Rijk worden, hoe doen andere landen het?

Volgens de President is het thans alle zeilen bijzetten om Suriname financieel weer gezond te maken. In plaats van hier wat te bezuinigen en daar ingezetenen van Suriname wat zwaarder te belasten (door bijvoorbeeld de motorrijtuigenbelasting weer in te voeren of importheffingen op luxegoederen te verhogen), is er dus nog een andere manier, namelijk drastisch meer inkomsten van buiten het land genereren.
Hoe goed dat recept kan werken, indien het op de juiste manier wordt gedaan (waardoor het land niet op Caricom, EU of OECD of VN zwarte lijsten eindigt) moge blijken uit een voorbeeld als de Cayman Eilanden. Ga naar dit internetadres om te zien hoeveel geld er daar verdiend wordt:
https://en.wikipedia.org/wiki/Cayman_Islands. Lees het stukje getiteld “Financial services industry”. Wat blijkt? Al in 2007 verdienden ze ruim 1.3 miljard Euro (1.2 miljard Cayman Islands dollar) uit financiële dienstverlening aan buitenlandse beleggers. Een bedrag waar Suriname ook goed mee geholpen zou zijn.
De Cayman Eilanden zijn een volledig geïsoleerd liggende groep eilanden. Zij moeten het dus stellen zonder de geografische voordelen die Suriname kent. Het potentieel van Suriname is wellicht nog groter dan dat van de Cayman Eilanden, die het met slechts 56.000 inwoners tot het land met het 14de inkomen per hoofd van de bevolking ter wereld hebben gebracht.
Ondanks de mogelijkheden die er zijn om door het nemen van een paar gerichte fiscale maatregelen een substantiële bijdrage aan de economische ontwikkeling van het land te leveren, lijkt Suriname zich daarvan niet bewust. Een artikel gewijd aan specifiek deze mogelijkheden, zou daarom op dit kruispunt in de ontwikkeling van Suriname zeer opportuun kunnen zijn en een bijdrage kunnen leveren aan de discussie over de richting van de groei, van zowel de economie van het land in bredere zin als van de staatsfinanciën meer in het bijzonder.
Hoewel verbetering van de inning van thans bestaande belastingen de opbrengsten reeds sterk zou verhogen (van de omzetbelasting met name, komt slechts een – te klein – deel van hetgeen bij correcte aangifte verschuldigd zou zijn ook echt binnen in de staatskas), heeft de ervaring in landen zo uiteenlopend als Georgië, Litouwen, Estland en Slowakije, geleerd dat vergaande versimpeling van het belastingsysteem tot een verhoging van de opbrengst leidt: in Georgië werd het aantal verschillende belastingen teruggebracht tot slechts 6 (!) en het tarief van de inkomstenbelasting tot één enkel tarief van 15 procent, waarna de opbrengst verveelvoudigde. Er was niets meer te ontwijken en het nieuwe lage tarief werd door het belastingbetalende publiek breed geaccepteerd, waardoor een veel betere compliance werd bereikt.
Niet onderschat dient te worden het ontmoedigende effect van gecompliceerde regelgeving, zowel op belastinggebied als daarbuiten, op mensen die initiatieven willen ontplooien. Als je te weinig zelf mag houden van het geld dat je verdient, dan zegt menigeen: waarom moeite doen? Het is makkelijk om te roepen dat de breedste schouders de zwaarste lasten moeten dragen, want als politicus krijg je dan makkelijker de sympathie en steun van grote groepen kiezers. Indien iedereen ongeacht de hoogte van zijn inkomen eenzelfde percentage betaalt, betaalt de veelverdiener in absolute bedragen toch veel meer dan de laagbetaalden.
Met name de economisch zwakkeren zijn geïndoctrineerd met het gedachtengoed dat zij recht zouden hebben op hetgeen anderen aan inkomen en vermogen hebben verdiend. Echter iemands inkomen of vermogen is geen publiek bezit. Economen weten: elk aanbod schept zijn eigen vraag. Als je teveel subsidies en steun aan sociaal zwakkeren geeft, ontneem je hen iedere stimulans om zelf iets te doen waardoor zij in hun eigen bestaansonderhoud kunnen voorzien. Dat knaagt ook aan hun persoonlijke waardigheid. En het is iets waaraan men gemakkelijk went: het is zoveel eenvoudiger om zomaar bijstand te ontvangen, dan om je voor bestaansmiddelen zelf te moeten inspannen. Zeker moet worden voorkomen, dat behoeftigen tekort komen, maar hoe ver moet je daarin gaan? Niet verder, dan het garanderen van het bestaansminimum en actief begeleiden naar werk (in de particuliere sector), desnoods met verplichte (om)scholing om beter aan te sluiten bij gevraagde arbeid.
De laagstbetaalden met werk kunnen zo goed mogelijk worden ontzien, door een cumuleerbaar systeem van heffingsvrije bedragen.
Toch ligt het antwoord voor echt veel staatsinkomsten uit belastingheffing buiten Suriname. Het aantrekken van buitenlands vermogen van internationale beleggers kan op een veelheid aan manieren worden vormgegeven. In eerdere bijdragen hebben wij al fiscale faciliteiten voor particuliere beleggers voorgesteld, aan te vullen met faciliteiten voor pensioen- en spaarfondsen en beleggingsinstellingen van over de hele wereld. Het gaat hier om een markt die vele honderden miljarden Euro´s (of US Dollars) groot is. Een deel van die markt ligt voor Suriname voor het grijpen. Uruguay is het rijkste land van Zuid-Amerika gemeten naar inkomen per hoofd van de bevolking. Het wordt wel het Zwitserland van Zuid-Amerika genoemd. Waarom een heel continent aan hen overlaten? Ook Europa kent Monaco, Luxemburg, Liechtenstein en Zwitserland als financiële centra van wereldformaat. Zuid-Amerika biedt ruimte aan tenminste één ander financieel centrum naast Uruguay. Waarom zou Suriname dat niet kunnen zijn?
Ook tax free zones (Zanderij, Nieuw Nickerie, Albina, Haven Paramaribo etc.) bieden goede mogelijkheden voor nieuwe bedrijvigheid en nieuwe inkomsten voor de staat. Het moet alleen wel een keer gaan gebeuren.
Helyante MacDonald roept in haar blog “Zelfreflectie” van 27 april 2016 lezers op om zelf een bijdrage te leveren aan de gezondmaking van Suriname. In reactie daarop willen schrijvers dezes aangeven, dat zij hun fiscale wetgevingsexpertise ten dienste van Suriname willen stellen.
Mr. Vincent Moes en mr. Indra Jharap
(Internationaal) fiscaal- en wetgevingsadvies
Contact of reageren: [email protected]

error: Kopiëren mag niet!