Is niet ik

We gaan van crisis naar crisis, omdat onze politici blijven volharden in hun cultuur van “Vreet Na Pot”, de parasitaire patronagecultuur. We zitten met een aantal fundamentele problemen welke niet opgelost gaan worden met lapmiddelen en zoethoudertjes. Geen enkele regering heeft het aangedurfd om de sociaaleconomische structuur en vooral de politiek bestuurlijke orde welke door de voormalige kolonisator was achtergelaten, dusdanig te wijzigen opdat het geen belemmering meer vormde voor de ontwikkeling van het land. Het gaat met name om de politiek-bestuurlijke orde en de sociaaleconomische inrichting van het land. Dat komt door gebrek aan kennis omtrent sociaaleconomische ontwikkeling en met name gebrek aan kennis omtrent de politieke economie en een laag economisch bewustzijn. Wie maatschappelijk leiderschap wil uitoefenen, dient kennis te dragen van de politieke economie. Het feit dat men niets van wat de kolonisator had achtergelaten in stand heeft kunnen houden, toont aan hoe zwak hun capaciteiten zijn geweest en nog steeds zijn. Wat er is gebeurd met name voor 1987 op het vlak van de politiek bestuurlijke orde en daarna de vernietiging van de diverse sociaaleconomische structuur door het nieuw Front en de NDP heeft eerder de situatie doen verslechteren. Het meest belangrijke is de hervorming van de politiek bestuurlijke orde. Democratisering van de uitvoerende macht geniet prioriteit. Je hoeft niet te werken aan het verbeteren van de sociaaleconomische structuur omdat zonder wijziging van de grondwet en het kiesstelsel je terug gaat naar nog meer ellende. Dezelfde mensen komen weer aan de macht en vernietigen weer alles. Je moet over ontwikkeling, beschaving, cultuur, ethiek, moraliteit, karakter, kennis, kunde, doorzettingsvermogen, ruggengraat, etc. beschikken om ontwikkeling te kunnen realiseren en deze te bestendigen. Mensen zonder ontwikkeling kunnen geen ontwikkeling realiseren, het beschikken over een diploma geeft de mensen nog niet de capaciteit om ontwikkeling te kunnen realiseren. De meeste politici beschikken over een of ander diploma, maar missen toch de capaciteit om uitvoering te kunnen geven aan de sociaaleconomische inrichting van het land.
Wie zijn geschiedenis niet kent, is gedoemd die herhaald te zien worden. Velen weten niet dat de Surinaamse overheid sinds ongeveer 1900 altijd een begrotingstekort heeft gekend. Vandaar dat de Nederlandse minister van Ontwikkelingssamenwerking Bukman kon stellen dat Suriname een bodemloze put was. En hij had gelijk, en het is nog steeds een bodemloze put. Corruptie en incompetentie strijden om voorrang. We hebben langer dan een eeuw bij voortduring tekorten op de betalingsbalans, op de begroting, monetaire financiering ten behoeve van consumptie, hoge inflatie en rente en een instabiele wisselkoers gekend. Dus allesbehalve macro-economische stabiliteit. De grondoorzaak voor dit alles is gelegen in de weinig diverse economie en de grote bureaucratische parasitaire patronage overheid.
Dankzij gunstige omstandigheden zoals ontwikkelingshulp zijn wij de crisis te boven gekomen. De meest recente zijn geweest in de jaren ‘80 en ‘90 van de vorige eeuw. Velen zijn vergeten of weten niet dat bij het Raamverdrag van 1992 circa 600 miljoen Nederlandse guldens was vrijgemaakt voor de ontwikkeling van de particuliere sector. Nu had Venetiaan een grote hekel aan de particuliere productiesector en heeft dus toen 80 miljoen Nederlandse guldens bestemd voor de eerste raffinaderij van Staatsolie en circa 400 miljoen DFL is in 2000 gestort in de deviezenreserve van de Centrale Bank. De bauxietsector kwam in problemen door een verslechterende concurrentiepositiepositie en dalende prijzen op de internationale markt. Volgens de Brokopondo-overeenkomst moest Suralco alle kapitaal die zij nodig had importeren, zij mocht niet lenen op de binnenlandse markt. De deviezeninkomsten van de Surinaamse overheid uit de bauxietsector betroffen derhalve merendeels deviezenovermakingen en weinig winstbelasting, de levy was eerder al afgeschaft. De bauxietsector had een aparte koers namelijk 1.80 SFL voor de US dollar, terwijl de koers buiten hoger was. Suralco moest derhalve bezuinigen. Begin jaren ‘80 van de vorige eeuw zijn circa 2.500 arbeiders van Suralco naar huis gestuurd. Het betrof zowat de helft van hun arbeidersbestand. We hebben nog meegemaakt dat 2.000 werknemers van Surland circa 15 jaar geleden van de ene dag op de andere dag werkloos werden gemaakt. Maar onze politici hebben de lessen niet geleerd. De huidige crisis is de jongste in deze eeuw. Maar de omstandigheden zijn nu zeer ongunstig. De bauxietsector is er niet meer en de aardoliesector dreigt ook ten onder te gaan. De gehele productiebasis van onze economie is nagenoeg verdwenen door wanbeleid, incompetentie en corruptie. Ondanks de beschikking over circa 12 miljard USD aan middelen ten behoeve van investeringen in de productie zijn deze uitgebleven sinds 1987.
