‘Mijn kinderen eten droog brood’

Dit zegt een alleenstaande moeder met twee schoolgaande kinderen die op de muloschool zitten. De moeder is zowel geestelijk en lichamelijk beperkt en is maandelijks afhankelijk van de uitkering van SRD 325 vanuit de Staat. Dankzij groente die zij zelf plant en kippen die zij zelf kweekt, kan zij haar kinderen dagelijks een bordje eten geven. Maar dit gaat niet zonder horten en stoten, want de prijzen van de basisgoederen rijzen ook de pan uit, met als gevolg dat, alhoewel er geld is voor brood, er geen broodbeleg in huis aanwezig is. ‘Mijn kinderen eten droog brood’, zegt zij in gesprek met Dagblad Suriname. Dit brengen zij vaak genoeg ook mee naar school met water om te drinken. Zij wil er alles aan doen dat haar kinderen de scholing krijgen die zij als moeder gemist heeft in haar kinderjaren. De kinderen naar school sturen en schoolspullen aanschaffen, lukt wel middels steun van enkele familieleden. Maar ook deze mensen hebben hun gezin om voor te zorgen en zitten krap in hun budget. Deze moeder is al lang blij en dankbaar dat zij steun krijgt van familie zonder naar meer spullen te vragen, met als resultaat dat eten van droog brood een doodnormaal verschijnsel is geworden voor haar en haar kinderen.
‘Waar president Desi Bouterse de afgelopen jaren zijn mond vol van had en hoog propageerde dat de mofinawangs hem dicht bij het hart liggen, blijkt dit helemaal niet waar te zijn.’ Hij zou een zogeheten sociaal contract gesloten hebben met deze groep en zou zelfs een sociaal vangnet voor hen klaar hebben liggen. Maar uitgerekend de meest kwetsbare mofinawangs, de burgers met een beperking moeten over het algemeen weken wachten om hun sociale steun in handen te krijgen. Dit bedraagt SRD 325 per maand, met nog een devaluatie en inflatie erop. Op welke manier deze groep de maand moet doorkomen, blijkt de president, die eerder zoveel liefde voor deze groep propageerde, totaal niet te interesseren.
Voor het nieuwe jaar zou de uitbetaling op 11 januari plaatsvinden, maar worden de burgers verrast met een bekendmaking dat dit is uitgesteld tot nader orde wegens bijzondere omstandigheden. Dergelijke bekendmakingen klinken hun heel bekend in de oren. ‘Het schijnt een cd te zijn die vaker wordt afgespeeld op de meest cruciale momenten dat de minderbedeelden het geld het hardst nodig hebben.’ Deze situatie deed zich voor in de maand november van het afgelopen jaar. Eerst werd gesteld dat deze groep op 10 november hun geld zou krijgen. Maar hoezeer velen hadden gehoopt op deze dag geld in hun handen te ontvangen, moesten zij weken wachten alvorens het geld daadwerkelijk werd uitbetaald.
Abop-assembleelid Dinotha Vorswijk gaf eerder aan Dagblad Suriname te kennen het verschrikkelijk te vinden dat uitgerekend deze groep, die zeer kwetsbaar is en per maand nog een kleine tegemoetkoming krijgt van de Staat, een maand lang moet wachten. Zij maakt zich ook ernstige zorgen op welke wijze zij de maand zullen doorbrengen gelet op de prijsverhogingen in de winkels en de verhoging van elektriciteit en water. Zij legt er vooral de nadruk op dat bij een achterstand van weken, de binnenlandbewoners hier extra de dupe van zullen worden. Zij zijn degenen die als laatst hun geld in handen krijgen. Vorswijk hoopt dat de president zijn ware liefde voor de mofinawangs en vooral voor deze kwetsbare groep toont door mogelijkheden te bekijken de uitbetalingen eerder te laten plaatsvinden.
Asha Gajadien-Bhagwat

error: Kopiëren mag niet!