Kantonrechter Rewita Chatterpal bleek gisteren duidelijk niet onder de indruk te zijn van de verklaring van de drugsverdachte Wilfred Zwelliger. De verdachte, die terecht stond voor drugsverkoop, gaf de magistraat te kennen dat hij het verderfelijk spul van een zekere John had gehad. John, die een goede vriend was, zou Zwelliger enkele dagen eerder op straat ontmoet hebben, waarbij hij de verdachte vroeg of die enkele wikkels cocaïne voor hem zou kunnen verpakken. De fictieve John zou ook verpakkingsmateriaal hebben meegegeven, zonder echter instructies hoe deze te gebruiken. Chatterpal vond deze verklaring onaannemelijk, omdat de verdachte geen duidelijke beschrijving of woonadres van John kon aangeven.
De rechter vond ook dat de observerende politieambtenaar nagelaten had om de mogelijke klanten van de verdachte te ondervragen, waardoor er teveel manco’s in het onderzoek waren. De politie zou op 16 december 2014 een anonieme tip hebben gekregen dat Zwelliger met drugsverkoop bezig zou zijn. De wetsdienaren zouden bij observatie slechts gezien hebben dat bepaalde transacties daar plaatsvonden. Echter verzuimden zij om de zogenaamde klanten te ondervragen. Hierdoor kon de rechter niets anders doen dan de verdachte voor drugsbezit te vonnissen. Zwelliger kreeg een celstraf van vijf maanden, waarvan vier voorwaardelijk, en een geldboete van SRD 1000, subsidiair een maand hechtenis, opgelegd. De verdachte was al reeds in vrijheid gesteld en blijft op vrije voeten.
FR
