Suriname gaat dood door falend leiderschap

Suriname kan niet eens de eigen broek ophouden. Het ligt uitgekleed en zieltogend aan het IMF-infuus. De witte jassen houden de vitale organen van het arme land scherp in de gaten opdat het niet de pijp uit gaat. Maar ze hebben niet veel invloed op de duistere geesten die deze crisis hebben veroorzaakt, die het land hebben gedompeld in een ongekende toestand waarvan de gevolgen nog moeilijk zijn te overzien. Het land, nog maar net veertig jaar oud, op de klok der eeuwen amper een peuter, is al het strijdtoneel geworden van allerlei verschrikkingen, zoals bloedbaden, mensenrechtenschendingen, straffeloosheid, traumatiserende ervaringen, grootschalige corruptie en andere schurkenstreken. Een kijkoperatie in het kwetsbare land laat verpulverde nationale ambities, constitutionele frommels, etnische tegenstellingen en een kerkhof van mislukte staatsbedrijven en gesaboteerde projecten zien. Het lijkt alsof de machthebbers samenspannen om het land arm en dom te houden.
Vanwege een heet hangijzer dat al 33 jaar boven het land hangt, is de trias politica afgegleden. De ellende laaide op met het onfatsoenlijke en destructieve idee om een hoofdverdachte in een meervoudig moordproces koste wat het kost tot president te maken. Het verzwakte parlement (DNA) kon de problemen niet voorzien laat staan voorkomen en de machthebber tegen zichzelf beschermen. De rechterlijke macht werd met de aanname van de gewijzigde amnestiewet in 2012 ook ingepakt en bij de vuilnisbak gezet. Maar deze macht heeft zich hersteld en staat geen aanranding meer toe. DNA daarentegen faalt nog steeds. Wetten die de belangen van een persoon of een kliek dienen worden snel door de strot van het land geduwd, terwijl wetten in het algemeen belang eindeloos worden vertraagd. Vonnissen die machthebbers niet leuk vinden worden gewoon niet uitgevoerd. Lichtpuntje, of misschien: geluk bij ongeluk, is dat het IMF, als vierde staatsmacht, nu ook de uitvoerders en wetgevers in de gaten houdt.
Hoe verder? Geduld en moed kunnen het land uit de slop halen. Om niet steeds dieper in de ellende van mislukking op mislukking weg te zakken, zijn politici met geweten en een overheid met talent nodig. De crisis in Suriname is het gevolg van menselijk falen, zwakke instituten en weinig daadkrachtige plannen. En nee, corruptie, ofschoon alom aanwezig en van een omvang die ondraaglijk is, is niet de oorzaak. Evenmin buitenlandse inmenging of ex-koloniale invloeden. Dit zijn de gevolgen van het falen van de eigen machthebbers. Die zijn de boosdoeners. Zij kúnnen maar willen niet optreden tegen de corruptie en het verval; zij falen in hun zorgplicht voor het land. Het is de schaamteloze trouweloosheid van de machthebbers tegenover de bevolking. Dit maakt het land doodziek.
De kern van de mislukking in Suriname ligt dus bij de machthebbers. Ze winnen, legaal of illegaal, het vertrouwen van de bevolking om daarna alleen maar hun eigen belang en niet het algemeen belang te dienen en te beschermen. Dit is niet een typisch Surinaams verschijnsel. Er is een gelijkenis met vele landen kort na hun onafhankelijkheid. Vooral landen in Afrika delen hetzelfde lot. Het betreft hier het type machthebber dat het niveau van accountability niet haalt, dat nodig is om een democratie goed te laten werken. Er is een afkeer van openheid, controle en afleggen van verantwoording voor hun daden. Ze spelen liever een voetbalwedstrijd zonder scheidsrechter. Ze moeten ook niets hebben van een kritische middenklasse die hun onbetrouwbare handelingen steeds aan de kaak stelt en ze als charlatans ontmaskert. Ze dealen liever met de ongeschoolde onderklasse, want die heeft weinig gezond verstand en laat zich gemakkelijk bedriegen door voorspellers en wonderdoeners.
De jonge Surinaamse geschiedenis kent maar twee bestuursmodellen: democratie en dictatuur. In een dictatuur – in Suriname het gevolg van doorgeslagen linkse sentimenten en corruptie – wordt het principe van accountability overboord gegooid. We hebben reeds mogen meemaken tot welke monumentale mislukkingen dictatoriale macht heeft geleid. In dit type machtsuitoefening zijn officiële economische statistieken weinig meer dan misleidende reclames om stemmen te winnen. Door de dictatoriale top-down machtsuitoefening zien we ook hoe de ‘positieve ontwikkeling’ snel kan omslaan in agressie tegen en verarming van de bevolking (eenzijdige besluitvorming, devaluatie en inflatie), waarbij enkelen de velen gebruiken voor hun eigen doeleinden. Een goedwerkende democratie kent het principe van accountability. Dit omvat een absoluut wantrouwen van dictatoriale macht (en zelfs gedelegeerde macht – de volksvertegenwoordiging – moet kritisch en met wantrouwen worden bekeken). Eerlijk gezegd, ook perioden van democratie in Suriname zijn niet erg gelukzalig en vrij van zonde en verdriet geweest. Maar de toon en het gevoel waren toch duidelijk anders dan de chaos en de wanhoop van de perioden met een min of meer dictatoriale machtsuitoefening.
Even terzijde. In een democratie zijn er meerdere politieke partijen, maar 25 politieke partijen (verkiezingen 2015) is te veel voor de kleine Surinaamse bevolking. Competitie is beter dan monopolie, maar een competitie van zoveel partijen leidt meer tot chaos dan tot wijsheid. En nog meer terzijde, het grote aantal politieke partijen in Suriname heeft waarschijnlijk te maken met een ‘stammenmentaliteit’. Er zijn allerlei groepen op basis van economie, cultuur, etniciteit, religie, gender, taal en geografie. Elke groep probeert, uiteraard, het eigen belang te verdedigen, maar dit is ook een obstakel. De uitdaging voor een politieke partij is het scheppen van een draagvlak in de ogen van de diverse groepen die zij als hun klanten zien. Het algemeen belang moet dienen om groepsbelangen te overstijgen.
Het blijft onzeker of Suriname het zal redden. Met de mensen die nu de uitvoerende touwtjes in handen hebben, zal er niets wezenlijks veranderen. Die zijn te druk bezig met het redden van hun eigen hachje. Ze moeten blijkbaar eerst dood gaan voor er ruimte ontstaat voor nieuw leven. En dan is het ook nog maar de vraag of de volgende generatie machthebbers voldoende democratische accountability in hun mars zal hebben om Suriname weer gezond te maken.
D. Balraadjsing (uit Nederland)

error: Kopiëren mag niet!