Suriname en Georgië: tegenpolen vanwege politieke wil

Het land Georgië is in betrekkelijk korte tijd veranderd van een van de minst aantrekkelijke landen om er te investeren in een van de meest aantrekkelijke in de wereld. Surinaamse politici denken dat wat buitenlandse landen kunnen, wij ook eventjes kunnen doen. Die fout maakten de DNA-voorzitter, een DNA-delegatie die naar Georgië ging en Buza ook recent. De aap van de transformatie kwam voor de delegatie de afgelopen dagen uit de mouw: het gaan niet om ingewikkelde programma’s met Engelse en Franse benamingen, maar om een Nederlands woord dat wij goed begrijpen: anticorruptiebeleid. Gedurende twee dagen heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken in samenwerking van het parlement getracht om de civil society en werkers in de publieke sector te informeren over het voorbeeld van Georgië. Volgens de voorzitter was het historisch dat een DNA-delegatie verslag doet na een dienstreis. Uit de berichtgeving blijkt dat het niet de delegatie is die verslag doet, maar meer een ‘ingehuurde’ delegatie uit het land zelf. Waarom kiest de delegatie niet om zelf verslag te doen over de ervaringen opgedaan in dit voormalig Sovjet Unie-deelstaat? Heeft men goed opgelet tijdens de dienstreis? Het hele verhaal van de buitenlandse delegatie gisteren nog draaide om corruptiebestrijding. Hoe kan men een delegatie uit het buitenland uitnodigen over corruptiebestrijding te praten, terwijl geen enkele regering tot nu toe – ook deze niet – serieus is geweest over corruptiebestrijding? De verklaring van dit alles is dat de Surinaamse delegatie in Georgië niet heeft opgelet en geen aandacht heeft gehad voor de hoofdoorzaak van de vorderingen die het land heeft geboekt. Als men wist dat het om anticorruptiebeleid gaat, had men de Georgische delegatie niet uitgenodigd. Hoe fatsoenlijk is het van de DNA-voorzitter om een delegatie uit te nodigen om over anticorruptie te praten, terwijl op dit punt in Suriname geen vorderingen worden geboekt, omdat de politieke wil aan beide zijden ontbreekt? Gisteren nog was het alles wat de klok slaat vanuit de Georgische kant anticorruptie. Men besprak gisteren de hervormingen die men in het land ten aanzien van belastingen, inningen en de douane heeft doorgevoerd. Het land heeft recent een strategisch anticorruptieplan voor 3 jaren aangenomen en uitgevoerd. Zijn de huidige en toekomstige regering in staat om zo een plan door te voeren? En dan moet het niet alleen gaan om plannen, maar het getoond structureel gedrag op dit punt. Het antwoord is eerder ontkennend dan bevestigend. We horen het aan van buitenlanders, maar wanneer Surinamers iets zeggen dan begint men te kijken naar de splinter in die persoon zijn ogen. De presentaties op de twee dagen kan als een strategische fout van de DNA-voorzitter en Buza worden genoemd. En die strategische fout is dat men had verwacht dat de buitenlanders over ingewikkelde ‘financiële reconstructie-verhalen’ zouden praten, maar het verhaal was eenvoudig dat de corruptie moet worden aangepakt. De partij waartoe de DNA-voorzitter behoort die bagatelliseert dat er sprake is van corruptie en dat het iets van altijd is. Wat heeft de DNA-voorzitter met de presentaties willen bereiken? Heeft zij een boodschap trachten te sturen richting haar partijvoorzitter bij monde van de Georgische delegatie? De DNA-voorzitter heeft het gesteld dat wij het ook vorderingen moeten kunnen maken, maar dat is zeer naïef denken. De DNA-voorzitter wil namelijk wel het resultaat, maar niet de maatregelen die daartoe leiden (corruptiebestrijding). In Georgië is op aandringen van het volk een grondig anticorruptieprogramma uitgevoerd. Het resultaat was uiteindelijk dat 80% van de politie en 80% van de douane moest worden ontslagen. In het jongere geschoolde gedeelte van het land waren er genoeg eerlijke jongeren te vinden die de opengevallen vacatures wilden invullen en eerlijk door het leven wilden gaan. Alle muren van kantoren waarin ambtenaren hun afperspraktijken uitvoeren, werden gesloopt. Overheidskantoren werden letterlijk glazen gebouwen met geen of glazen wanden. Processen werden drastisch versneld, waardoor er geen tijd meer is om tyuku te geven en te vragen. Diensten worden verleend zonder dat dienstverleners ruimte hebben om in contact te komen met geld. President Shaakashvili die in 2004 aantrad in Georgië is in tegenstelling tot onze president Bouterse wat anticorruptie betreft een man van zijn woord. Hij beloofde corruptie uit te roeien en hij zette door. Bij ons neemt de president na een sterke belofte, al jaren het C-woord niet meer in de mond. Het is net een trauma voor hem geworden. De DNA-voorzitter en haar DNA-delegatie moeten de indruk niet wekken dat we eventjes Georgië na zullen doen. Daarvoor heb je een andere generatie politici en leiders nodig, die nu niet aan zet zijn. Voor de Wereldbank is Georgië een anticorruptie succes story. Ondanks alle drastische maatregelen stond Georgië in 2012 nog op de 51ste plaats op de corruptie perceptie index van Transparency International, Suriname op de 88ste plaats. Het land was in 2014 op de 50ste plaats en Suriname op de 100ste. Waar Georgië vooruit gaat, tuimelen wij naar beneden. Georgië staat wat het businessvriendelijk zijn (ease of doing business) in 2014 op de 15de plek wereldwijd, wij op de 162ste plaats. Daarvoor was het land in de top 10. Heren en dames politici, economisch aantrekkelijk vereist eerlijk worden en dat uitstralen naar de rest. Dat is voor velen in deze branche een heel moeilijke tot zelfs onmogelijke zaak. De Georgiërs zeggen dat men mensen massaal heeft ontslagen, omdat corruptelingen niet te herscholen zijn. Wat moeten we zeggen als we kijken naar de politieke onwil hier om de zaak aan te pakken?

error: Kopiëren mag niet!