Simons over positie Surinaamse vrouw: ‘We zijn er nog niet’

DNA-voorzitter Jenny Simons
DNA-voorzitter Jenny Simons
“Het feit dat we de Dag van de Vrouw herdenken, geeft al aan dat we er nog niet zijn, hoewel er vooruitgang is geboekt. Het doel is gelijke ontplooiingskansen voor vrouwen en mannen zodat we samen in evenwicht onze gemeenschap kunnen bouwen. Er is veel vooruitgegaan wat scholing van vrouwen betreft, maar de mogelijkheid om die opleiding om te zetten in werk dat daarop is afgestemd is nog niet wat het moet zijn. Het is een proces en we moeten dus gewoon daaraan blijven werken.” Dit is de mening van parlementsvoorzitter Jennifer Geerlings -Simons ten aanzien van de positie van de Surinaamse vrouw in de maatschappij vandaag. Dit, in het kader van de Internationale Dag van de Vrouw. Een andere belangrijke zaak is volgens Simons de vertegenwoordiging van vrouwen in de nationale en regionale besluitvormingsprocessen, dus in de volksvertegenwoordiging. “We hebben in de vorige periode hard daaraan gewerkt en een goede verbetering gezien. We zijn er nog niet, maar werken verder. We moeten niet vergeten dat wanneer vrouwen een beter leven leiden, zoveel mogelijk vrij van geweld en onderdrukking, hun zonen en dochters ook een beter leven hebben en zich kunnen ontwikkelen tot gezonde burgers die de gemeenschap tot een goede samenleving kunnen helpen maken. Goede ontplooiingskansen voor vrouwen is dus ook van groot belang voor mannen.
Een evenwichtige, elkaar ondersteunende samenwerking tussen mannen en vrouwen is voorwaarde voor welzijn in Suriname.” Enkele specifieke zaken die volgens de parlementsvoorzitter nog aangepakt moeten worden om de positie van de Surinaamse vrouw te verbeteren zijn het regelen van het ouderschapsverlof rond de geboorte van kinderen voor moeders en ook enkele dagen voor vaders. Ook moet er betere bescherming tegen huiselijk geweld voor moeders en kinderen zijn en behandeling van de daders. Er moet volgens haar voorts intensiever gewerkt worden met tieners om tienerzwangerschap, vaak de bron van toekomstige armoede, te voorkomen. De aanpak van de opvoeding van jongens vindt Simons van belang “zodat ze weten dat ze vaders worden later en verantwoordelijkheid voor hun kinderen hebben”. Ook curriculumontwikkeling en voorlichtingsprogramma’s waarin de maatschappelijke genderrelatie wordt behandeld en mensen wordt aangeleerd om hun identiteit als man of vrouw positief te beleven “omdat ze zichzelf en het andere geslacht primair als mens zien en daardoor positieve benadering van zichzelf en de ander hebben”, ziet Simons als belangrijk om te komen tot een situatie van welzijn.

error: Kopiëren mag niet!