Staatsolie weer onder druk

Wellicht is de Sarnami uitdrukking van ‘tjapraha’ aan de orde wanneer de kwestie van Staatsolie aan de orde komt. Tjapraha is te vergelijken met de Sranan Tongo uitdrukking ‘krabita anu’. Met deze uitdrukking tracht men in alle twee Surinaamse talen aan te duiden personen die met hun interventie alles ten gronde kunnen richten wat tevoren wel bij vaarde. Er is veel te doen rondom Staatsolie de laatste tijd. Dat was ook het geval in de periode 1996-2000 toen zelfs de vervanging van een directeur, die geacht werd het goed te doen, aan de orde was. Hij moest namelijk toen een sta in de weg zijn geweest voor financieel ingrijpen dat noodzakelijk werd geacht door de toenmalige regering. Een aantal opmerkelijke zaken is nu weer aan de gang. Het eerste markante punt betreft het radicaal ongemotiveerd en bijna emotioneel afwijzen van het ethanolproject door de huidige president. Als we het ons goed herinneren, zou hij zelfs de uitdrukking ‘over my dead body’ hebben gebruikt. Rondom de pensionering van de eerste directeur was ook aan de orde de kwestie van de erkenning. Aan de ene kant werd beweerd dat Staatsolie een verworvenheid was van een doorzettende geoloog, later de (apolitieke) directeur, terwijl de nieuwe coalitie steeds meer wilde weten dat het bedrijf in alle opzichten vooral een verworvenheid was van de revolutie. De president zou zelfs niet aanwezig zijn geweest bij op zijn minst een hoogtijdag, het klimaat was bij de top van het bedrijf niet uitnodigend (negeren aandeel revolutie) en protocollair waren zaken ook niet helemaal perfect aangepakt. De uitbreiding middels de raffinaderij had aan geen enkele kant uitgesproken vijanden. De obligatielening die men wilde aangaan, die lukte, mede vanwege het vertrouwen in het bedrijf. Opmerkelijk is dat in deze regeerperiode heel regelmatig aan de orde is gebracht dat de olie zal opraken binnen een aantal jaren. Boringen op zee brachten volgens de mededelingen niet veel op, maar deze dure operatie wordt voortgezet. Enkele dagen terug is de mededeling gedaan dat er wel aardgas is gevonden. Dat maakt dat de mededelingen rond de boringen niet helemaal vertrouwelijk overkomen. Vanuit een strategisch en commercieel oogpunt is het in een corrupt land als de onze wel te verwachten dat de politieke elite geen open kaart speelt. De lonen bij Staatsolie liggen hoog. Staatsolie heeft een Sportfonds waarmee men bepaalde activiteiten ondersteunt en bepaalde niet. Vooral in deze regeerperiode komen het dividend en andere afdrachten die Staatsolie uitkeert, nadrukkelijk naar buiten. Deze regering had zogenaamd de ontwikkelingshulp niet om uit te geven. De aanstellingen bij Staatsolie kwamen onder druk door de politieke interventies. De vp heeft in 2010/2011 beloofd dat hij alle topsalarissen bij de staatsbedrijven transparant zou maken, maar dat is niet gebeurd. Het duidelijk teren op Staatsolie begon in deze regeerperiode toen men steeds meer voor geld richting het staatsbedrijf keek om een bijdrage te leveren. Een voorbeeld is in 2011 toen het Kwakoe Festival dreigde in de soep te lopen in Amsterdam vanwege een financieel probleem. Opeens was er een Sinterklaas uit Paramaribo (onze pres) met een zak geld, waarin ook dit staatsbedrijf een duitje zou hebben gedaan. Het is nu moeilijker geworden met de zware lasten die de politiek gelegd heeft op de schouders van het staatsbedrijf. Van het bedrijf wordt verwacht dat het significante hoeveelheden kapitaal besteedt aan zaken, die noch tot de wettelijke doelstellingen noch tot de visie/missie en noch tot de core business van het bedrijf behoren. De regering verwacht dat het bedrijf zich inkoopt in het goudbedrijf Surgold. Dit bedrijf moet de belichaming zijn van het ideologisch terugnemen van het goud dat zogenaamd door de vorige regering zou zijn verkwanseld. Onder economen zijn er voor- en tegenstanders geweest voor het verwerven van aandelen in de goudbusiness, zo bleek duidelijk bij de goudconferentie die door de Moederbond bij zijn jubileum was gehouden. Zich inkopen, betekent snel investeringskapitaal ter beschikking hebben wanneer het moment daar is en ook de lasten van verliezen dragen. Rond dezelfde tijd toen de goudprijzen en olieprijzen nog stegen of goed waren, kwam het spaarfonds aan de orde die zou moeten leiden tot het verduurzamen van de economie door investering vanuit de mijnbouw naar de hernieuwbare bronnen. De wet is niet aangenomen, tot instelling van het fonds kwamen we niet. Het meesleuren van Staatsolie in de goudbusiness zal een wissel trekken op het bedrijf. Het is ook frappant dat met de afdracht van winst en andere heffingen de huidige regering niet tevreden is met hetgeen men krijgt van het staatsbedrijf. Nu wil men een voorschot op het dividend. Daarbij gaat men uit van een bepaalde omvang van de winst, wat we echter nog niet hebben gezien. Bovendien betekent een voorschot dat het bedrijf op het gebruikelijke afdrachtmoment geen (vol) dividend hoeft af te dragen, omdat dat al zou zijn gebeurd. Het bedrijf oppert nu om tot een loonbevriezing over te gaan en men wijst op de gaande bezuinigingsmaatregelen en de lage olieprijs. De vakbond lijkt mee te zullen gaan en ook begrip te hebben voor de opgegeven redenen. Externe factoren die niet inherent zijn aan de olie-industrie – zoals de betrokkenheid van Staatsolie in een ander niet duurzaam mijnbouwproject – kunnen inbreuk doen op de initiële wensen van de bond en de belangen van de werknemers en hun gezinnen en de kiezers. Het is van belang dat het staatsbedrijf behoed wordt voor vernietiging en roofbouw.

error: Kopiëren mag niet!