte uit de partijen. Wij hebben de eerste en tweede keuze bij elkaar opgeteld (totaal ging het om 993 keuzes) en per partij gedeeld door het totaal. Het blijkt dat de VHP assembleeleden blijkbaar de meeste aandacht van de burgers trekken met hun optreden (31%). Daarna volgen op enige afstand de NDP (22%) en NPS (21%), die bijna gelijk scoren. Op de vierde plaats komt DOE (13%) en daarna zien we de ABOP (8%), PL (3%), PALU (1%) en BEP (1%).
De positie van DOE
Wanneer we het aantal assembleeleden per partij in acht nemen dan scoort DOE met 1 assembleelid gemiddeld het beste in DNA. Wanneer we echter kijken naar de achterban van DOE zelf (de mensen die in 2015 op DOE hebben gestemd) dan blijkt 47% de verrichtingen van de partij in DNA niet te volgen of geen enkele partij goed te vinden. Van de 53% die wel een keuze maakte, koos men eerst voor de VHP (35%) daarna voor de NPS (24%) en dan pas voor DOE (20%). De bewondering voor het DOE assembleelid kwam dus niet zozeer uit eigen hoek, maar als tweede keuze van andere kiezers. Er is een aparte vraag over DOE gesteld, waarbij men kon aangeven of men het eens of oneens was met de stelling “De partij DOE had niet in de regering moeten gaan”. Van de kiezers die op DOE hebben gestemd, bleek slechts 28% het hiermee oneens te zijn, dat wil zeggen zij vonden het dus goed dat DOE deel heeft genomen in de regering. Daarentegen was 48% het eens met de stelling (en dus tegen participatie van DOE in de regering) en 14% twijfelde, terwijl 10% geen antwoord gaf. Het blijkt dat van de kiezers die in 2015 op DOE gestemd hebben 28% thans zegt dat ze niet gaan stemmen, terwijl 42% zegt niet te weten op welke partij ze gaan stemmen. Slechts 14% geeft aan dat ze weer op DOE zouden stemmen indien er nu verkiezingen zouden zijn, terwijl 15% op een andere partij zou stemmen. De recente perikelen in de partij rond de resolutie van de regering en met vergaande uitspraken van het hoofdbestuurslid Ricky Stuttgard blijken dus wel een feitelijke grondslag te hebben.
Etnische sentimenten
Tijdens de campagnes van 2015 werd een onderhuidse campagne gevoerd, waarbij het etnisch sentiment werd aangewakkerd dat een Hindostaan of Javaan geen president zou mogen worden. Deze campagne was vooral tegen de VHP en tegen de persoon van Santokhi gericht. Nu wij wat verder van de verkiezingen af staan, is de stelling geponeerd “Een Hindostaan of Javaan mag geen president van Suriname worden”, waarbij men kon aangeven of men het ermee eens of oneens was. Het blijkt dat deze stelling slechts door 10% van de burgers wordt onderschreven, terwijl 83% vindt dat blijkbaar iedereen president van Suriname mag worden. De etnische sentimenten lijken dus beperkt.

error: Kopiëren mag niet!