Voedselsoevereiniteit en duurzame landbouw

dblogoElke industriële revolutie is voorafgegaan door een landbouwrevolutie. De economische geschiedenis leert dat alle rijke landen, de Europese Unie, Engeland, de andere Europese landen en de Verenigde Staten tot Japan, Zuid-Korea en ook het opkomende China hun landbouw afschermen van de wereldmarkt, hun boeren beschermen en hun industrialisering en welvaart opgebouwd hebben op basis van een productieve landbouw. Zo zijn ze rijk geworden.
De Verenigde Staten passen een uitgebreid systeem van protectionisme toe: douanetarieven, quota’s, binnenlandse subsidies, landbouw subsidies aan de boeren, dumping van goederen en prijzen en exportsubsidies. Lincolns wet van 1862, de Homestead Act, gaf ieder gezin een stuk grond van 65 ha in bezit. Iedere vruchtgebruiker werd verplicht om zijn land tenminste vijf jaar lang te bebouwen. Het toegankelijke, vruchtbare en bijna gratis land trok de Europese boeren aan als een onweerstaanbare magneet. Het waren vrije boeren uit Europa die de landbouw in de U.S.A gingen ontwikkelen. Het waren geen fortuinjagers, geen grondspeculanten, geen verkavelaars van landbouwgronden maar pioniers.
Hun drijfveer was hun eigen ontwikkeling en die van hun nieuwe land.
China heeft vanaf de overname van de macht door Mao Tse Tsung heel veel in de landbouwproductie geïnvesteerd. De oneerlijke, ongelijke landverdeling was in dit land een wijd verbreid onrecht. De doorvoering van radicale landhervormingen werd krachtig aangepakt, confiscatie en herverdeling van land waren de grondbeginselen van de communistische agrarische politiek. Voedselschaarste, graanimporten, transportproblemen etc. dwongen de regering ideologische visies te vervangen voor praktische maatregelen ter verhoging van de eigen voedselproductie en bescherming van de landbouw en de boeren.
Israël en de Arabische landen hebben voor gegarandeerde eigen voedselvoorziening woestijngebieden doen inpolderen en van kunstmatige watertoevoer voor de landbouwproductie voorzien.
Alle rijke landen hebben zich geïndustrialiseerd achter min of meer gesloten grenzen (protectionisme). Engeland, China, USA, Europa en de Europese Unie. Een zeer groot deel van de begroting van de Europese Unie gaat naar subsidies van de Europese boeren (melk, vlees, boter, aardappelen, tarwe, maïs, graan, suiker etc…) Maar voor andere landen mag dat niet.
De Wereldhandelsorganisatie (WTO-Geneva) zweert bij markten die altijd volledig open moeten zijn. En de wereld laat zich meeslepen. De gevolgen voor de arme landen zijn desastreus, omdat zij afhankelijk zijn van de wereldmarktprijzen. Terwijl alle rijke landen hun landbouw met beschermingsmaatregelen productiever hebben gemaakt. En hierdoor tevens hun bevolking van gegarandeerde relatief goedkoop voedsel kunnen voorzien. De vrijgekomen mensen en middelen—het zogenaamde surplus – hebben ze gebruikt om te industrialiseren.
De econoom Amartya Sen schrijft in zijn boek “Development as Freedom “ Oxford, 1999 het navolgende. “Honger en ondervoeding zijn in hoge mate politieke kwesties. Regeringen die zich volop inzetten om honger en armoede te bestrijden, zijn meestal in staat om deze ook terug te dringen. Daarom komen hongersnoden weinig voor in onafhankelijke en democratische landen met een vrije pers. Want na een hongersnood kunnen politieke leiders hun herverkiezing wel vergeten. De hongersnoden van de 21ste eeuw vonden alle plaats in dictatoriaal bestuurde landen. Want door het gebrek aan oppositiepartijen in het parlement of een vrije pers op straat, wordt een overheid nooit tegengesproken. Integendeel, de bange burgers praten hun dictator louter naar de mond, terwijl ze negatieve ontwikkelingen, zoals aanstormende hongersnood en schaarste aan primaire levensbehoeften, voor de dictator verzwijgen. Terwijl miljoenen sterven, overleven de heersers, de machthebbers, de machtigen altijd. Hun macht wordt niet ter discussie gesteld. Het tegengaan van armoede en hongersnood vergt op de eerste plaats een democratische orde, bezielend en visionair leiderschap, openbaarheid van informatie en steun voor onafhankelijke nieuwsmedia. Democratie eist immers een democratische grondhouding van terughoudendheid, het opschorten van het eigen gelijk en tolerantie voor minderheden. Een land hoeft niet geschikt bevonden te worden voor democratie. Een land wordt geschikt door de democratie…….”, aldus de econoom Amartya Sen.
Leendert Doerga

error: Kopiëren mag niet!