Bronto Somohardjo: 'Papa ik hoor je stem maar ik kan je ogen niet zien'

Vandaag is het precies 33 jaar geleden, dat het voor de gewezen parlementsvoorzitter, voorzitter van de PL en assembleelid Paul Somohardjo weer een bezinningsvolle dag wordt. Op deze dag staat hij stil dat hij nog temidden van zijn vrouw en kinderen, zijn dierbaren, families, vrienden, partijgenoten en sympathisanten mag zijn. Maar de stem van zijn zoon Bronto, weergalmt nog steeds in zijn oren. ‘Papa ik hoor je stem, maar ik kan je ogen niet zien.’ Toen was Bronto nog een klein jochie, dat samen met zijn moeder naar het Fort Zeelandia complex ging om zijn vader in de gevangenis te zien. Bij nader inzien blijkt dat er op dat moment geen sprake was van zien. De kleine jongen ging slechts om de stem van zijn vader te horen. Met zijn kinderlijke verstand toen had hij geen flauw idee waarom zijn vader in het enge gebouw, in de volksmond bekend als The Devil, vastzat en niet naar buiten mocht komen. Hij werd gesust en zoet gehouden door zijn moeder middels het zoeken van amandelen, onder de amandelboom nabij de gevangenis. Somohardjo is eindelijk zover dat hij zijn eigen verhaal kan vertellen.
Somohardjo klom op de schouder van een lotgenoot
Somohardjo kan zich nog heel goed herinneren dat hij op de schouder van een ‎lotgenoot die helaas tot een van de vermoorden behoort, klom om zijn vrouw en kind door de fijne spleten te kunnen zien. Maar omgekeerd zagen zij hem niet. En toen de vriendin van zijn lotgenoot kwam, sprong die op Somohardjo’s schouder. Maar door zijn tengere postuur kon Somohardjo het niet lang volhouden om met de zware last van de compagnon te staan. Dan werden de rollen omgedraaid, Somohardjo ging op zijn schouders en fungeerde letterlijk als doorgeefluik wat hij allemaal tegen haar te zeggen had en omgekeerd. Somohardjo kan zich nog herinneren dat een ander lotgenoot werd getroffen door een hartinfarct. Dwars door de dunne spleten werd om hulp geschreeuwd.
Dode oma heeft leven Somohardjo gered
De dood van zijn oma heeft zijn leven gered. Sedert de coup van Rambocus die op 17 maart plaatsvond, zat Somohardjo in de gevangenis. Zijn grootmoeder die hem ook heeft opgevoed gedurende zijn kinderjaren, zou op 7 december 1982 begraven worden in Commewijne. Somohardjo kreeg toestemming om de begrafenis bij te wonen. Vergezeld van twee bewakers vertrokken zij naar Commewijne. Toen was de Bosje-brug er niet. De oversteek werd gedaan met de veerboot. Maar bij terugkeer misten zij de veerboot van zes uur . Somohardjo en zijn bewakers moesten een uur wachten om te kunnen oversteken. Tussen zes en zeven uur hoorden zij op een gegeven moment schoten. Die kwamen uit de richting van Fort Zeelandia. De bewakers vluchtten hun eigen richting op om hun hachje te redden. Hierdoor zag Somohardjo zijn kans schoon om ook weg te rennen.
Onderduiken is het ergste wat een mens kan meemaken
Uit ervaring vertelt hij dat ‘onderduiken het ergste is wat een mens kan meemaken.’ Hij had geen keus dan onder te duiken. Maar voor hem is het heel moeilijk om dit na te vertellen. Er zijn enkele mensen die nog in leven zijn en die hem in die tijd een helpende hand hebben geboden. Somo wil deze personen niet in problemen brengen. Somohardjo weet nog dat hij van elk geritsel, gejank en gefluister wakker schrok terwijl het angstzweet hem uitbrak. De bekendmakingen en de opsporingsberichten waren er om letterlijk knettergek van te worden. Tijdens de periode dat hij was ondergedoken hebben de militaire machthebbers al het mogelijke gedaan om hem uit zijn schuilplaats te lokken. Zo werd op 10 december via de tv en radio verklaard dat hij middels een vonnis was vrijgesproken. Somohardjo die deze valkuil die voor hem opgezet was tijdig herkende sloeg geen acht op de bekendmakingen over zijn vrijlating.

