Cyclus rijstsector weer compleet

dblogoDe landbouwers in de rijstsector zijn gisteren de straat opgegaan om te protesteren tegen zaken die niet goed lopen. ‘Het is weer zover’, zou men schertsend kunnen zeggen. Het verschil is nu wel dat men met doodskisten heeft gelopen. Het probleem is nu dat bijna 75% van de nieuwe oogst al binnen is en de verkoopprijs van padie nog niet is bepaald. De prijs die genoemd wordt, zou niet rendabel zijn voor de boeren. Nu is weer aan de orde dat de leningen niet zullen kunnen worden afbetaald en dat eigendommen op de veiling zullen worden verkocht. De landbouwers hebben de export zodanig begrepen, dat het de bedoeling was dat de export – tegen een veel hogere dan de wereldmarktprijs – zou leiden tot uiteindelijk een hogere opkoopprijs in 2015. Dit alles maken we tweemaal per jaar mee. Regelmatig zijn er perikelen rondom de waterhuishouding. De opkoopprijs van padie is constant een probleem. Al enkele jaren krijgen de boeren een compensatie van de overheid per hectare ingezaaide padie. In de plantenteelt praat men over korte en lange cyclussen. De problematiek van de Surinaamse rijstsector kan ook weergegeven worden in cyclussen. De rijstsector van Suriname zit geconcentreerd in Nickerie in de uitgestrekte polders. Jongeren zien er geen heil in en ambiëren andersoortige banen. Velen emigreren naar de stad of naar Nederland. Er zijn florerende rijstbedrijven in het rijstdistrict, maar ook die in verval zijn. Studenten vertrekken naar Paramaribo om er niet meer terug te keren. Onlangs kregen we de ‘inbere’ van de rijstsector te zien. We constateren al jarenlang dat er sprake is van verdeeldheid, maar de exacte oorzaak kenden wij niet. Recent hebben we een verklaring gezien van de oorzaak. De verdeeldheid heeft te maken met egoïsme en onderling wantrouwen onder de districtsgenoten. Dat zagen we laatst toen padie kon worden geëxporteerd. De vereniging van exporteurs van padie is door onderlinge gekibbel eraan kapot gegaan, althans het bestuur is uit elkaar. Toen de exporteurs moesten worden aangewezen en welke hoeveelheid ze zouden exporteren, ontstond een ruzie. Naar verluidt zou de voorzitter van de vereniging zichzelf eerst willen zegenen met het kruis. De rest mocht hem worst wezen. De rest kwam op en de man was bereid zijn functie neer te leggen. Uiteindelijk werd een verdeelsleutel overeengekomen. ‘Hebzucht heeft gemaakt dat het bestuur van de VRE vandaag kapot is’, zei een rijstproducent aan de krant, die ook lid is van de Vereniging van Rijstexporteurs en Verwerkers (VRE). Volgens deze producent/exporteur wilde alleen de voorzitter van de VRE zijn padie exporteren. Hij zei geen moeite daarmee te hebben, alleen moest hij de padie van de kleine rijstboeren opkopen. De producent/exporteur heeft het over een prijs tussen de SRD 65 en SRD 70. De boeren zouden nu per baal slechts SRD 50 krijgen. Dat is ook de aanleiding van de staking. Naar verluidt wordt nu een tweede vereniging opgericht van padie-exporteurs en –verwerkers. Organisatie hebben niet gefunctioneerd en in plaats van deze te herstellen, gaat men een tweede organisatie oprichten. Dat is mede het bewijs dat in deze sector de ondernemers en werkers alleen aan hun eigen persoonlijke financieel belang denken. Waarom is nooit het idee opgekomen om de kleine boeren van Nickerie te verenigen in coöperaties? Men zou een Landbouwcoöperatie Oostelijke Polders (LOP) en een Landbouwcoöperatie Westelijke Polders (LWP) van kunnen maken. De landbouwers zelf zeggen dat ze de rijstbouw niet vaarwel kunnen zeggen. ‘Als wij dat doen, wie zal dan het eten voor het volk van Suriname verbouwen’, is de verdediging van de rijstboeren. Waarom zijn er dan steeds dezelfde problemen in de sector. Er zijn enkele organisaties die actief zijn om de belangen van de boeren te behartigen, maar erg succesvol zijn die organisaties niet. Dat zou kunnen liggen aan de kwaliteit van de leiding. Jonge mensen moeten klaargestoomd worden om het bestuur over te nemen. De rijstboeren hebben met hun organisaties geen ‘consultatieve status’ bij de beleidsmakers/de overheid. Het is dus niet zo dat de organisaties steeds geconsulteerd worden wanneer het gaat om zaken die de regering overweegt voor de rijstboeren. Een oorzaak is dat de rijstboerenorganisaties in hun werk weinig gebruikmaken van wetenschappelijke gegevens en cijfers. De boerenorganisaties schijnen niet eens te weten hoe het voor hun belangrijk ministerie van LVV is ingericht. Nu is er een demonstratie geweest gisteren. Een staking van werknemers verschilt qua karakter veel van een protestmars van rijstboeren. Hier gaat het om zelfstandigen en is de actie niet gericht tegen de rijstboeren; het is de werkgever zelf die op straat is. In welke sectoren maken we dat nog mee? In geen enkele. Dat wil zeggen dat deze ondernemers zichzelf niet als zodanig zien en structurele oplossingen vanuit LVV niet bewerkstelligd kunnen krijgen. De politiek heeft de rijstsector in de afgelopen periode niet serieus genomen, omdat aan de sector geen inspraak is gegeven. Dat heeft de sector niet kunnen afdwingen. In deze verkiezingsperiode wordt uitgekeken naar de politieke partij die met een structurele oplossing komt voor de sector via een partnerschap en inspraakfora. Een ding is wel duidelijk, zolang de rijstboeren niet gereed en/of bereid zijn om de belangrijkste factor te zijn in hun bestaan, zullen de onsmakelijkheden aanhouden.

error: Kopiëren mag niet!