Project Suriname

Net zoals men in tijd van nood de vrienden leert kennen, precies zo leert men in tijd van verkiezingen de inborst van sommige Surinamers kennen. Veel vooraanstaande burgers nemen het land, dat internationaal bekend staat als Suriname niet serieus, zoals men bijvoorbeeld Brazilië, Nederland of de USA serieus neemt. Men is geen Surinamer, maar men verblijft in Suriname. Eventueel zal men weggaan en men zorgt ervoor dat men regelmatig ‘uitlandig’ is. Bij terugkomst in Suriname keert men niet terug naar huis, maar naar de plaats waar men het opportuun vindt om er te wonen en werken. Suriname is geen natie in de rij der naties, het is een avontuur, een project, een bedrijf, soms een commerciële soms een politieke avontuur. En omdat voor deze mensen de Staat Suriname niet echt bestaat, bestaat er ook niet iets als de Surinaamse natie, een bevolking waar men politieke verantwoording moet afleggen. Men heeft totaal geen ‘sjing’ (schaamtegevoel) tegenover de andere mensen die er wonen, want het zijn geen burgers van een Staat. Steeds meer zien wij in Suriname dat politici de burgerij negeren en in principe steeds aangeven dat alles mag in Suriname. Overlopen van de ene naar de andere partij zou vroeger ervoor zorgen dat men eerst een tijdje ondergronds zou gaan, om dan weer de kop op te steken als de gemoederen bedaard zijn. Nu zien we dat men tegelijkertijd paars en oranje wil zijn. Men is paars DNA-lid, men doet geen afstand van de DNA-stoel, men is nog deel van de coalitiefractie, maar men kan het presteren om op het podium van een oppositiepartij te staan en te zeggen dat de oppositie de verkiezingen moet winnen. Ook bij de KTPI zagen we deze dubbelzinnigheid in het begin toen men uit de coalitie was. Burgers in Suriname durven nu van alles op het podium te zeggen en het mag getapet worden, men mag het ook afdraaien. Het doet sommige burgers in Suriname niets als ze zwaar afgeven op een partij en toch zich aansluiten bij de partij zonder dat er fundamenteel iets is gewijzigd. Zo is de laatste tijd door een politicus gezegd dat hij als toiletpapier is gebruikt door de paarse partij en vervolgens door het toilet is doorgespoeld. De politicus zegt dat hij niets maar dan ook niets van de partij zou hebben gehad, integendeel zou hij alleen hebben geofferd/gegeven. Maar dan verschijnt er daags daarna een bericht dat een nv die in zijn regeerperiode (2011) wordt opgericht in totaal SRD 60 miljoen aan werken gegund heeft gekregen van deze zelfde regering waarin zijn paarse partij de scepter zwaaide over OW. Of moeten we daaronder begrijpen dat de donaties die de meneer heeft gedaan aan de paarse partij veel meer zijn dan SRD 60 miljoen? Waarom zou een burger meer dan SRD 60 miljoen aan een politieke partij geven en is dat ethisch verantwoord. De meneer zegt niets van de NDP te hebben gehad, maar is hij gen assembleelid geworden dankzij de paarse partij. Overlopers worden over het algemeen aangemerkt als te zijn onbetrouwbare persoonlijkheden. Het lijkt alsof er nu een wedstrijd gaande is tussen de oranje en de paarse partij – overigens de twee grootste partijen nu in het land – om elkaars leden te verleiden tot overspel. Overlopers worden als helden onthaald, opzwepers op de eerste rij proberen overlopers staande ovaties te bezorgen, maar het lukt niet. Er zijn burgers die traditiegetrouw generatielang en belangeloos het als een plicht zien om een bepaalde partij te ondersteunen. Er zijn burgers die door hard werken succesvol zijn of soms het net overleven en tegelijkertijd onvoorwaardelijke liefde hebben voor een politieke partij. Het is altijd een klap in het gezicht van deze personen als hun met de paplepel ingegoten loyaliteit voor lief wordt genomen en aan overlopers een warm onthaal wordt gegeven. Nu zien we dat men weggejaagd of verbannen zijn als een excuus neemt om te verkasten naar een partij waar men het individueel beter heeft. Een zo een figuur is de dc van Commewijne. De meneer heeft puur om zijn persoonlijke ambities een baan geaccepteerd om het beleid van een bepaalde regering uit te helpen voeren, hetgeen zwaar indruist tegen lidmaatschap bij de partij waar hij lid van was (een oppositiepartij). De meneer had de ruimte om een vooruitgeschoven positie in te vullen binnen de partij (secretaris bestuur) en wanneer je dat accepteert dan beperkt men zichzelf vanwege de loyaliteit die verwacht wordt. De meneer ging heel snel overstag, een puur persoonlijke droom kwam uit en hij probeerde dit te linken aan het algemeen belang: hij had dromen voor Commewijne. Dat laatste namen velen niet serieus en ongelijk hebben ze niet gekregen: de vorige dc had een veel zwaardere Commewijne-koorts. De dc kondigt nu pas projecten aan, maar deze kunnen loze beloften blijken. Het verhaal van de paarse partij heette dat iedereen van elke partij door de regering ingezet kan worden. De vraag rijst nu waarom de meneer dan nu moet toetreden tot de paarse partij. Uit het verhaal van de partijvoorzitter blijkt dat hij graag iedereen met wie hij werkt paars gekleurd wil zien. Kennelijk was het aantrekken van de dc op stilzwijgende voorwaarde dat hij de paarse partij zou joinen. De periode waarbinnen de dc paars is geworden, geeft ook aan dat hij ook uit persoonlijk gewin zat bij de groene partij, maar duidelijk in het verkeerde kamp waar niets te halen viel. De groene partij zou behalve deze dc ook de voorzitter van een nieuwe partij hebben uitgekotst. Deze partij gaat voor een pragmatische en lucratieve samenwerking met de paarse regeringspartij waarmee al is samengewerkt. De voorzitter is ook jarenlang leider van de bond van het waterhoofdige overheidspersoneel. De SPA en deze partij passen thematisch en ideologisch het best bij elkaar, maar zijn toch elkaars tegenstrevers.
We zien steeds meer dat de verkiezingscampagne verwordt tot een plat en ordinair spel dat ons volk niet zal verheffen. Jongeren zijn wel zichtbaar, maar de nieuwe en vernieuwende generatie helaas niet.

error: Kopiëren mag niet!