Anne Marie Soeperman bewuste eerste Javaanse vrouw op kandidatenlijst NPS

Mevr. R. Kertokalio-Moertabat werd als eerste DNA-lid van Javaanse komaf in 2000 gekozen als lid van de politieke partij Pertajajah Luhur. Anne Marie Soeperman, die als eerste Javaanse vrouwelijke kandidaat op de lijst van de NPS in de jaren zestig mocht prijken, was in de politiek nog niet in beeld, vooral bij de Javaanse groep. Voor wat de Javaanse vrouwen betreft was de plaats van Anne Marie Soeperman een bijzondere uitzondering, gelet op haar opleiding, doch niet vanwege haar politieke ervaring. In elk geval bij de Javanen was zij zowel bij de NPS nog niet in “beeld”. De traditionele Javaanse kiezers waren in die periode in groten getale KTPI-gelieerd en bovendien was zij in de politiek nog “groen.” Zij had op haar eigen manier zich op verschillende manieren vooral de bewustwording van de vrouwen ingezet om vooruit te komen met de nog steeds Javaanse attitude van eenvoud en bescheidenheid. In vele gevallen spelen begrippen als “sing-sing” (niet ter zake doende), “iesin” (verlegenheid), “andap asor” (nederigheid), “pasrangallah” (zich erin berusten), “mbok-los” (nonchalance), “wis ben” (onverschilligheid), “wegha” (geen zin hebben), “nriemoh” (tevreden zijn), “wedih” (bang zijn) “djor-djoran” (elkaar benijden) en “ghujub” (eendrachtigheid/ saamhorigheid), een belangrijke rol. Deze facetten hebben vele Javaanse vrouwen in hun bewustwordingsproces sterk beïnvloed. In de politiek was het beeld van de vrouw nog op de achtergrond verschoven, want de politiek was meer een mannenmaatschappij.
Hoewel de NPS vanaf haar oprichting zich als een nationale partij had aangediend – dus open voor alle bevolkingsgroepen – hadden slechts enkele beter geschoolde Javanen zich aangesloten bij de NPS, zoals Armand Salimin, Ramin Amat, Sarip Mahmoed, S. Karijodinomo, A.D. Adna, W. Kartomo e. a. In de vijftiger jaren mochten zij zich wel aansluiten, maar tot de belangrijke organen kwamen zij niet.
Alleen Armand Salimin en Dolf Soemodihardjo hadden tot het hoofdbestuur kunnen doordringen. In die tijd was voor velen niet alleen opleiding, maar meer nog de acceptatie door de doelgroep belangrijk. De Javanen hebben vanaf het begin van de politieke ontwaking, vooral de beter geschoolden een ander politiek tehuis dan die onder Iding Soemita, volgens hen vanwege zijn geringe educatie. Hoewel enkelen zich toch nog een plekje konden vinden als een aanhangseltje, hebben zij een bescheiden rol binnen de NPS, als ”trekker” voor het Javaans deel, ingenomen. Als eerste intellectueel werd de hoofdonderwijzer Armand Salimin in het bestuur opgenomen. In elk geval zoals eerder bekend, werd hij als hoofdkandidaat gesteld in het district Commewijne. In feite heeft hij juridisch een schone kans gehad om gekozen te worden als eerste NPS-er met een Javaanse signatuur.
Maar de feiten lagen anders in die tijd. Want politiek eist meer charme dan alleen intellect. Armand Salimin die van huis uit Christen was, was in die tijd voor de Javanen nog niet “representatief” en ook vanwege het niet beheersen van de Javaanse taal en de traditionele cultuurpatronen van de Javanen. Op politiek gebied was natuurlijk zijn tegenhanger Iding Soemita een zeer belangrijke factor, die onder de kollots (ouderen) zich als de merdeka-figuur had geprofileerd. Salimin werd verslagen en vanaf toen was hij politiek “dood.”
Ook Anne –Marie Resopawiro-Soeperman, Ramin Amat en Salam Somohardjo mochten als eerste Javaanse-NPS leden participeren op de lijst van de NPS. Dat mevr. Soeperman niet op een verkiesbare plaats werd geplaatst, was natuurlijk afhankelijk van haar politiek gewicht binnen de partij, terwijl Salam Somohardjo, toen deel uitmakend van het NPS-presidium, geleidelijk aan wist door te dringen in de Staten in 1973. Potentiele personen die in het NPS-presidium zaten, waren onder anderen Sarip Mahmoed, L.S. Kartopawiro, S. Karijodinomo.
Mevr. Anne Marie Soeperman had zich ingezet voor vrouw en organisaties. Bij de oprichting van het Institute for Research Study and Ddevelopment (IRSD) had zij zich ingezet bij de vorming van jonge vrouwen als stimulering van jonge intellectuele vrouwen in stad en districten. In Paramaribo stond op de lijst van D-21 als DR, Soraya Kartokromo, dochter van de ex-secretaris van de KTPI. Als lijsttrekker op de lijst van NPLO stond mevr. Erla Asmanon, mevr. S. Emid en A. Sadi op de tweede en de vierde plaats van de Millennium Combinatie, mevr. C. Sanredjo staan respectievelijk op de tweede plaats van D-21. Ook bij de stimulering van haar religieuze organisatie had zij zich daadwerkelijk ingezet totdat zij haar wens en droom om tot Hadja te worden. Haar reis naar Mekka was voor de groep islamitische vrouwen een daadwerkelijke stimulans. In de politiek was zij als medewerksters bij het secretariaat bij het ministerie van Sociale Zaken als secretaris een trouwe medewerkster voor de minister geweest. Moge haar ziel in vrede rusten, Allah ingkang paring, Allah ingkang mundut.
Kadi Kartikromo

error: Kopiëren mag niet!