Vervoerd naast een olie tank
Pas op 23 januari 1983 lukte het hem om met steun van partijleden een vluchtpoging te wagen. Somohardjo werd onder een autobus, naast een olietank geplaatst. ‘Ik kon niet eens goed ademen,’ vertelt hij. Die ruimte die naast de olietank voor hem werd geconstrueerd, werd dichtgemaakt met groente en fruit. De rit vanuit Paramaribo naar Albina was de meest zenuwslopende ervaring. Hij weet nog dat hij het schietgebedje ‘Allah o Akhbar’ zeker meer dan 5000 keer heeft opgezegd. Aangekomen te Albina was de ellende nog lang niet afgelopen. De bootsman weigerde in eerste instantie om hem naar de Franse zijde te brengen. Omdat Somohardjo’s vader een ex-militair was. Na lang praten stemde de bootsman in. Op dat specifieke moment heeft Somohardjo voor de eerste keer een kus gekregen van zijn vader. Verwennerij door zijn vader heeft hij gedurende zijn woelige jaren niet gekend. En toen de bootsman in het midden van de rivier was aangekomen schreeuwde hij het uit ‘Gado Grantangi.’
Somohardjo heeft megedaan aan carnaval
In Sint Laurant, aan de Franse zij aangekomen, was er een carnavalsfeest. Somohardjo kreeg een masker op en zong en danste vrolijk mee alsof ook hij carnaval vierde. Vervolgens werd hij vervoerd naar Cayenne van waaruit hij naar Parijs vloog en daarna reisde hij naar Nederland waar hij zich aansloot bij de Raad voor Bevrijding van Suriname, welke werd geleid door oud president Chin A Sen. Maar in Nederland moest hij ook voorzichtig en altijd op zijn hoede zijn. Tot in Nederland werd door de militaire machthebbers geprobeerd om Somohardjo van kant te maken. Zo werd er een keer thuis bij zijn broertje waar hij verbleef in Nederland, aangebeld. Zijn broertje die de deur openmaakte, kreeg vijf schoten te incasseren. Hij overleefde de aanslag. ‘Hij leeft nog steeds met een schot aan zijn hoofd.’
Ik ben vergevingsgezind maar Bouterse niet
Somohardjo benadrukt dat ondanks al de nare ervaringen waar Bouterse de motor erachter was, heeft hij Bouterse vergeven. Middels verraad van eigen partners heeft Somohardjo Bouterse geholpen om president te worden in 2010. Somohardjo heeft de aanname van de Amnestiewet ook ondersteund zij het dat hij daar later erge spijt van kreeg. ‘Maar Bouterse probeert mij altijd te vernietigen,’ aldus Somohardjo. Hij is van oordeel dat God hem altijd gebruikt als de tegenpool van Bouterse. Vanaf de jaren 90 zou Bouterse erop uit zijn om Somohardjo politiek kapot te maken. Dit begon vanaf de Pendawalima, en nog steeds binnen de PL waar hij tracht tweedracht te zaaien binnen de PL. ‘Moet ik maar telkens blijven vergeven’ vraagt Somohardjo zich weleens af.
Nabestaanden decembermoorden hebben mij kwalijk genomen
Somohardjo is zich goed doordrongen van het feit dat de nabestaanden van de decembermoorden hem kwalijk hebben genomen dat hij de Amnestiewet heeft ondersteund. Somohardjo zegt dat indien hij voldoende ingelicht zou zijn dat zeven assembleeleden de wet niet zouden ondersteunen, hij nimmer voor de aanname van de wet gestemd zou hebben. Hij bevond zich in Indonesië op privé reis bij zijn echtgenote die toen de ambassadeur van Suriname was in Indonesië. Overnight werd hij door Bouterse gebeld en niet eens goed bijgekomen van het gesprek stond een afgezant, een zekere B, al voor zijn deur in Indonesië om opgehaald te worden. ‘Het was een foute politieke inschatting van mij geweest’, ‎drong tot hem door toen de impact van de aanname van de wet tot hem doordrong. ‘Maar het Hof van Justitie heeft deze politieke fout nu gecorrigeerd’ aldus Somohardjo opgelucht.
Asha Gajadien-Bhagwat

error: Kopiëren mag niet!