Uitgaande van de informaties die de overheid aan het volk verstrekt omtrent de monetaire toestand van Suriname is het niet verstandig dat derden nog langer hiermee blijven sollen. Wij moeten beseffen dat Suriname als ontwikkelingsland in een fase verkeert, waarbij het de kans moet worden geboden om naar eigen beste inzichten zich verder adequaat te ontwikkelen. Maar het blijkt nu jammer genoeg dat de daartoe benodigde middelen om de gestelde doelen te kunnen realiseren niet in directe mate toereikend zijn. De overheid is dan ook genoodzaakt om andere rationele maatregelen te treffen die zullen moeten leiden naar een evenwichtige maatschappelijke toestand, waarbij land en volk daar voordelen van kunnen hebben. De huidige sociale toestanden onder grote delen van de samenleving zoals armoede werkloosheid en een aanmerkelijk tekort aan huisvesting zijn duidelijk het bewijs dat de verschillende overheden in de voorgaande jaren een niet op de toekomst gerichte adequaat beleid hebben gevoerd. De resultaten zijn dan ook heden ten dage merkbaar en voelbaar. Er zijn vandaag de dag heel veel gevallen bekend waarbij er twee of meer generaties in hetzelfde ouderlijk huis bij elkaar verblijven of wonen. Het blijkt nu heel duidelijk dat de achterbanpolitiek die gedurende de afgelopen decennia werd gevoerd de hoofdoorzaak is van het blijven steken van Suriname in de huidige situatie. Het land is heel rijk geweest aan natuurlijke rijkdommen. Het land heeft ook nog decennia lang ontwikkelingshulp van bevriende landen ontvangen. Desondanks zijn de verschillende leiders van het land tot nog toe er niet in geslaagd ons geliefd land te leiden naar economische weerbaarheid. Waarom hebben veel Surinamers hun land verlaten om in den vreemde uit te kijken naar toekomstige perspectieven? Deze uittocht van familie en vrienden, meestal intellectuelen, is een van de hoofdoorzaken dat ons land thans heel dun is bevolkt. Het productiegericht ondernemerschap wordt hierdoor niet als zodanig gestimuleerd. Er zal immers altijd eerst een studie moeten worden gemaakt of er wel een goede afzetmarkt in de directe omgeving aanwezig is voor de geleverde producten en ook nog of de overige zaken gunstig liggen. De huidige regering staat momenteel voor een aanmerkelijke uitdaging. De hervorming van de huidige maatschappij als bovengenoemd zal ongetwijfeld diep om zich heen ingrijpen. We beseffen ook dat dit alles gepaard zal gaan met impopulaire maatregelen die toch wel aanvaard zullen moeten worden door de samenleving wil zij kiezen voor een betere toekomst voor de nakomelingen, onze generatie van morgen. De overheid zal om de noodzakelijke hervormingen te bewerkstelligen, natuurlijk over de benodigde middelen moeten beschikken. Het is ons tot nu toe niet helemaal duidelijk wat de overheid beoogt te bereiken met de gehouden valutaveilingen in de afgelopen periode. De waarde van de hoeveelheid aan Surinaams geld in omloop wordt namelijk alleen gedekt door verdiende deviezen en of hoeveelheid aan onze goud voorraad bij de Centrale Bank. Het is deze instelling die op wetenschappelijke basis de officiële valutakoers dus de intrinsieke waarde van de SRD vaststelt. Doordat de ontvangsten van deviezen door de staat aanmerkelijk zijn afgenomen, is daarbij ook de waarde van de SRD gedaald. Om deze daling enigszins tegen te gaan, is de overheid waarschijnlijk ertoe overgegaan om middels de veiling een deel van de SRD die in omloop is, af te romen. Hopelijk ontstaat hierdoor geen schaarste aan Surinaams geld. Wanneer er echter in ogenschouw wordt genomen dat er ettelijke miljoenen jaarlijks in de vorm van financiële bijstand aan de samenleving in het binnenland wordt uitgekeerd en dat deze bedragen waarschijnlijk voor een heel groot deel niet op kort termijn in de Surinaamse economie zullen terugvloeien, is het verwachtbaar dat op lang termijn een aanmerkelijke schaarste zal ontstaan met als gevolg een inefficiëntie in het geldverkeer. Het is belangrijk dat de overheid bij het samenstellen van haar ontwikkelingsplan hiermede terdege rekening houdt. Suriname verdient thans wel goed leiderschap.
Edward Marbach
