Uitzichtloze verkiezingsstrijd

Wanneer personen in Suriname in de op gang gekomen verkiezingsstrijd hun gloedvolle politieke pleidooien houden, moeten wij ons, vooral nu als kiesgerechtigden, kritisch afvragen waar de geloofwaardigheid van deze lieden begint. De instroom van nieuwe ‘briljanten’ in de politiek is in volle gang. Corruptiegrootheden worden door intellectuelen en crimefighters in het openbaar openlijk omarmd. De grens tussen moraal en immoraliteit is in de politiek daarom niet langer te volgen. De materiële verrijking van kleine kringen gelijkgestemden in de politiek en van degenen die achter de schermen aan de touwtjes trekken is waarschijnlijk de uiting van de soevereine volkswil van Suriname. Die volkswil, zoals bedoeld in onze Grondwet. De zittende regering heeft naast goede daden ook manifeste misslagen op haar naam staan. In de sfeer van goede beleidsvoorbereiding, betrokkenheid van de gemeenschap bij het overheidshandelen, controle op bestedingen en verantwoording is kritiek van diverse zijden niet uitgebleven. Op meerdere momenten leek de regeringsleider wel ontoegankelijk voor welgemeende kritiek en aanbevelingen vanuit de gemeenschap. Zal dit alles de huidige president duur komen te staan, gelijk zijn ambtsvoorganger heeft ervaren?
Hoe moeten de kiesgerechtigden straks stemmen? Aan welke zijde van het krachtenspel in de verkiezingsstrijd moet straks hun sympathie gegeven worden? Tot heden is door sprekers vanuit politieke partijen of partijcombinaties geen zinnig woord geuit over de toekomstige besturing van ons land. De eerste toespraken vanaf het podium zijn genoteerd. Wij hebben het gehoord, maar niet zo best begrepen. Dubbelhartigheid bezwangert politiek Suriname. ‘Ik ben nog altijd lid van mijn eigen regeringspartij, maar ondersteun nu wel de tegenpartij’. Waarlijk, ook de literatuur zal ons brein geen inzicht bieden in deze unieke samengang. Coalitievorming is ook nu weer gedwongen broederschap tussen partijleiders, die in beraad zijn over hun getallen en aantallen. Nickerianen mochten onlangs huiswaarts met de mededeling tijdens een toespraak aldaar van een partijleider, dat het partijprogramma reeds klaar ligt voor verdere acties in combinatieverband. Maar die Nickerianen weten verder van niets. En toch, het volk heeft blijkens artikel 55 van de Grondwet de soevereine volkswil: ‘De Nationale Assemblee vertegenwoordigt het volk van Suriname en brengt de soevereine wil van de natie tot uitdrukking.’ Zo bepaalt de Grondwet. En die volkswil wordt ook nu weer verwoord in beleidsprogramma’s waarvan het volk zelf geen kennis draagt. Waar zijn toch de politieke leermeesters die ons als volk moeten onderrichten over ‘onze volkswil’ en over ‘natie en natievorming?’ Die ‘volkswil’ is overigens een zinledige gelegenheidsbegrip, omdat het Surinaamse volk na elke verkiezing verder mag stikken. Terwijl onbegrijpelijke uitspraken en armoedige taal, die overigens verwachtbaar waren, onze atmosfeer vullen, politieke prostitutie weer in volle bloei staat, moeten wij het maar met elkaar delen dat Suriname nog een lange weg te gaan heeft in het ontwikkelingsproces naar politieke volwassenheid. Schenk uw aandacht vooral aan inhoud en niveau van politieke toespraken die elkaar in rap tempo zullen opvolgen. Ook in ander opzicht kampt Suriname met zwakteverschijnsel: een maatschappij waarin middenveldorganisaties het op kritieke momenten, zoals nu, laten afweten. Op economen na hebben hoger geschoolden helaas geen eigen platform om de gemeenschap in deze periode te dienen. Het gaat slecht met Suriname, zegt thans een der grootste politieke tegenstanders. Corruptie, zo zegt die, heeft ons land kapot gemaakt. Onze vraag moet luiden: waar zitten dan die corruptietelers? Het moet u niet ontgaan dat fraude, corruptie, bedrog, leugen en misleiding de hoofdthema’s zijn waarmede politieke tegenstanders elkaar nu bestoken. Daarvan zal deze verkiezingsstrijd verder doortrokken blijven. Predikers van goed bestuur hebben, tegenstrijdig genoeg, heel vaak hun banden met de grondleggers van ondeugdelijke politiek in ons land, hetzij als medebestuurders of als adviseurs van politieke partijen in Suriname. Onze problemen zijn niet in de eerste plaats de vele ongemakken waarmee wij als Surinamers in eigen land kampen. Onze grootste kopzorg ligt in de grondhouding van personen die ons steeds weer willen voorgaan, doch die de eigenschap missen om in alle oprechtheid het Surinaamse volk tegemoet te treden. Daarom kan een assembleelid met geringe scholing en zonder bruikbare referenties beschikken over 150 hectaren aan domeingrond, terwijl duizenden oprechte burgers smachten naar een lapje bouwgrond.
Stanley Westerborg
imocons@yahoo,com

error: Kopiëren mag niet!