“Wij kunnen de concurrentie tegen de grote winkeliers niet meer aan. We zijn bij meerdere instanties geweest om ons beklag te doen, maar krijgen steeds te horen dat ‘iedereen moet eten’. Wie gaat de kleine winkeliers tegen hun dreigende ondergang beschermen?” Rudy Balak, voorzitter van de Vereniging van Winkeliers in Suriname, wijst erop dat voornamelijk de Chinese winkeliers, die overal gigantische supermarkten opzetten, de kleinere winkeliers beconcurreren. De grote Chinese winkels staan onder beheer van buitenlandse Chinezen. De meeste zijn verenigd in een of meerdere Chinese winkeliersverenigingen. “De grote winkeliers verzwelgen de kleinere. Ook al hanteren beide dezelfde prijzen, de grote winkels hebben meer keus.” Wat Balak niet kan vatten, is dat er binnen een straal van 1 kilometer wel 10 winkels worden toegestaan. Hij vraagt zich af of instanties die vergunningen uitgeven, niet eerst nagaan of er wel een behoefte is in de buurt aan zoveel supermarkten. Hij wil dat er een halt wordt toegeroepen aan het verstrekken van nieuwe vergunningen en dat men zich voorlopig slechts richt op het verlengen van de bestaande.
Balak geeft aan dat voor een bevolking van ongeveer 150.000 gezinnen op dit moment 8.000 winkels ter beschikking zijn. Balak meent dat de recente dollarschaarste mede veroorzaakt wordt door Chinese winkeliers die de Amerikaanse dollars in Suriname opkopen en naar China sturen. “Vele varkens maken de spoeling dun”, zegt de voorzitter van de Vereniging van Winkeliers. “Is dit de manier om onze eigen mensen te beschermen?”.
