In de media is bekendgemaakt dat er dit jaar aan het einde geen fiat of autorisatie zal worden verleend om feesten op de verschillende ministeries te financieren. Dat is een zeer wijs besluit van de vp en voor het vervolg moeten deze uitgaven achterwege worden gelaten. In Suriname hebben wij een min of meer wijdverbreide traditie dwars door alle geledingen van de samenleving heen om vanaf Kerst tot naar oud-op-nieuw feestelijk door te brengen. Er wordt dan veel gegeten en gedronken en ook nog gedanst en vuurwerk afgeschoten. Burgers gaan los en vergeten voor enkele minuten alles, ook hun ellende voor zover dat er is. Het ambtenarenapparaat is enorm aangezwollen en uiterst onproductief. Een klein deel van de ambtenarij is hoger kader en de ambtenarenvakbond beschouwt het hoger kader niet tot haar doelgroep, integendeel. Het ambtenarenapparaat is rond de komende verkiezingen opgeblazen met enkele duizenden ambtenaren voor een groot deel lager kader. Het ambtenarenapparaat slokt een groot deel van de middelen van de Staat op, terwijl daartegenover geen productie staat. Het lager kader kan vanwege een lage scholing niet veel doen dan in zijn neus peuteren of boren om een hossel te doen. Het midden en hoger kader is voor een deel zodanig voorzichtig dat het niet uit zijn schulp kruipt. Men is vaker terug gefloten en zelfs gestraft voor werk dat men correct heeft willen doen. Men ziet ook dat personele besluiten voor nietsnutters sneller voor elkaar komen dan voor hoger kader en personen die hun sporen hebben verdiend en deskundig zijn. Door werkzoekenden op te slokken, houdt de regering het werkloosheidscijfer in Suriname omlaag. Het werkloosheidscijfer in Suriname zou veel hoger zijn als de overheid een aantal mensen niet zou verzorgen voor lage tot afwezige productiviteit. Nu hebben we een situatie waar de regering bijna op de begroting geen geld heeft. Departementen zullen met moeite de lonen en hun vaste lasten betalen. De overheid besteedt al zoveel geld aan de salarissen en sociale voorzieningen voor de landsdienaren. Deze landsdienaren moeten blij zijn dat ze een baan hebben. Verwachten dat ze nog uitgebreid dansen met dure en luxe band en deejays past niet in deze tijd waar de overheid aan het besparen is. De landsdienaren en de mensen die de ministeries aflopen om sopi te drinken en te dansen, zullen hun pret dit jaar niet zoeken bij lanti. Er zijn traditionele owru yarifeesten, waar de burger nog uit haar bol kan gaan, het bedrijfsleven zal zich daarmee bezighouden. Deze feesten zijn tegelijkertijd pr-campagnes met een commercieel karakter. Het geld dat ministeries eventueel hebben, kunnen ze besteden aan kerstpakketten, met als voorkeur de kinderen van de laagbetaalde groepen met de lage schalen. De waardebonnen die traditioneel worden verdeeld, hoeft niet per se ook voor de ambtenaren in de hogere salarisschalen. Men zou een deel van het geld ook kunnen schenken aan kinderhuizen en huizen van seniorenburgers. Het zou ongepast zijn als ministeries extravagante feesten met eten en drinken en danspartijen geven. Ministeries zeggen als verantwoording vaak dat ze met een openbaar feest, de samenleving wensen te verwennen. De verwennerij moet in een moderne tijd op een andere wijze gebeuren. Ministeries moeten goed kijken naar hun ‘core’ taken en deze steeds moderniseren en herzien. De burgerij moet goed bediend worden, overheidskantoren zijn ten dienste van de burger. De verwennerij van de gemeenschap moet plaatsvinden via een optimale dienstverlening. Daaraan mag gerust wat geld worden besteed. De oproep is dat de overheid toont dat ze bezig is met een versoberingsbeleid. De overheid is niet verplicht om owruyari-feesten te organiseren. De overheid moet zich nu gaan focussen op haar verplichtingen en betalingen die in dit verband gedaan kunnen worden. Al met al moet gezegd worden dat het een wijs besluit van de vp is geweest om nu al duidelijk te maken dat er geen bandeloze feesten gegeven zullen worden vanwege de overheid. De landsdienaren krijgen in plaats daarvan een SRD 100 op hun salaris uitgekeerd. De overheid kan gelijk ook de aanbeveling doen dat ambtenaren hun geld met mate en met gezond verstand besteden en dat men dat zoveel mogelijk doet om de banden in het gezin aan te halen en liefde te tonen aan partner en gezin, maar ook aan anderen die het nog moeilijker hebben. De regering en de burgerij maken moeilijke tijden mee. We kunnen daaruit alleen komen als we bandeloosheid vaarwel zeggen. We geven nu geen feesten omdat er geen geld is, maar ook wanneer we geld hebben, moeten we de decadente losbandige feesten op ministeries niet geven. Ministeries presteren over het algemeen zeer slecht met de uitvoering van hun beleid. Zij moeten pas weer een feest bouwen wanneer ze het waard zijn om complimenten te krijgen voor hun beleidsuitvoering en dienstbaarheid aan de samenleving.