Spiegeltje, spiegeltje in de kist, wie is de schuldige?

Suriname is in de ban van de verkiezingen. De propagandamachines komen goed op gang. Het is druk op de transfermarkt. De ene verlaat zijn club voor de andere, met de bedoeling een betere of vaste positie in het team te veroveren. Voor de ene voorzitter is het verdriet, terwijl het voor de andere vreugde is. Kwaliteit telt niet voor bepaalde coaches, maar de kwantiteit. Het hangt van jou marktwaarde af wat jij als speler krijgt; belofte, geld of een bosje bloemen. Maar hoe kan dit anno 2015 in Suriname plaatsvinden?
De mens is een sociaal wezen met verschillende behoeften. Een paar van deze zijn: acceptatie, respect, waardering en beloning. De samenleving waarvan we deel uitmaken, speelt een belangrijke rol in onze ontwikkeling. Identiteits- en persoonlijke ontwikkeling zijn daarmee sociale processen om een beeld te ontwikkelen en te vormen van jezelf. Om jezelf een identiteit toe te kennen, heb je anderen nodig. Om jezelf te begrijpen, moet je eerst begrepen worden door een ander. Hierbij speelt de opvoeding een belangrijke rol. Wie we zijn, wie we horen te zijn, wordt van kinds af aan beïnvloed door anderen. De opvoeding is hiermee van eminent belang. Ook het goede voorbeeld van beleidsmakers, maar vooral de ouders is cruciaal voor ons verder leven. Wanneer positief gedrag en houding worden beloond, zijn we geneigd meer te vertonen, hierdoor kunnen we anderen beïnvloeden.
Het milieu, de omgeving, maar vooral de organisatie: een bedrijf, een vereniging of een politieke partij, waarin jij je bevindt is ook van invloed op jou ontplooiingsmogelijkheden. Heel wat politieke partijen moesten het in de afgelopen dagen ontgelden. De beschuldigingen van omkoperij, overlopers en ontneming van ontplooiingskansen zijn alom.
Maar hoe komt het dat wij als volk nu pas deelgenoot zijn van deze beschuldigingen? Is het een kwestie van overmacht of onwil? Loyaliteit, angst, onvoldoende beoordelingsvermogen of politieke hoererij? Ik wil het niet ontkennen dat leden binnen een organisatie jou kunnen tegenwerken, om maar niet te praten over bepaalde bazen van bedrijven die arbeiders het leven bijna onmogelijk maken. Het mes snijdt aan twee kanten. Wat is jou bijdrage om uit deze situatie te komen? Beter gezegd, wat doe je om de situatie positief te beïnvloeden?
De gebeurtenissen van de afgelopen dagen doen mij denken aan het verhaal van een oude vriend een paar jaren geleden. Het verhaal luidt als volgt:
Er was een bedrijf met heel veel arbeiders. Deze arbeiders klaagden telkens dat ze werden tegengewerkt door de baas, want ze kregen geen promotie en ook geen waardering voor de geleverde prestatie. Ook werden ze tegengewerkt. Het was zelfs zo erg dat de arbeiders het besluit namen om het werk neer te leggen. Ze waren boos, teleurgesteld, verbitterd, radeloos, verhit en voelden zich in hun ziel gekrenkt. Het was een weekend. Toen de arbeiders de maandag daarop aan het werk verschenen, hing een grote bord met het opschrift: “De persoon die je haat, die je tegenwerkt, de persoon die voor alle ellende in jouw leven aansprakelijk is, is dood. Echt, hij leeft niet meer.”
Wat waren de arbeiders blij. Ze dansten, schreeuwden, dronken en feliciteerden elkaar. Unaniem waren ze ermee eens dat de weg nu vrij is om vooruit te komen. Met blijdschap keerden ze huiswaarts terug. Deze blijdschap werd met hun huisgenoten gedeeld. Vol blijdschap keerden de arbeiders terug naar hun werkplek. Op de werkplaats hing weer een bord met het opschrift: “Morgenmiddag wordt de persoon die alle ellende in jou leven heeft veroorzaakt, begraven”.
Op de dag van de begrafenis waren de arbeiders ook blij. Ze stonden vroeg in de rij om afscheid te nemen. Midden in de hal lag de doodskist met het stoffelijk overschot van de overledene. Ze haastten zich om afscheid te nemen. Want ze wilden zien wie de boosdoener was. Eén voor één namen ze afscheid van de persoon in de doodskist. Maar toen de eerste arbeider bij de doodskist aankwam, was de gezichtsuitdrukking van de arbeider veranderd. De blijdschap heeft plaats gemaakt voor ongeloof en verontwaardiging. Ook bij de tweede tot aan de laatste arbeider was de uitdrukking op de gezichten hetzelfde. Bij de ene was het nog erger dan bij de andere.
Wat ligt eigenlijk in de doodskist? Geen lijk! Maar wel een spiegel. Wanneer ze in de spiegel keken, zagen ze zichzelf. De moraal van het verhaal is dat wij meestal de schuld geven aan anderen voor ons falen. Wij vinden altijd een zondebok. Meestal vergeten we de handen in eigen boezem te steken. Niemand houd je achter. Sta op! Werk aan je eigen vooruitgang. Als je een vinger naar iemand anders wijst, wijzen de andere drie naar jezelf en de duim naar boven. Nog wat. Zodra je het gevoel krijgt dat iemand anders je tegenwerkt. Ga voor de spiegel staan. Stel jezelf de vraag. Spiegeltje, spiegeltje in de kist, wie is de schuldige? Je krijgt ongetwijfeld het antwoord.
Robby Amain

error: Kopiëren mag niet!