“Het feit dat de Stichting Auteursrechten Suriname (Sasur) nog steeds mediabedrijven tot haar prooi maakt, moet voor een keer opgelost worden. De wet geldt voor een ieder. Dus ook voor Sasur. Sasur moet zich aan de wet houden.” Dit stelt minister Jennifer van Dijk-Silos van Justitie & Politie tegenover Dagblad Suriname. Wat mediabedrijven en showorganisatoren niet snappen, is hoe Sasur toch gelden kan innen, terwijl er wijzigingen waren in de initiatiefwet. Op 13 maart werd de initiatiefwet, waarin de wijzigingen van de Wet Auteursrecht van 1913 waren aangebracht, aangenomen. Binnen drie maanden moesten verenigingen zich aandienen om op te treden als bemiddelingsbureau. De stichtingsvorm werd bij wet opgeheven. Sasur mag niet meer optreden als bemiddelingsbureau voor muziekauteursrechten. De bewindsvrouw zegt dat de wet duidelijk stelt dat de rechtspersoon van de auteursrechtenwaakhond een vereniging moet zijn. Het probleem dat volgens haar komt kijken, is dat Sasur een stichting is. Op basis hiervan vervallen alle rechten van Sasur en heeft zij volgens de minister geen bestaansrecht . Van Dijk-Silos benadrukt dat Sasur echter vrijstaat om vorderingen bij de rechter in te dienen. “De issue is wat de rechter ermee zal doen”, stelt de bewindsvrouw.
Geen vrijbrief om illegaal muziek uit repertoire te gebruiken
Volgens Sasur vertegenwoordigt haar organisatie zowel Surinaamse als buitenlandse toonkunstenaars. Prim Ramlal, voorzitter van de stichting, vindt dat over het algemeen de wet een ieder verbiedt om illegaal muziek te gebruiken. Volgens Ramlal zou iedereen zo een bureau kunnen opzetten, maar blijft er maar één wereldrepertoire dat gebruikt mag worden. De internationale regelgeving heeft volgens hem ook haar voorschriften daarvoor. Volgens de Sasur-voorzitter is het niet zo dat Sasur mediabedrijven op de vingers tikt. Het staat volgens hem bij wet geregeld dat je zonder toestemming geen muziek mag gebruiken. Hoewel de beschikking van Sasur formeel reeds in 2013 is ingetrokken, zegt Ramlal dat de werkzaamheden van de auteursrechtenwaakhond niet staat en valt met de beschikking van de minister. “Dit is keer op keer ook duidelijk gemaakt, want niet de minister bepaalt wat een particulier wel of niet mag doen.” De Sasur-voorzitter vindt dat de minister een beschikking heeft gegeven om licentieovereenkomsten met mediabedrijven te sluiten. Nu vindt de minister het niet meer nodig dat Sasur dat doet, waardoor zijn toestemming is ingetrokken. Deze intrekking geeft de muziekgebruiker geen vrijbrief om alles te doen en te laten als het om muziek gaat. Willen de muziekgebruikers overgaan tot legaal muziekgebruik, moeten deze mensen dan toestemming hebben van of de auteur of van Sasur. “De wet staat boven alles en die verbiedt een ieder om illegaal muziek te gebruiken”, aldus Ramlal. Overigens heeft geen van hen nog ooit een cent uitgekeerd gekregen van Sasur. Sasur gaat er nu vanuit, dat er geen toestemming nodig is van de staat om artiesten te vertegenwoordigen en geld te innen.
Standpunt Sasur slaat op niets
Het feit dat Sasur steeds aangeeft beschermer te zijn van een internationaal repertoire en hierbij verplichtingen heeft jegens de organisaties Cisac, IPRS en Buma, slaat volgens de minister op niets. Ook vindt de auteursrechtenwaakhond dat burgers uit staten die partij zijn bij de Berne Convention for the Protection of Literary and Artistic Works, gelijke bescherming genieten als die welke ingezetenen van Suriname onder de Wet Auteursrecht 1913 genieten. Evenzo is volgens de organisatie zulks geldig voor burgers van landen die middels de Wereld Handels Organisatie aangesloten zijn bij het Trips-verdrag. Hoewel de minister de vorderingen van Sasur niet onder ogen heeft gehad om zodoende een goede analyse te kunnen maken, vindt zij wel dat Sasur haar stellingen in het verleden nooit hard heeft kunnen maken. Zij benadrukt dat zij haar gedachte nog niet over deze kwestie heeft laten gaan. “Ik vind wel dat de wet door een ieder nageleefd moet worden”, aldus de bewindsvrouw.
FR