Rabin Boeddha: “Men heeft niet veel geld nodig om huiswerk te maken”

Rabin Boeddha, beleidsadviseur op het ministerie van TCT tevens waarnemend directeur SHTTC
Rabin Boeddha, beleidsadviseur op het ministerie van TCT tevens waarnemend directeur SHTTC
Het ministerie van Buitenlandse Zaken zal zijn visumbeleid per 1 maart 2016 versoepelen voor de Volksrepubliek China, India, Indonesië en overige lidlanden van Unasur en Celac, die nu nog een visumplicht hebben. Deze stap is bedoeld om de toegang naar Suriname te vergemakkelijken ter bevordering van het toerisme. Tijdens de vorige regering is hiermee reeds een aanvang gemaakt middels de implementatie van de toeristenkaart. Deze toeristenkaart biedt momenteel de mogelijkheid aan de staatsburgers van 35 landen om voor toeristische doeleinden Suriname gemakkelijker te kunnen betreden.
Een vraag van eminent belang is hoeveel toeristen uit de landen, waar het visumbeleid voor wordt versoepeld, precies richting Suriname komen en willen komen voor toeristische doeleinden. Een antwoord in de vorm van een argument tegen deze vraag zou kunnen zijn het met deze regeling voor deze groep landen mogelijk willen maken om uiteindelijk middels een versoepeld beleid ook voor Suriname te kiezen. Logischerwijs zal men ook moeten nadenken over wat men precies wil hebben. “Is er een nationaal toerismebeleid? Het zou op den duur leuk zijn als er veel mensen het land binnenkomen, aangezien zij vreemde valuta meenemen die de Staat hard nodig heeft, maar hebben wij die aantrekkingskracht wel? En is dat onze markt?”
“Alleen het woord visum heeft al een negatief effect bij reizigers”, stelt Rabin Boeddha, beleidsadviseur bij het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme tevens waarnemend directeur Stichting Suriname Hospitality and Tourism Training Centre. “Als je die drempel kan overbruggen, ben je een grote stap verder. De toeristenkaart heeft al een goed psychologisch effect. Als ik helemaal geen visum hoef aan te vragen, ga ik gemakkelijker naar dat land”, zegt Boeddha. Echter is het beleid op dit onderwerp volgens Boeddha niet wat het wezen moet. Het beleid zal beter, krachtiger en met betere acties geformuleerd moeten worden. Hij haast zich daarbij gelijk te zeggen dat de ambtenaren vaak de schuld krijgen voor het niet kunnen realiseren van de ontwikkeling, terwijl het aan de top al niet goed gaat. “Het moet een regeringsbesluit zijn. De regering moet aangeven waar zij naar toe wil met het toerisme. Het begint met het beschikbaar stellen van een budget. Niet alles is afhankelijk van geld. Men heeft niet veel geld nodig om haar huiswerk te maken. Werk aan standaarden voor de sector, je investeringsklimaat en je wetgeving. Hoe gaan wij onze toerisme ontwikkelen als wij al 15 jaren wachten op een Toerismewet? De bureaucratische rompslomp houdt de ontwikkeling tegen”, legt Boeddha uit.
Er is wel beleid, maar als dat gedegen is, betwijfelt Boedha. Het gaat hierbij om een aantal zaken. Dat begint bij het stellen van prioriteiten (een beleidskeuze) en het juiste beleid dat op de ontwikkeling wordt losgelaten. Vandaag de dag krijgt Suriname veel bezoekjes uit het buitenland, maar zijn zij er echt voor het toerisme in Suriname? De wetgeving zal ook moeten voorzien in een definitie voor toerisme. “Een ieder die zich naar Suriname verplaatst (met uitzondering van militairen, ambassadepersoneel en vluchtelingen) is al bezig met toerisme. Wij moeten in beginsel meer van deze mensen naar Suriname halen, die echt naar Suriname komen om te wandelen en Suriname te bezichtigen. Momenteel is die groep heel klein. Ongeveer 80% van de groep komt uit Nederland. Een groot deel hiervan blijft in Suriname als een local. Dat levert de economie ook niet veel op”, legt Boeddha uit.
Gezien de internationale trend blijft Suriname aantrekkelijk voor Europa en Amerika. Veiligheid in een land staat op nummer 1 als men voor een destinatie wil kiezen. Ten tweede wordt er gekeken naar de prijs die men zal betalen om de plek te bereiken. Volgens Boeddha zou het toch nog verstandig zijn om Suriname op de Noord-Amerikaanse en de Europese markt te promoten. “Ik zie niet dat er op korte termijn een grote toestroom van Chinese toeristen hier komt”, zegt Boeddha, aangevende dat de Aziatische landen van de versoepeling van het beleid ook misbruik kunnen maken.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!