Van plantage-economie tot delfstoffenproductie en exporterend land

Een fiasco voor het 17e rijkste land ter wereld
In dit artikel wordt u een analyse gepresenteerd over de historische economische ontwikkeling van Suriname in de koloniale periode en de kwetsbaarheid van de economie door de afhankelijkheid van delfstoffen export in de 20e en 21e eeuw. Een overzicht van de ontwikkelingsplannen voor en na 1975 geeft u een beeld van het falend beleid tot diversificatie van de economie. Van wege de omvang van het artikel vindt de publicatie in delen plaats. Dit artikel is geschreven door de hr. H.Raghoebar M.Sc. docent ADEK.
1.Ontwikkelingsconcepten en economische groei van India
Bevolkingsgroei, armoede en overboeking.
Sedert de onafhankelijkheid in 1947, heeft India te kampen met een demografisch probleem (een groeiende bevolking) en overbevolking. De nieuwe politieke leiders hebben verschillende ontwikkelingsmodellen toegepast om de armoede te verlichten en tot economische groei te komen. Sociale en economische vooruitgang waren India in de ogen van de nieuwe leiders eeuwen lang onthouden door de Britten. Overdracht van kennis van Britse naar Indiase bedrijven had nauwelijks plaats gevonden en winsten uit de export van grondstoffen waren vooral naar het buitenland gevloeid.
De keuze van een mengvorm van het kapitalisme en een centraal geleide economie was na de onafhankelijkheid wel rationeel om de armoede uit te bannen, maar werd niet gerealiseerd door de groeiende bevolking. Volgens de Wereldbank leefde in India in 2010 ongeveer 400 miljoen mensen onder de armoede grens met een dagelijkse inkomen van $ 1, 25 ( Purchase Power Parity ). In 2014 was het aantal armen gedaald tot 179, 5 miljoen door de economische groei en nieuwe arbeidsplaatsen daalde de bevolkingsdruk. India probeert de armoede te bestrijden maar dit zorgt er wel voor dat de bevolkingsgroei wordt teruggedrongen. Dit is vooral te merken op het platteland, want de vrouwen krijgen daar veel kinderen en als de plattelandsbevolking ook aandeel krijgt in het economisch succes zal de bevolkingsgroei sterk afnemen.
Historische ontwikkelingsconcepten.
Na de onafhankelijkheid heeft India een semi-socialistische politiek en een 5 jaren plan ( zoals in de voormalige Sovjet – Unie) waarin was opgenomen privatisering van parastatale bedrijven.
In de jaren zestig van de vorige eeuw werd het ontwikkelingsmodel “self-reliance” (ontwikkeling op eigen kracht) gelanceerd om van uit het niets een eigen industrie “Nehru’s Temple of Industry” op te bouwen. Dit beleid werd uitgevoerd door importsubstitutie (productie van import goederen). Gezien de koloniale ervaring was buitenlands kapitaal niet gewenst. De vruchten van India’s natuurlijke hulpbronnen en de industrialisatie moesten in India blijven. Bescherming van de industrie tegen buitenlandse concurrentie en de gerichtheid op de binnenlandse markt hebben geleid tot een inefficiënte industriȅle ontwikkeling.
De Groene en Blauwe Revolutie.
In 1965 werd een ontwikkelingsprogramma van de F.A.O “De Groene Revolutie” uitgevoerd om de voedselproductie op te voeren. India had te leiden aan hongersnood en moest graan invoeren. Door de toepassing van innovatie technieken (irrigatie, kunstmest, nieuwe zaaizaad) in de landbouw nam de productie van rijst en tarwe sneller toe dan de groei van de bevolking. India is nu zelfvoorzienend voor rijst en tarwe en vindt er export plaats van rijst.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd de “Blauwe Revolutie” ingevoerd: de opzet van de grootschalige aquacultuur projecten (voor garnalenteelt) langs de kust door buitenlandse investering. Dit project is een succes geworden en staat India thans op de vijfde plaats van de wereld als garnalen exportland.
Ontwikkeling van de basis industrie.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd het ontwikkelingsmodel van de nieuw geïndustrialiseerde landen (Taiwan, Maleisië en Zuid_Korea, de N.I.C.) opgevolgd door investering in de basis industrie, die heden een belangrijke rol hebben in de wereldhandel. Investering in de basis industrie is het opzetten van kapitaal extensieve bedrijven; hoogovens, cement-industrie, machine- industrie en aardolie raffinaderij. Hiermee werd in India de basis gelegd voor economische groei.
Ontwikkelingsmodel van het I.M.F. en de Wereldbank.
Het in eigen kracht gelovende India moest aankloppen bij het Internationaal Monetaire Fonds (I.M.F.) en de Wereldbank voor leningen in de jaren tachtig vorige eeuw. Het was een pijnlijke stap voor India om middels het moderne kapitalisme beleid van de “Betton Woord” instituten een Structureel Aanpassings Programma uit te voeren. Het I.M.F. en de Wereldbank stelden harde eisen aan India voordat zij tot financiële steun overgingen. De handel werd geliberaliseerd, de munteenheid werd gedevalueerd, verliesgevende staatsondernemingen werden geprivatiseerd en werden subsidies afgeschaft. Liberalisatie van het beleid heeft ook geleid tot een terug tredende overheid met een faciliterende en coördinerende rol. De overheid zorgt voor de infrastructuur en energievoorziening bij investeringen.
Het “Trickling down effect” en investering in menselijk kapitaal.
In 1994 was de economie in de lift en groeide met 7% door investering van de middenklasse en de rijke elite; dit economisch systeem staat bekend als de marktwerking en het “trickling down effect”. Welvaar van de rijke elite en middenklasse stimuleert de werkgelegenheid door investering in bedrijven met als gevolg verlichting van de armoede.
Het I.M.F. ontwikkelingsmodel had ook financiële middelen beschikbaar gesteld voor investering in menselijke kapitaal en kennisintensieve bedrijven (software industrie). Er werden 20 nieuwe wetenschappelijke centra en technische opleidingen gerealiseerd. De software industrie werd (in 1997) gestimuleerd door investering van Microsoft in Bangalore de “Silicon Valley” van India. De totale waarde van de software industrie steeg hierdoor van $ 10 miljoen in 1986 naar $ 1,4 miljard in 1997. De software sector groeit thans met meer dan 50% per jaar en is werkgelegenheid gecreëerd voor meer dan 380.000 arbeiders. Verwacht wordt dat door verdere investering (in de software en outsourcing dienstverlening) van bedrijven uit de Europese Unie en de diaspora Indiërs uit de V.S. de sector binnen vijf jaar zal uitgroeien met meer dan 10 miljoen arbeidsplaatsen. Het succes van de Indiase “software industrie” is verklaarbaar door de gunstige prijs en kwaliteitsverhoudingen. De Indiase bedrijven zijn concurrerend op de wereldmarkt, de expertise bestaat uit uitstekend goed geschoolde vakmensen en ze zijn bovendien ook Engelstalig.(wordt vervolgd)

error: Kopiëren mag niet!