Surinaamse Politiebond wederom voor de rechter gedaagd

De SPB is voor de derde keer voor de rechter in kortgeding gedaagd om een motie van wantrouwen contra het legitiem bondsbestuur door leden die zich zelf “Vernieuwingsbeweging SPB ” noemen. Dezen zijn het alweer niet eens met de behandeling, beoordeling en motivering en het besluit van het bestuur.
Op 13 mei 2016 heeft de voorzitter van de SPB via de media een “oproep” aan de leden gedaan voor een te houden ALV op 17 mei. Deze oproep vond plaats conform B.W.N l. boek 2 titel 2 art. 41.1 en art. 25 H.R SPB. De SPB is een Privaatrechtelijk rechtspersoon en het bestuur vertegenwoordigt deze organisatie in rechten art. 45.1.2.3 B.W.Nl BOEK 2 titel 2 en arts. 10, 11 Statuut SPD. Deze bevoegdheid komt slechts dat legitiem bestuur toe. Tegelijk met de oproep aan het daartoe bevoegd bestuur, roepen de zichzelf noemende “Vernieuwingsbeweging SPB” zijnde geen Privaat rechtelijk rechtspersoon noch zijnde degenen die de SPB in rechten vertegenwoordigen, ook leden van de SPB op,via de media en socialmedia, voor diezelfde vergadering.
Op 17 mei dezes werd de ALV belegd en was de gebruikelijke intekenlijst voor presentie door het bestuur klaargezet voor invulling. De secretaris van het bestuur maande de leden duidelijk en met nadruk aan om slechts op de officiële presentielijsten die door het bestuur waren aangelegd in te tekenen. Zij die zich noemen: “Vernieuwings beweging” en gevolg, een groep ongeordende en ongedisciplineerden, negeerden de aanmaning en tekenden toch op een aparte door hen aangelegde lijst. Een handeling en gedrag die naar mijn mening wijst richting onbehoorlijk, ongepast gedrag en bovendien in strijd met de gangbare orde. Die wandaad ontglipte niet aan de ogen van de secretaris en hij maakte al diegenen die niet op de officiële lijsten hadden ingetekend in niet mis te verstaanbare woorden kenbaar dat zij eventueel voor de consequenties zullen moeten instaan indien zij op den duur hun absentie bij de dienst niet zouden kunnen verantwoorden. Dat laakbaar handelen verbaasde mij daarom ook niet waar om kaderleden, onderofficieren en hogere officieren met uitzondering van diegenen die er aanwezig waren, zich thans niet onder dezen willen mengen. “(Vide Shaan E Islam arrest Gerechtshof Den Haag 26 mei2015 ECLI: Nl.GHDHA: :2015.12 11)”.
Na opening van de vergadering werd van de voorzitter geëist om de agendapunten te verwisselen en het punt Verkiezings-Commissie naar voren te verschuiven wat de voorzitter heel democratisch, redelijk en billijk conform arts. 8.1B.W. Nl.boek 2 titel 1 naar tevredenheid afwerkte. Nadat de verkiezingscommissie bestaande uit 7 leden van de SPB allen door de zich “Vernieuwingsbeweging” noemenden voorgedragen, onder aanvoering van een voorzitter gedragen door allen, gaf de ALV haar goedkeuring en verkreeg het bestuur per besluit stilzwijgend mandaat om de verkiezing en de commissie te begeleiden tot na de verkiezing en ontvangst van het proces-verbaal in casu. Na de instelling van de verkiezingscommissie kwamen de overige agendapunten aan de orde maar werd de vergadering abrupt door een der zogenaamde vernieuwers onderbroken om een motie in te dienen. De coulante voorzitter gaf de indiener en collegae alle ruimte om die motie te motiveren. Naderhand bleek die een motie van wantrouwen te zijn met haast en/of nagenoeg dezelfde inhoud en eis van de zogenaamde 12 april 2016 motie.
In de motie is geëist het onmiddellijk aftreden van het bestuur na behandeling en de leden van de zich noemende “Vernieuwings beweging ” de ruimte geven om een interim-bestuur aan te stellen. Nadat de motie in casu door het bestuur in behandeling was genomen, democratisch, redelijk, billijk en beoordeeld naar redelijkheid en de eventuele gevolgen voor de privaatrechtelijk rechtspersoon de SPB was overzien, daar de verkiezingscommissie en data voor de te houden verkiezingen al in place waren gesteld, is een besluit geformuleerd en aan de vergadering meegedeeld. De zogeheten Vernieuwingsbewigingsleden en consorten appelleerden heel ondisciplinair en onfatsoenlijk daartegen waarbij bejegeningen niet uitbleven. Voor mij was het daarom heel duidelijk waarom grote delen van de samenleving walgelijk aankijken tegen politiemannen op de laagste treden van de zo leuke pyramide van het Korps Politie Suriname. Dat dezen de SPB wederom en voor de derde keer binnen de termijn van 1 maand voor de rechter dagen met een motie was niet te verwonderen. “QUO US ‘ QUE TAN ‘ DEM aldus CICERO anno 63 v.Chr “.
Men laat alleen door deze constante actie geen twijfel aan bestaan dat enkele leden bezig zijn met het uitvechten van een persoonlijk conflict met de voorzitter van de SPB. Zij gaan over lijken en willen koste wat het kost zonder verkiezing ten eigen faveure in het bestuur komen. Bij het nemen van besluiten moeten besturen aandacht schenken aan hun handelen omdat de basisbeginselen zoals democratisch zorgvuldigheid, redelijkheid en billijkheid, wet, Statuten en Huishoudelijk Regelement vaak doorslaggevend kunnen zijn. “(WIJSMULLER arresten, HR: NJ.1989/652, HR: NJ.1983/480, HR. NJ .1994/436 )”. Bestuur en ALV zijn gescheiden organen, hebben hun eigen taken en bevoegdheden maar hebben dezelfde doelen voor ogen. De ALV is niet het hoogste orgaan van de vereniging “( vide het Aurora arrest HR: 1969. NJ. 1960/473 )”. De ALV kan geen opdracht geven aan het bestuur.”( Zie het Forumbank arrest Hoge Raad 21januari 1955. ECLI:NL:HR 1955 AG 20 33 NJ. 1959.)” Moties van de ALV zijn juridisch niet bindend voor het bestuur. De ALV heeft wel een aantal wetteljjke en statutaire bevoegdheden en besluiten op punten daarin hebben wel bindende gevolgen. Ten aanzien van de term MOTIE moge worden gesteld dat die term een vaak voorkomende is in de politiek. In de Grondwet van 1975 kon het parlement komen met een motie van wantrouwen bij Parlement. Bij aanname daarvan kon de ministerraad zijn ontslag indienen bij de president. Indien statuten en regelementen van verenigingen daarover geen bepalingen bevatten is een motie van wantrouwen naar mijn mening geen besluit of verplichting dat een bestuur moet aftreden of wordt ontslagen. De motie van wantrouwen kan in de vereniging ook worden ervaren als een verzoek en het bestuur kan zichzelf demissionair verklaren en snel een bestuursverkiezing organiseren met inachtneming van de termijnen van het statuut en HR. Mocht het bestuur na het aannemen van een motie van wantrouwen overgaan tot het schorsen of sluiten van de vergadering, dan is het bestuur volgens mij ook niet afgetreden tenzij alle andere leden per direct hun aftreden aankondigen. Van harte bedankt voor plaatsing in uw veelgelezen dagblad.
Josef Beck

error: Kopiëren mag niet!