Wie zijn geschiedenis niet kent, is gedoemd die herhaald te zien worden. Wie niet weet wat hij niet weet heeft een groot probleem. Het uiteindelijk resultaat is de huidige situatie. De overheid blinkt uit in lethargie. Hun motto is: Suffer Peacefully. Niets doen is geen optie: de sociaaleconomische situatie gaat enorm verslechteren, inflatie gaat toenemen, prijzen gaan stijgen, koopkracht gaat achteruit, rente gaat omhoog, het tekort op de begroting wordt groter, de koers voor vreemd geld gaat stijgen, prijzen in de winkels gaan stijgen, het leven wordt voor velen ondraaglijk. Alleen maar ellende en misère. Een overheid die niets doet terwijl het land dieper in de problemen wegzakt, moet verdwijnen.
We betalen geen overheid om niets te doen.
Men hoeft niet bang te zijn voor schaarste aan goederen, omdat in tegenstelling tot de crises van de jaren ‘80 en ‘90 wij nu wel deviezen hebben uit de illegale informele sector, alhoewel deze deviezen lang niet voldoende zijn vooral omdat met name de Chinezen veel US dollars overmaken naar China.
Hoe uit de problemen te komen. Ons probleem is ideologisch en intellectueel van aard. Er is geringe kennis over economische ontwikkeling bij onze politici, economen, wetenschappers, en ander kader. En het IMF heeft niet tot taak om je te helpen het land op te bouwen. Dat moet je zelf doen je wilde toch onafhankelijk worden. Velen praten nu vooral over macro-economische stabiliteit en het uitvoeren van een SAP. In de periode 1993-1996 is er geen SAP uitgevoerd het was verdund zuur water. De twee belangrijke maatregelen uit de niet monetaire sfeer namelijk het saneren van het overheidsapparaat en het verhogen van de verdiencapaciteit zijn niet uitgevoerd, gewoonweg omdat de toenmalige president dat niet wilde. De wisselkoers is uiteindelijk gestabiliseerd in 1994 omdat ik als toenmalige minister van Handel en Industrie eigenhandig de broodsubsidie had afgeschaft en de broodprijzen had vrijgegeven evenwel met de restrictie dat de bakkers zich moesten houden aan de door het ministerie voorgerekende prijzen. Uit het rapport van Warwick Research instituut bleek dat subsidies een substantieel deel van de overheidsuitgaven deel uitmaakten. Het betroffen subsidies voor brood, melk en babyvoeding. De grootste was die voor brood. Ik heb dus de voorzitter van de bakkersbond Carmen Tjin A Djie laten komen en heb haar medegedeeld dat “ingaande morgen subsidies afgeschaft zijn, de broodprijzen zei dus vrij” en zij moest dus alleen voor de achterstallige betalingen van de subsidies zich nog tot Financiën wenden. Tegelijkertijd heb ik haar de beschikking waarin de afschaffing van de broodsubsidies en de adviesprijzen voor brood was vervat, overhandigd. Ik heb dezelfde dag ook de minister van Financiën gebeld en gezegd dat hij dus niet hoefde te zorgen voor betalingen van de subsidies. Die werden namelijk monetair gefinancierd.
Het hele SAP programma ken ik haast uit het hoofd. Maar als het gaat om een fundamentele oplossing voor ons probleem van vandaag en van morgen, dan verkies ik de Aziatische ontwikkelingswijze namelijk die van de gemanagede economie, waarbij het accent wordt gelegd op het verhogen van de verdiencapaciteit. De gelden uit het Marshallplan na de Tweede Wereldoorlog zijn niet in een pot van de Centrale Bank terechtgekomen, maar zijn besteed aan het wederom opbouwen van de verdiencapaciteit met name in de landen als Nederland, Duitsland en België. Pele heeft op het WK van 1972 gezegd dat je gewoon meer doelpunten moet maken dan je tegenstander. Zo gaat het ook in de economie. Met name Oost-Aziatische landen hebben vaak investeringen monetair gefinancierd, maar omdat de nettogroei positief was dus hoger was dan de inflatie zijn zij nu grote industrielanden geworden, denk maar aan Korea, Taiwan en ook Japan. De Volksrepubliek China is het grootste voorbeeld en het grootste succesverhaal van deze denkwijze. Als je op een gegeven moment macro-economische stabiliteit bereikt heb, dan duurt het niet lang of de stabiliteit verkeert in gevaar als je niet ervoor zorgt dat de reële sfeer van werkgelegenheid, productie, lonen, inkomsten, winsten et cetera ook mee groeit. De beste voorwaarde voor macro-economische stabiliteit is de volledige benutting van de geïnstalleerde verdiencapaciteit van het land.
John Maynard Keyenes zei wel eens grappend dat de beste stabiliteit de stabiliteit van het kerkhof is, uiteindelijk zijn we allemaal dood.
Richard B. Kalloe

error: Kopiëren mag niet!