Een productiegericht beleid vereist

Om de Surinaamse economie die thans in een deplorabele situatie verkeert, enigszins op te boosteren, dient de versterking van de productieve sector dringend ter hand te worden genomen. Het lijkt alsof er sprake is van een “schijnwelvaart ”, terwijl in feite de economische groei met de dag gestaag afneemt. Vooral de vakantiegangers krijgen een vertekend beeld ervan.
Wij hebben de nodige natuurlijke hulpbronnen, die ons zijn geschonken; alleen de aanpak en de besteding ervan zijn tot nog toe niet correct geweest. De export-opbrengsten moeten goed worden besteed, zodat de totale gemeenschap baat bij heeft. Men moet ook de nodige controle uitoefenen via GMD ( Geologisch Mijnbouwkundige Dienst) op onze delfstoffen en op onze grondstofvoorraden.
Dit is van belang om de productieactiviteiten winstgevend te maken; tevens moeten de statistieken voor een betere planning bijgehouden worden. Immers is bekend dat een groot deel van de inkomsten van Suriname gehaald worden uit de winning van delfstoffen. Het zou geen wijs besluit zijn om Grassalco als mijnbouwbedrijf het beheer te geven over delfstoffen.
Hout is in feite een grondstof, die altijd aanwezig is. Ons land bestaat voor ongeveer 60 % uit bos met kwalitatief goede houtsoorten. Alleen moet men op een verantwoorde wijze ermee omgaan. Bekend is dat Azië en Afrika haast leeg gezaagd zijn. In Europa en de VS is hout goud waard.
LBB is het instituut die er op moet toezien zien, dat er herbeplanting plaats vindt van al het gekapt hout.
Ook de vastgestelde regels omtrent de dikte van een boom die gekapt wordt, moet in acht worden genomen. Volgens mij moet een boom een diameter van minimaal 60 cm hebben om gekapt te worden. Zijn er voldoende jonge planten beschikbaar om de herplanting / herbebossing; vooral van zeldzame houtsoorten goed aan te pakken? Suriname heeft genoeg wetten om bepaalde zaken richtig en conform de voorgeschreven regels en wetten te laten lopen.
De historie in ogenschouw nemend, is de rijstsector kapot gegaan door het invoeren van goedkope CIS-rijst tijdens wijlen minister Eddy Bruma ( PNR en minister van Economische Zaken) in1976. Ook door verkaveling van rijstarealen is deze sector helemaal kapot gegaan, vooral de middenstandslandbouw. Tevens hebben andere factoren een rol gespeeld en dit euvel is nog steeds merkbaar, zoals: beschikbare zaaizaad, betere rassen, bestrijdingsmiddelen, garantieprijzen, infrastructuur (onderhoud van kanalen en sloten) en betaalbare kunstmest.
Het LOC (Landbouw Ontwikkelingsplan Commewijne) is ook ten gronde gegaan. Dit alles is een grote uitdaging voor de jonge minister Algoe van LVV, die zelf afkomstig is uit het rijstdistrict.
Hopelijk dat het bamboeproject, palmoliebedrijf, het suikerrietproject, het kassenproject etc. een succes worden.
Om verspilling te voorkomen en deviezen te besparen, is het een dringende vereiste, dat er aan importbeperking wordt gedaan. De bevolking moet via informatieprogramma’s gestimuleerd worden om aan kleine- of familielandbouw te doen; teneinde in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Om meer deviezen te genereren, moet de regering proberen zich meer te richten op export.
Wat wij nodig hebben om ons geliefd land leefbaar te maken zijn eerlijke leiders. Zij moeten zich niet laten beinvloeden door enge eigen en vrienden- , en familiebelangen. We hebben zeker ook nodig beleidsmakers met een duidelijke ontwikkelingsvisies. Goede planning en goed kader mag niet ontbreken; vooral techneuten en ter zake deskundigen met de nodige knowhow, die in de meeste sectoren van de nieuwste ontwikkelingen en technieken kunnen voorzien, moeten hun bijdrage leveren tot ontwikkeling van dit mooie land.

Roy Harpal

error: Kopiëren mag niet!